Brief regering; Evaluatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002/Rapport Commissie Dessens - Evaluatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 33820 - Evaluatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Evaluatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002; Brief regering; Evaluatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002/Rapport Commissie Dessens |
---|---|
Documentdatum | 03-12-2013 |
Publicatiedatum | 03-12-2013 |
Nummer | KST338201 |
Kenmerk | 33820, nr. 1 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013–2014
33 820
Evaluatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002
Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2013
De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) bestond op 29 mei 2012 tien jaar. In de tien jaar van haar bestaan is de wet nimmer geëvalueerd. Dit vormde voor uw Kamer aanleiding om het kabinet te verzoeken de wet te laten evalueren. Aan het verzoek van uw Kamer is gehoor gegeven door instelling van de Evaluatiecommissie Wiv 2002, onder voorzitterschap van mr. drs. C.W.M. Dessens. De commissie is in februari van dit jaar met haar werkzaamheden begonnen en heeft in een relatief korte tijd een gedegen evaluatie van de wet uitgevoerd. Het evaluatierapport is heden door de commissie aan het kabinet aangeboden. Onder dankzegging aan de commissie voor het door haar verrichte onderzoek, bied ik u hierbij, mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, de Minister van Defensie en de Minister van Veiligheid en Justitie, het evaluatierapport aan1. De reactie van het kabinet op de bevindingen en aanbevelingen in het rapport zal binnen de gebruikelijke termijn van drie maanden aan uw Kamer worden aangeboden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer