Memorie van toelichting over Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33805 IX - Wijziging begroting Financiën en Nationale Schuld 2013 (Najaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting over Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Document­datum 04-12-2013
Publicatie­datum 04-12-2013
Nummer KST33805IX2
Kenmerk 33805 IX, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2013–2014

33 805 IX

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    Leeswijzer

Deze 2e suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2013. De begroting 2013 is de eerste begroting waar de twee begrotingshoofdstukken IXA en IXB zijn samengevoegd.

In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (mutaties ≥ € 10 mln. voor artikel 1 t/m 10). Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Voor de apparaatsuitgaven geldt dat de verplichtingen gelijk worden gesteld aan de kasuitgaven. Een groot deel van de apparaatsuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.

Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 2e suppletoire begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een toelichting bij de grote programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatsuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen het Ministerie van Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.

  • 2. 
    Het beleid

2.1. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties

De belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties (x € 1.000)

Uitgaven

Artikel

Stand begroting

Stand begroting t/m ISB en NVW

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  • 1) 
    Belasting- en invorderingsrente
  • 2) 
    Apparaatsuitgaven Belastingdienst
  • 3) 
    IABF
  • 4) 
    BTW-compensatiefonds
  • 5) 
    Apparaat kerndepartement
  • 6) 
    Overige uitgaven (saldo)
 

10.926.599

 

15.006.609

 
  • 175.000

1

  • 17.299

1

472.000

3

  • 234.127

6

  • 13.452

8

2.965

 

Stand 2e suppletoire begroting 2013

15.041.696

Toelichting

  • 1) 
    Op grond van de realisatie en het verwachte vermoedelijk beloop over 2013 wordt de raming van de belasting- en invorderingsrente met € 175 mln. bijgesteld, zowel bij de ontvangsten als de uitgaven.
  • 2) 
    De mutatie bij de apparaatsuitgaven Belastingdienst (BD) wordt grotendeels veroorzaakt door onderuitputting bij het programma intensivering toezicht en invordering (– € 20 mln.). De rest is een saldo van een aantal kleine mee- en tegenvallers en overboekingen tussen verschillende ministeries.
  • 3) 
    Alle ontvangsten van de IABF worden gebruikt om de verplichting aan ING versneld af te bouwen. Wegens hogere ontvangsten door beëindiging van de transactie, realisaties en een wijziging van de eurodollarkoers is de raming van de funding fee met € 472 mln. naar boven bijgesteld. Zie kamerbrief AGT/2013/2183N.
  • 4) 
    De mutatie bij het BTW-compensatiefonds wordt veroorzaakt door een bijstelling van de raming op grond van de realisatiecijfers van de Belastingdienst.
  • 5) 
    De mutatie van 13 mln. bij het apparaat van het kerndepartement is het saldo van een opwaartse bijstelling bij de personele uitgaven (+ € 2,1 mln.) en een neerwaartse bijstelling bij de materiële uitgaven (– € 15,5 mln.). Bij de neerwaartse bijstelling is er enerzijds sprake van vertraging naar 2014 bij ICT-projecten met een technische oorzaak, anderzijds wordt vooruitgelopen op het invullen van taakstellingen.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties (x € 1.000)

Ontvangsten

Artikel

Stand begroting

Stand begroting t/m ISB en NVW

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  • 1) 
    Belasting- en invorderingsrente
  • 2) 
    Boedeluitkering IJsland
  • 3) 
    Overige ontvangsten FM
  • 4) 
    Dividend Staatsdeelnemingen
  • 5) 
    Dividend financiële instellingen
  • 6) 
    Winstafdracht DNB
  • 7) 
    IABF
  • 8) 
    Premies EKV
  • 9) 
    Schaderestituties EKV
  • 10) 
    BTW-compensatiefonds
  • 11) 
    Overige ontvangsten (saldo)
 

126.872.143

 

121.639.481

 
  • 175.000

1

77.107

2

42.332

2

334.852

3

94.400

3

22.523

3

472.000

3

46.000

5

27.700

5

  • 234.127

6

  • 2.735.084
 

Stand 2e suppletoire begroting 2013

119.612.184

Toelichting

  • 1) 
    Op grond van de realisatie en het verwachte vermoedelijk beloop over 2013 wordt de raming van de belasting- en invorderingsrente met € 175 mln. neerwaarts bijgesteld, zowel bij de ontvangsten als de uitgaven.
  • 2) 
    Uit de boedel van het failliete Landsbanki heeft Nederland de vierde boedeluitkering ontvangen. Het aandeel van de Staat bedraagt ruim € 77 mln.
  • 3) 
    Deze mutatie wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door het ontvangen van het Nederlandse aandeel uit de boedel van de Bank Nederlandse Antillen (BNA) (– € 38,7 mln.).
  • 4) 
    De dividendontvangsten van de staatsdeelnemingen zijn hoger dan geraamd. Deze meevaller wordt voornamelijk veroorzaakt door hoger dan geraamde dividenden bij Gasunie, NS, UCN en Schiphol.
  • 5) 
    In 2013 is er van ABN AMRO in totaal € 400 mln. dividend ontvangen, € 250 mln. als slotdividend over boekjaar 2012 en € 150 mln. als interimdividend over 2013. ASR heeft € 88,4 mln. uitgekeerd als slotdividend over boekjaar 2012. Hierdoor is een meevaller ontstaan van € 94,4 mln.
  • 6) 
    Betreft een bijstelling op basis van de gerealiseerde winstafdracht van DNB.
  • 7) 
    De hogere ontvangsten voor de IABF hebben twee oorzaken: naar aanleiding van een wijziging in de eurodollarkoers en de realisaties van dit jaar zijn de portefeuilleontvangsten en de overige fees bijgesteld. De overeenkomst over de transactie met ING heeft een aantal gevolgen voor de begroting 2013; deze worden in deze tweede suppletoire begroting verwerkt. Zie kamerbrief AGT/2013/2183N.
  • 8) 
    Door een aantal omvangrijke transacties zijn de premieontvangsten in het kader van de Exportkredietverzekering hoger dan verwacht, waardoor de raming voor de premieontvangsten naar boven is bijgesteld.
  • 9) 
    Er hebben bij de Exportkredtieverzekering meer schaderestituties plaatsgevonden dan verwacht, dit wordt veroorzaakt door hogere schaderestituties via de Club van Parijs en door hoger dan geraamde betalingen door private debiteuren.

