Brief Presidium; Verkenning naar een zogeheten parlementaire ondervraging - Uitwerking van de aanbevelingen van de Parlementaire enquêtecommissie Financieel Stelsel - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 33812 - Uitwerking van de aanbevelingen van de Parlementaire enquêtecommissie Financieel Stelsel.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Uitwerking van de aanbevelingen van de Parlementaire enquêtecommissie Financieel Stelsel; Brief Kamer; Brief van het Presidium over een verkenning naar een zogeheten parlementaire ondervraging |
---|---|
Documentdatum | 23-12-2013 |
Publicatiedatum | 23-12-2013 |
Nummer | KST338122 |
Kenmerk | 33812, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013–2014
33 812
Uitwerking van de aanbevelingen van de Parlementaire enquêtecommissie Financieel Stelsel
Nr. 2
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de Leden
Den Haag, 18 december 2013
Het Presidium legt hierbij aan u voor het verzoek van de commissie voor de Werkwijze bij brief van 11 december 2013 om in het kader van de uitvoering van de motie-Segers c.s. (Kamerstuk 33 609, nr. 14) over een verkenning naar een zogeheten parlementaire ondervraging, de onderzoeksopdracht van de Tijdelijke commissie herziening Wet op de parlementaire enquête te verbreden in die zin dat door deze commissie ook de mogelijkheden en randvoorwaarden van het horen onder ede buiten de parlementaire enquête worden onderzocht.
Het Presidium stelt u voor om hiermee in te stemmen.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, A. van Miltenburg
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, J.E. Biesheuvel-Vermeijden
Bijlage Aan het Presidium
De commissie voor de Werkwijze heeft in haar vergadering van 11 december 2013 gesproken over de motie-Segers c.s. inzake een verkenning naar een zogeheten parlementaire ondervraging. De commissie geeft het Presidium in overweging de Kamer voor te stellen de onderzoeksopdracht van de tijdelijke commissie Onderzoek herziening Wet op de parlementaire enquête te verbreden in die zin dat ook de mogelijkheden en randvoorwaarden van het horen onder ede buiten de parlementaire enquête door die commissie onderzocht worden.
Voorts zal de commissie voor de Werkwijze in één van haar volgende vergaderingen nader bekijken hoe het instrument «hoorzitting» scherper te onderscheiden is van het instrument «rondetafelgesprek». Over de uitkomsten hiervan worden het Presidium en de vaste Kamercommissies te zijner tijd geïnformeerd.
Volledigheidshalve zend ik u als bijlage de tekst van de motie-Segers c.s. (Kamerstuk 33 609, nr. 14) alsmede een notitie van Bureau Wetgeving over dit onderwerp ter kennisneming toe1.
De griffier van de commissie voor de Werkwijze der Kamer, Van Doorn
Het betreft een interne notitie, die niet openbaar gemaakt wordt