10)De mutatie bij het BTW-compensatiefonds wordt veroorzaakt door een bijstelling van de raming op grond van de realisatiecijfers van de Belastingdienst.

2.1.2 Overzicht belangrijkste mutaties in de rentekosten

In de onderstaande tabel worden de mutaties in de netto rentekosten gepresenteerd. Er is een verdeling gemaakt naar achterliggende oorzaak.

Tabel: Overzicht mutaties in de netto rentekosten (x € 1 mln.)

2013

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013                                                                       9.605

Stand 1e Suppletoire begroting 2013                                                                                             9.267

  • 1. 
    Renteswaps                                                                                                                                   – 111
  • 2. 
    Bijstelling kassaldo                                                                                                                              0
  • 3. 
    Bijstelling rekenrente                                                                                                                      – 94
  • 4. 
    Effect van schulduitgifte                                                                                                                 – 54
  • 5. 
    Bijstelling rentekosten interne schuldverhoudingen                                                                        7

Stand 2e Suppletoire begroting 2013                                                                                             9.015

Toelichting

Hieronder worden de verschillende mutaties kort toegelicht. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de afzonderlijke artikelen en de toelichtingen onder de tabellen budgettaire gevolgen van beleid.

  • 1) 
    Renteswaps worden afgesloten om het renterisico van de staatsschuld te sturen. Een renteswap is een overeenkomst tussen twee partijen waarmee gedurende de looptijd van de swap een vaste rente wordt geruild tegen een variabele rente. Als gevolg van verschillen tussen de rente die wordt betaald en de rente die wordt ontvangen, ontstaan netto rentebaten of -lasten. De nieuw afgesloten swaps leiden per saldo tot een meevaller in de rentekosten.
  • 2) 
    Mutaties in de raming van het kassaldo van het lopend jaar worden opgevangen op de geldmarkt (via kortlopende leningen, zoals bijvoorbeeld schatkistpapier). Omdat de korte rekenrente nagenoeg gelijk aan nul is hebben wijzigingen in de raming van het kassaldo geen invloed op de rentekosten voor 2013.
  • 3) 
    Een verandering in de rekenrente leidt tot wijziging van de geraamde rentekosten. De rekenrente zijn na de eerste suppletoire begroting neerwaarts bijgesteld. Dit geeft lagere rentelasten voor het deel van de schuld dat in 2013 nog gefinancierd moet worden.
  • 4) 
    Deze rubriek bevat de effecten van de uitgifte van schuld. De raming van de rentelasten in een lopend jaar bestaat uit rentelasten van al uitgegeven leningen (realisaties) en uit een raming van de rentelasten van leningen die nog uitgegeven gaan worden. In de loop van het jaar wordt een steeds groter deel bepaald door de realisaties. Omdat de gerealiseerde rentetarieven gemiddeld lager zijn geweest dan de geraamde tarieven (gelijk aan de CPB-rekenrentes) is de raming voor de rentelasten neerwaarts bijgesteld.
  • 5) 
    De rentekosten vanwege interne schuldverhoudingen zijn licht gestegen. Dit komt met name doordat het totaal aan uitstaande deposito’s van deelnemers aan schatkistbankieren is gestegen, waardoor het Rijk meer rente betaalt. Tegelijkertijd is de raming van de te ontvangen rente door sociale fondsen licht gestegen, omdat het rekening-courantsaldo van de sociale fondsen meer negatief wordt geraamd. Netto zorgt dit voor iets hogere geraamde rente-uitgaven.

2.2 De beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)

Algemene beleidsdoelstelling: Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen er voor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

3.244.427

3.404.813

 

3.212.514

3.244.427

3.404.813

 

3.212.514

491.714

441.714

  • 175.000

266.714

Verplichtingen

Uitgaven (1) + (2)

(1) Programma-uitgaven

Waarvan:

waarvan juridisch verplicht

100%

Rente

Belasting- en invorderingsrente Rentevergoeding depotstelsel

Bekostiging

Proceskosten

Overige programma-uitgaven

(2) Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven waarvan: Eigen personeel waarvan: Inhuur externen

Materiële uitgaven waarvan: ICT

waarvan: Bijdrage SSO’s

Ontvangsten (3) + (4)

(3) Programma-ontvangsten Waarvan: Belastingontvangsten

 

485.800

0

435.800

  • 175.000

260.800

5.914

5.914

0

5.914

3.536

3.536

0

3.536

2.378

2.378

0

2.378

2.752.713

2.963.099

  • 17.299

2.945.800

2.005.831

2.143.944

  • 17.927

2.126.017

1.889.439

1.990.052

  • 69.939

1.920.113

116.392

153.892

52.012

205.904

746.882

819.155

628

819.783

170.572

200.272

25.000

225.272

195.427

200.427

28.000

228.427

119.063.575

112.168.454

  • 2.913.399

109.255.055

119.043.603

112.148.482

  • 2.916.399

109.232.083

118.211.450

111.356.329

  • 2.746.399

108.609.930

Rente

Belasting- en invorderingsrente

497.000

447.000

175.000

272.000

Boetes en schikkingen

Ontvangsten boetes en schikkingen

147.877

147.877

5.000

152.877

Bekostiging

Kosten vervolging

(4) Apparaatsontvangsten

187.276 19.972

197.276 19.972

0 3.000

197.276 22.972

Artikel 1 Belastingen

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Belasting- en invorderingsrente (– € 175 mln.)

De raming van de belasting- en invorderingsrente is zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenkant met € 175 mln. naar beneden bijgesteld. Deze mutatie ziet voor het grootste deel (c.a. € 150 mln.) op een technische verdeling van een in het verleden gesaldeerde mutatie naar respectievelijk de uitgaven- en ontvangstenkant.

Apparaatsuitgaven (– € 23,3 mln.)

In het regeerakkoord zijn middelen toegekend voor de maatregel intensivering toezicht en invordering. De uitbreiding van de benodigde capaciteit ten behoeve van de intensivering, wordt met een oploop gedurende het jaar gerealiseerd. Hierdoor is in 2013 € 20 mln. minder benodigd.

Het overige bedrag (€ 3,3 mln.) betreft het saldo van een aantal kleine mee- en tegenvallers en overboekingen tussen verschillende ministeries.

Ontvangsten

Belastingontvangsten (– € 2.746,4 mln.)

In de Najaarsnota 2013 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

 

Aansluittabel art. 1

Stand ontwerp-

Mutaties 1ste

Stand 1ste

Mutaties 2e

Stand 2e supple-

 

begroting (NvW)

suppletoire

suppletoire

suppletoire

toire begroting

 

2013 (1)

begroting (2)

begroting (3)=(1+2)

begroting (4)

[5)=(3+4]

Totaal belastingontvangsten

140.240.234

  • 6.538.609

133.701.625

  • 2.898.716

130.802.909

–/– Afdracht Gemeentefonds

17.963.120

  • 73.855

17.889.265

56.574

17.945.839

–/– Afdracht Provinciefonds

1.138.214

389.678

1.527.892

25.167

1.553.059

–/– Afdracht BTW-Compensatiefonds

2.895.357

  • 1.230

2.894.127

  • 234.127

2.660.000

–/– Afdracht BES-fonds

32.093

1.919

34.012

69

34.081

Belastingontvangsten IX

118.211.450

  • 6.855.121

111.356.329

  • 2.746.399

108.609.930

Belasting- en invorderingsrente (– € 175 mln.)

De raming van de belasting- en invorderingsrente is zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenkant met € 175 mln. naar beneden bijgesteld. Deze mutatie ziet voor het grootste deel (c.a. € 150 mln.) op een technische verdeling van een in het verleden gesaldeerde mutatie naar respectievelijk de uitgaven- en ontvangstenkant.

Ontvangsten boetes en schikkingen (+ € 5 mln.)

Ten opzichte van de huidige realisatie en het vermoedelijk beloop over 2013 moet de raming met € 5 mln. worden bijgesteld.

Apparaatsontvangsten (+ € 3 mln.)

De apparaatsontvangsten vloeien voort uit werkzaamheden voor derden. De gerealiseerde ontvangsten zijn € 3 mln. hoger dan de huidige raming. Hiertegenover staan hogere apparaatsuitgaven.

Artikel 2 Financiële Markten

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 2 Financiele Markten (bedragen x € 1.000)

Algemene beleidsdoelstelling: Randvoorwaarden te creeren die een integer en stabiel systeem bevorderen en er toe bijdragen dat de activiteiten van financiele instellingen gericht zijn op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven met acceptabele en transparante risico’s, waarbij de kosten van overmatig risicovol gedrag niet worden afgewenteld op de belastingbetaler

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

Verplichtingen

waarvan garantieverpichtingen Garantie kredietfaciliteit AFM Garantieregeling bancaire leningen Garantie en waarborg NWB

Uitgaven

waarvan juridisch verplicht

Subsidies

Geldmuseum CDFD

Bekostiging

Rechtspraak Financiële Markten

Muntcirculatie

Afname munten in circulatie

Overig

Opdrachten

Wijzer in geldzaken

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

Bijdrage toezicht AFM Bijdrage toezicht DNB

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Caribean Financial Action Taskforce IASB

Ontvangsten

Garanties

feeopbrengsten gar. banc. leningen

Leningen

terugontv. voorfinanciering DNB (DGS) ontvangsten Ijsland

Bekostiging

ontvangsten muntwezen toename munten in circulatie

Overig

59.938

60.881

6.145.197

6.147.182

77.107

6.084.316

6.147.182

 

59.538

60.881

1.985

62.866

100%

1.353

3.068

900

3.968

530

1.685

0

1.685

823

1.383

900

2.283

14.800

15.250

  • 2.235

13.015

1.100

1.250

0

1.250

13.385

13.385

  • 1.885

11.500

 

0

0

 

315

615

  • 350

265

255

1.132

150

1.282

255

1.132

150

0

1.282

43.130

41.031

3.170

44.201

25.749

17.168

3.332

20.500

17.381

23.863

  • 162

23.701

20

20

0

20

380

380

0 0

380

176.748

169.525

122.878

292.403

169.371

161.348

3.623

164.971

169.371

161.348

3.623

164.971

77.107

 

5.184

5.184

  • 184

5.000

5.184

5.184

  • 184

0 0

5.000

2.193

2.993

42.332

45.325

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Garantie bancaire leningen (– € 6,1 mld.)

Als onderdeel van de exit-strategie wordt sinds 1januari 2011 aan banken die onder de garantieregeling leningen hadden uitgegeven de mogelijkheid geboden gegarandeerde leningen terug te kopen. ABN AMRO, NIBC, Achmea, leaseplan en ING hebben vervroegd een deel van hun lening afgelost. Onder andere hierdoor en door aflopende garanties is de garantielening bancaire leningen afgenomen met € 6,1 miljard.

CDFD (+ € 0,9 mln.)

Onderdeel van de post CDFD is de instelling van een Centrale Examenbank (CE) voor het toetsen van vakbekwaamheid van financiële dienstverleners. In de eerste suppletoire begroting was daarvoor € 500.000 gereserveerd. Met het oog op een zorgvuldige invoering per 1 januari 2014 heeft het Ministerie van Financiën de noodzakelijke voorbereidingen getroffen, waaronder aanbestedingen van de examenaf-namesoftware en van een basisset met examenvragen. Hierdoor werd duidelijk dat de raming van de totale projectkosten in 2013 moest worden opgehoogd naar ca. € 1,4 mln. Dit brengt een extra reservering met zich mee van € 900.000.

Muntcirculatie (– € 1,9 mln.)

Vanwege een beperkte vraag naar circulatiemunten en bijzondere euromunten zijn de uitgaven voor grondstoffen kleiner dan begroot.

Overig (– € 0,4 mln.)

De post «Overig» betreft de monitoring commissies en de commissie Wijffels. Besloten is de werkzaamheden van de monitoring commissies af te ronden, waardoor de uitgaven dit jaar lager zullen uitvallen dan aanvankelijk was voorzien. De commissie Wijffels heeft haar werkzaamheden inmiddels afgerond. Ook hier vielen de uitgaven lager uit dan begroot

Ontvangsten

Feeopbrengsten garantie bancaire lening (+ € 3,6 mln.)

Door het vervroegd aflossen van de garantie bancaire lening wordt er in 2013 meer fee ontvangen dan geraamd. Voor deze transactie is een closing out fee betaaldaan de staat ter compensatie van de naar beneden bijgestelde meerjarige premie-inkomsten.

Ontvangsten IJsland (+ € 77,1 mln.)

Uit de boedel van het failliete Landsbanki heeft Nederland de vierde uitkering ontvangen. Het aandeel van de Staat in de meest recente uitkering bedraagt ruim € 77 mln. Dit brengt de stand van de totale ontvangst op circa € 811 mln. van het totale in 2008/2009 uitgekeerde bedrag van € 1,428 mld.

Ontvangsten muntwezen (– € 0,2 mln.)

Er zijn minder bijzondere munten afgenomen dan is geraamd.

Overig (+ € 42,3 mln.)

Deze mutatie wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door het ontvangen van het Nederlandse aandeel uit de boedel van de Bank Nederlandse Antillen (BNA). Bij de staatkundige hervormingen (10-10-10) was afgesproken dat Nederland uit de boedel van de BNA (€ 38,7 mln.) zou ontvangen. Het overige deel van de mutatie € 3,6 mln. wordt veroorzaakt door een technische mutatie van «bijdrage toezicht AFM» aan zowel de uitgaven als de ontvangstenkant.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek private sector

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek private sector (bedragen x € 1.000)

Algemene beleidsdoelstelling: optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen. In het bijzonder bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat.

Verplichtingen

waarvan betalingsverplichting: Overbruggingskrediet SNS Kapitaalinjectie SNS

waarvan garantieverplichting: Garantie DNB Garantie SNS

Uitgaven

waarvan juridisch verplicht

Vermogensverschaffing

Kapitaaluitbreiding TenneT Uitkering superdividend NS Tweede herkapitalisatie ABN AMRO Kapitaalstorting couponbetaling MCN overbruggingskrediet SNS kapitaalinjectie SNS

Bekostiging/bijdrage

PPS

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

336.637

14.835.024

  • 78.989

14.756.035

 

1.100.000

0

1.100.000

 

2.700.000

0

2.700.000

 

5.700.000

0

5.700.000

 

5.000.000

0

5.000.000

1.994.237

5.715.624

471.998

6.187.622

100%

3.800.000

1.100.000 2.700.000

3.800.000

1.100.000 2.700.000

Bijdrage aan RWT

NLFI (voorheen STAK)

Lening

Management fee IABF Funding fee IABF

Garantie

Regeling BF

Dotatie begrotingsreserve TenneT

Uitbetalingen garanties en vrijwaringen verkoop deelnemingen

Opdrachten

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

 

5.019

5.310

  • 52

5.258

5.019

5.310

  • 52

5.258

1.979.000

1.888.000

472.000

2.360.000

31.000

29.000

  • 3.000

26.000

1.948.000

1.859.000

475.000

2.334.000

5.400

6.000

  • 500

5.500

600

600

  • 500

100

4.800

4.800

0

4.800

 

600

0

600

4.818

16.314

550

16.864

4.818

16.314

550

16.864

Ontvangsten

Vermogensonttrekking

Opbrengst onttrekking vermogenstitels

Dividend staatsdeelnemingen

Winstafdracht DNB

waarvan SMP-Griekenland

waarvan investeringsportefeuille DNB

Afdrachten Holland Casino

Afdrachten Staatsloterij

Opbrengst verkoop vermogenstitels

Dividend financiële instellingen

Havenbedrijf Rotterdam Rijksbijdrage Landwinning

5.027.343

6.197.126

923.994

7.121.120

 

0 259.322

271.122

334.852

605.974

1.139.366

1.952.249

22.523

1.974.772

278.000

137.000

26.852

163.852

73.000

48.000

- 4.119

43.881

0

0

   

96.000

88.000

0

88.000

 

132.000

  • 59

131.941

394.000

394.000

94.400

488.400

0

295.482

0

295.482

Algemene beleidsdoelstelling: optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen. In het bijzonder bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat.

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

Bijdrage aan RWT

NLFI (voorheen STAK)

4.300

4.153

4.153

Leningen

Verwachte portefeuille ontvangsten IABF Garantie fee IABF Additionele fee IABF Additionele garantie fee IABF Verhandelbaarheidsfee IABF Afkoop garantiefee IABF Rente en aflossing div. leningen

Aflossing kapitaalversterkingen ING, Aegon en SNS Reaal Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING, Aegon en SNS Reaal Renteontvangsten Mandatory Convertible Note Renteontvangsten SNS krediet

Garantie

Regeling BF

Premie-ontvangsten garantie Tennet Premie-inkomsten Capital Relief Instrument Premie-inkomsten counter indemnity

Opdrachten

Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

 

1.749.000

1.668.000

96.000

1.764.000

67.000

64.000

  • 6.000

58.000

43.000

41.000

  • 4.000

37.000

101.000

97.000

192.000

289.000

19.000

18.000

0

18.000

0

0

194.000

194.000

750.000

750.000

0

750.000

375.000

375.000

0

375.000

 

6.765

0

6.765

 

0

278

278

4.800

4.800

0

4.800

25.555

25.555

0

25.555

10.000

10.000

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Uitgavenmutaties IABF (+ € 472,0 mln.)

Alle ontvangsten van de IABF worden gebruikt om de verplichting aan ING versneld af te bouwen. Wegens hogere ontvangsten door beëindiging van de transactie, realisaties en een wijziging van de eurodollarkoers is de raming van de funding fee met € 472 mln. naar boven bijgesteld. Tevens vindt er een verrekening plaats van door ING vooruitbetaalde fees over de periode na de afwikkeling van de IABF. Deze extra uitgaven van € 20 mln. zijn meegenomen in de raming van de funding fee. Zie voor verdere toelichting de ontvangsten IABF.

Regeling BF (– € 0,5 mln.)

De regeling wordt afgebouwd. In 2013 hebben zich tot op heden geen schades voorgedaan.

Uitvoeringskosten deelnemingen (+ € 0,6 mln.)

De uitvoeringskosten van de staatsdeelnemingen vallen hoger uit dan geraamd. De kosten voor de inhuur van extern advies voor de privatiseringstrajecten zijn hoger dan geraamd.

Ontvangsten

Dividend staatsdeelnemingen (+ € 334,9 mln.)

De dividendontvangsten van de staatsdeelnemingen zijn hoger dan geraamd. Deze meevaller wordt voornamelijk veroorzaakt door hoger dan geraamde dividenden bij Gasunie, NS, UCN en Schiphol.

0

0

Winstafdracht DNB (+ € 22,5 mln.)

Betreft een bijstelling op basis van de gerealiseerde winstafdracht van DNB.

Dividend financiële instellingen (+ € 94,4 mln.)

In 2013 is er van ABN AMRO in totaal € 400 mln. dividend ontvangen, € 250 mln. als slotdividend over boekjaar 2012 en € 150 mln. als interimdividend over 2013. ASR heeft € 88,4 mln. uitgekeerd als slotdi-vidend over boekjaar 2012. Hierdoor is een meevaller ontstaan van € 94,4 mln.

Ontvangstenmutaties IABF (+ € 472,0 mln.)

De hogere ontvangsten voor de IABF hebben twee oorzaken:

  • 1) 
    Naar aanleiding van een wijziging in de eurodollarkoers en de realisaties van dit jaar zijn de portefeuille ontvangsten en de overige fees in totaal met € 77 mln. naar boven bijgesteld.
  • 2) 
    De overeenkomst over de beëindiging van de transactie met ING heeft een aantal gevolgen voor de begroting van 2013. In 2013 wordt € 395 mln. aan extra fees ontvangen, dit is inclusief afhandeling van de garantie fees en een extra betaling. (zie ook kamerbrief AGT/2013/ 2183N)

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 4 Internationale Financiële Betrekkingen (bedragen x € 1.000)

Algemene beleidsdoelstelling: Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

Verplichtingen

waarvan garantieverplichtingen:

Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen

Garantie aan DNB inzake IMF deelname

Garantie DNB inzake BIS

EIB

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

EFSF^

EFSM

ESM

434.005

113.445

434.005

113.445

48.141.770

48.141.770

47.707.765

113.445

48.141.770

Uitgaven

Waarvan juridisch verplicht

Deelname aan internationale instellingen

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

EFSF

ESM

EIB

Bijdrage uit inkomen Griekse obligaties

Uitkering aan Griekenland

Ontvangsten

Deelname aan internationale instellingen

Ontvangsten IFI’s

Lening

Aflossing lening Griekenland

Rente ontvangsten lening Griekenland

Service fee ontvangsten lening Griekenland

 

2.449.757

2.599.757

 

2.599.757

100%

2.310.716

2.460.716

 

2.460.716

33.054

183.054

0

183.054

1.829.440

1.829.440

0

1.829.440

448.222

448.222

0

448.222

139.041

139.041

0

139.041

139.041

139.041

0

139.041

32.394

32.394

1.792

34.186

8.480

8.480

0

8.480

8.480

8.480

0

8.480

23.914

23.914

1.792

25.706

23.914

23.914

1.792

25.706

0

Toelichting

Verplichtingen (– € 48,14 mld.)

Het tijdelijke noodfonds EFSF gaat sinds juli 2013 geen nieuwe leningenprogramma’s meer aan. Hierop is besloten om het garantieplafond neerwaarts bij te stellen tot de benodigde geraamde garanties aan het EFSF voor de huidige programma’s van Ierland, Portugal en Griekenland en de benodigde geraamde garantie voor het aanhouden van de kasreserve van het EFSF

Ontvangsten

Rente ontvangsten lening Griekenland (+ € 1,8 mln.)

Door een hogere rente dan de geraamde CPB rekenrente zijn de ontvangsten op de Griekse lening hoger uitgevallen.

Artikel 5 Exportkrediet- en investeringsverzekering

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 5 Exportkrediet-en investeringsverzekering (bedragen x € 1.000)

Algemene beleidsdoelstelling: Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op dit vlak

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

Verplichtingen

waarvan garantieverplichtingen:

Reguliere EKV

Investeringsverzekeringen

MIGA

Omzetpolissen

Uitgaven

waarvan juridisch verplicht

Exportkredietverzekering

Schade-uitkering EKV

Schade-uitkering investeringsverzekeringen Schade-uitkering MIGA Schade-uitkering Omzetpolissen Uitgaven Seno-Gom

Opdrachten

Kostenvergoeding Atradius DSB

Ontvangsten

Premies EKV

Premies investeringsverzekeringen Premies omzetpolissen Schaderestituties EKV Ontvangsten Seno-Gom Overige ontvangsten

10.616.386

10.616.386

10.616.386

 

113.106

113.106

0

113.106

100%

100.000

100.000

0

100.000

500

500

0

500

12.606

12.606

 

128.550

142.550

40.000

54.000

1.250

1.250

52.300

52.300

34.500

34.500

500

500

0

73.700 46.000

0

27.700

0 0

12.606

216.250

100.000 1.250

80.000

34.500

500

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Ontvangsten

Premies EKV (+ € 46 mln.)

Door een aantal omvangrijke transacties zijn de premieontvangsten in het kader van de Exportkredietverzekering hoger dan verwacht, waardoor de raming voor de premieontvangsten naar boven is bijgesteld. Deels is deze raminggebaseerd op transacties die nog in voorbereiding zijn en naar verwachting in 2013 gerealiseerd zullen worden. Er zijn drie relatief grote verzekeringspolissen uitgereikt, waarbij de maximale schadevergoeding € 200 mln. of hoger bedroeg, op debiteuren in Duitsland, Indonesië en Japan. Het gaat om de ICT sector (een innovatieve chipmachine van ASML), de scheepsbouwsector (een technisch hoogwaardig schip van Damen) en de watersector (bagger- en installatiewerkzaamheden door Van Oord en Heerema Marine Contractors voor transport van LNG als alternatief voor kernenergie). Meer specifieke informatie over de afgegeven polissen in 2013, kan worden teruggevonden op de website van Atradius DSB1.

Schaderestituties EKV (+ € 27,7 mln.)

Er hebben meer schaderestituties plaatsgevonden dan verwacht, dit wordt veroorzaakt door hogere schaderestituties via de Club van Parijs en door hoger dan geraamde betalingen door private debiteuren.

Artikel 6 BTW-Compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 6 BTW-compensatiefonds

 

Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid een

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

hierin geen rol.

 

begroting VJN

2013

 

Verplichtingen Uitgaven

waarvan juridisch verplicht

Instrument: Btw-compensatieregeling

w.v. bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden w.v. bijdragen aan provincies

Ontvangsten

 

2.895.357

2.894.127

 

2.660.000

2.895.357

2.894.127

  • 234.127

2.660.000

100%

2.561.662

2.561.336

  • 207.118

2.354.218

333.695

332.791

  • 27.009

305.782

2.895.357

2.894.127

2.660.000

Toelichting

Verplichtingen en Uitgaven en Ontvangsten

Bijdrage aan gemeenten en kaderwetgebieden (– € 207,1 mln.)

De raming is bijgesteld op grond van voorlopige realisatiecijfers van de Belastingdienst. De verwachting is dat gemeenten minder zullen declareren dan werd geraamd bij het opstellen van de ontwerpbegroting.

http://www.atradiusdutchstatebusiness.nl/publicaties/afgegevenpolissen/index.html.

Bijdrage aan provincies (– € 27,0 mln.)

De raming is bijgesteld op grond van voorlopige realisatiecijfers van de Belastingdienst. De verwachting is dat provincies iets minder zullen declareren dan werd geraamd bij het opstellen van de ontwerpbegroting.

Artikel 7 Beheer materiële activa

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 7 Beheer materiele activa

Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen                        Stand en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de                       begroting realisatie van rijksbeleidsdoelstellingen.

Stand suppletoire begroting

VJN

Mutaties

(+ of –) NJN

2013

Stand NJN 2013

Verplichtingen Uitgaven

waarvan juridisch verplicht

Bekostiging

Zakelijke lasten

Opdrachten

Onderhoud en beheerskosten RVOB Beheerskosten DRZ

Leningen

Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling

Bijdrage aan baten-lastendienst

Bijdrage aan RVOB

Ontvangsten

Bekostiging

Zakelijke lasten

Opdrachten

Onderhoud en beheerskosten

Leningen

Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling

Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten

Ingebruikgevingen RVOB Vervreemding RVOB Vervreemding DRZ

300 300

0 300

0

0

1.800

0

306 306

0 306

0

0

1.800

0

 

1.800

1.800

0

0

0

0

1.800

1.800

300

300

300

606 606

100%

606

0

2.100

300

2.100

2.100

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Beheerskosten DRZ (+ € 0,3 mln.)

De uitgaven bij Domein Roerende Zaken (DRZ) vallen € 0,3 mln. hoger uit, doordat meer schadevergoeding moest worden uitgekeerd voor door het OM onterecht in beslaggenomen goederen.

Ontvangsten

Vervreemding DRZ (+ € 0,3 mln.)

De ontvangsten bij DRZ zijn € 0,3 mln. hoger door meer opbrengsten uit de verkoop van in beslaggenomen goederen.

0

0

Artikel 8 Centraal Apparaat Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid – niet beleidsartikel 8 Centraal Apparaat Kerndepartement

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst (zie artikel 1) en de baten-lastendiensten DRZ en RVOB.

Verplichtingen Uitgaven

waarvan juridisch verplicht

Personeel Kerndepartement

Eigen personeel Inhuur externen Overig personeel

Materieel Kerndepartement

waarvan ICT

waarvan bijdrage aan SSO’s

waarvan overig materieel

Ontvangsten

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

203.021

214.776

  • 13.452

201.324

203.021

214.776

  • 13.452

201.324

100%

135.877

132.777

2.079

134.856

130.914

128.536

690

129.226

4.517

3.795

1.527

5.322

446

446

  • 138

308

67.144

81.999

  • 15.531

66.468

13.122

15.458

  • 4.450

11.008

35.517

30.657

  • 1.817

28.840

18.505

35.884

  • 9.264

26.620

27.346

33.505

2.435

31.070

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven (– € 13,5 mln.)

Personeel Kerndepartement (+ € 2,1 mln.)

De verhoging van de personele uitgaven van € 2,1 mln. is het gevolg van de verwerking van de overkomende budgetten van de auditdienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar de Auditdienst Rijk in 2013.

Materieel Kerndepartement (– € 15,5 mln.)

Bij de materiële uitgaven zoals ICT en bijdrage aan SSO’s is enerzijds sprake van vertraging naar 2014 bij ICT-projecten met technische oorzaak, anderzijds wordt vooruitgelopen op de taakstellingen. Daarnaast zijn zowel de uitgaven als de ontvangsten bij het Bureau Schade Afwikkeling verlaagd vanwege het vertrek uit het Omslagstelsel Rijkswagenpark van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) naar de Nationale Politie.

Ontvangsten (– € 2,4 mln.)

Zie onder uitgaven bij materieel kerndepartement.

Artikel 9 Algemeen

Niet in gebruik.

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid – niet beleidsartikel 10 Nominaal en Onvoorzien

Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstelling naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen IXB plaats. Dit artikel is ook bedoeld om eventuele onzekere ontwikkelingen op de begroting op te vangen.

Verplichtingen

Uitgaven

Onvoorzien

Loonbijstelling

Prijsbijstelling

Ontvangsten

 

Stand

Stand

Mutaties

Stand NJN

begroting

suppletoire

(+ of -) NJN

2013

 

begroting

2013

 
 

VJN

   

5.685

3.219

682

3.901

5.685

3.219

682

3.901

3.152

3.219

682

3.901

0

0

0

0

2.533

0

0

0

2.3 De beleidartikelen van Nationale Schuld (IXA)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

In de onderstaande tabel worden de mutaties op artikel 11 Financiering staatsschuld, dat betrekking heeft op de extern gefinancierde schuld, weergegeven. Conform Europese voorschriften (ESR 95) worden inkomsten en uitgaven voor de staatsschuld op transactiebasis begroot en verantwoord.

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11; Financiering staatsschuld (x € 1 mln.)1

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voorde begroting.

Stand              Stand 1e         Mutaties 2e                 Stand 2e

vastgestelde          suppletoire          suppletoire             suppletoire begroting (na begroting (2) begroting (3)                begroting

NvW,                                                                              (4=2+3)

amendementen en ISB)

Totaal Uitgaven

Totaal Programma-uitgaven

Totaal Rentelasten

Rentelasten vaste schuld Rentelasten vlottende schuld Uitgaven voortijdige beëindiging

Aflossing vaste schuld Mutatie vlottende schuld

Overige kosten schulduitgifte

Totaal Ontvangsten

Totaal Programma-ontvangsten

Totaal Rentebaten schuld

Rentebaten vaste schuld Rentebaten vlottende schuld Ontvangsten voortijdige beëindiging

Uitgifte vaste schuld Mutatie vlottende schuld

42.011

41.994

40.739

40.716

2.391

2.390

38.348

38.326

 

10.190

9.884

  • 264

9.620

9.966

9.765

  • 200

9.565

224

119

  • 65

54

0

0

1

1

31.804

28.658

48

28.706

0

2.174

  • 2.174

0

17

22

0

22

46.106

50.110

3.279

53.389

46.106

50.110

3.279

53.389

113

110

  • 6

104

0

0

0

0

113

110

  • 6

104

0

0

0

0

45.993

50.000

0

50.000

0

0

3.285

3.285

Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en Uitgaven

Aflossing en uitgifte vaste schuld en mutatie vlottende schuld

De vlottende schuld zal naar verwachting toenemen met € 3,3 mld. Bij de eerste suppletoire begroting werd uitgegaan van een afname van € 2,2 mld. De mutatie wordt veroorzaakt door een hoger kastekort en een afname van gestort onderpand.

Bij het afsluiten van swapcontracten is vastgelegd dat tegenpartijen onderpand moeten storten als de swaps voor de Staat een positive marktwaarde hebben. Dit is een éénzijdige verplichting; als de swaps voor de tegenpartij een positieve marktwaarde hebben (en voor de Staat een negatieve marktwaarde) stort de Staat geen onderpand.

Er is minder onderpand gestort omdat de marktwaarde van de swapporte-feuille is gedaald. Aangezien onderpand één van de financieringsbronnen van de Nederlandse Staat is, moet meer schuldpapier worden uitgegeven.

De aflossing vaste schuld is bijgesteld omdat een lening vervroegd wordt afgelost. Het betreft een lease contract van een baten-lastendienst die het Agentschap uitvoert.

Rentelasten en rentebaten

De lagere rentetarieven leiden tot lagere rentelasten op de schulden, maar ook tot lagere rentebaten op de (tijdelijke) uitzettingen.

Artikel 12 Kasbeheer

In de onderstaande tabel worden de mutaties op artikel 12 Kasbeheer, dat betrekking heeft op de schuldverhouding tussen de Minister van Financiën en de instellingen die deelnemen aan schatkistbankieren, weergegeven.

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12; Kasbeheer (x € 1 mln.)1

Het optimaliseren van het kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist gelieerd.

Stand              Stand 1e         Mutaties 2e                 Stand 2e

vastgestelde          suppletoire          suppletoire             suppletoire begroting (na begroting (2) begroting (3)                begroting

NvW,                                                                              (2+3=4)

amendementen en ISB) (1)

Totaal Uitgaven

Totaal Programma-uitgaven

Rentelasten

Verstrekte leningen

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

Uitgaven bij voortijdige beëindiging

Totaal Apparaatuitgaven

Totaal Ontvangsten

Totaal Programmaontvangsten

Rentebaten

Ontvangen aflossingen

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

 

8.246

9.867

  • 1.701

8.166

8.246

9.867

  • 1.701

8.166

56

15

10

25

1.305

1.305

193

1.498

6.885

8.547

  • 1.908

6.639

0

0

3

3

0

0

0

0

1.922

2.173

24

2.197

1.922

2.173

24

2.197

528

522

3

525

1.394

1.651

  • 78

1.573

0

0

0

0

0

0

99

99

Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting Algemeen:

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen: rentelasten en rentebaten, mutaties in leningen en aflossingen, mutaties in rekening-courant en deposito’s en uitgaven en ontvangsten bij vroegtijdige beëindiging van leningen.

Rentebaten en Rentelasten

Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan en de renteontvangsten van de deelnemers aan het schatkistbankieren over de aangehouden middelen (in rekening-courant, leningen en deposito’s). De kleine stijging van de rentelasten wordt veroorzaakt doordat er meer middelen in deposito’s worden aangehouden dan ten tijde van de eerste suppletoire begroting. De hogere renteontvangsten worden veroorzaakt doordat de rekening-courantsaldi van de sociale fondsen nu meer negatief worden geraamd. Over deze hogere roodstand in de rekening-courant betalen de sociale fondsen dus meer rente.

Verstrekte leningen en ontvangen aflossingen

In de tweede suppletoire begroting zijn de tot nu afgesloten en afgeloste leningen verwerkt. Het bedrag aan verstrekte leningen is iets hoger dan eerder geraamd. Het bedrag aan aflossingen valt juist wat lager uit.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

Als het saldo dat deelnemers aan schatkistbankieren aanhouden in de vorm van rekening-couranttegoeden en deposito’s stijgt, dan wordt dit geboekt als ontvangst voor het Rijk. Voor 2013 wordt echter een uitgave geraamd, dus dat houdt in dat de saldi op de rekeningen-courant en deposito’s dalen. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de rekeningcourant saldi van de sociale fondsen afnemen (meer negatief worden). Ten opzichte van de eerste suppletoire begroting wordt die afname nu nog € 1,2 mld. hoger geraamd. Daar staat tegenover dat in de tweede suppletoire begroting ook de verwachte instroom in de rekening-courant en deposito’s van decentrale overheden is meegenomen. Voor 2013 wordt die instroom geraamd op € 3,1 mld. Het wetsvoorstel dat het meedoen van decentrale overheden aan schatkistbankieren regelt moet nog worden aangenomen door de Eerste Kamer. In de raming wordt er vanuit gegaan dat het wetsvoorstel eind 2013 ingaat, waardoor decentrale overheden nog in 2013 beginnen met het aanhouden van middelen op hun rekeningcourant bij het Rijk.

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

Deze mutatie betreft de voortijdige aflossingen van leningen van een baten-lastendienst voor de afkoop van een lease contract.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.