Inbreng debat Minister Ploumen - Hoofdinhoud
Gesproken woord geldt!
Inbreng begroting BuHa
Voorzitter,
Nederland is één van de meest open landen ter wereld. Nederland is voor eigen welvaart en welzijn afhankelijk van de ontwikkelingen in het buitenland. En als we onze welvaart willen laten groeien dan kan dat alleen op een groene en duurzame manier. In ons eigen belang en in het belang van een betere en eerlijke wereld.
De PvdA is zonder tevreden over de wijze waarop het kabinet hier invulling aan heeft gegeven en de wijze waarop de minister hier het eerste jaar uitvoering aan gaf. Onlangs nog heb ik persoonlijk deel genomen aan de handelsdelegatie naar Brazilië en de minister verricht daar zonder meer uitstekend werk.
Voorzitter,
Nederland is naïef als we er vanuit gaan van dat democratische bestuursvormen zich vanzelf steeds verder verspreiden. In de 21e eeuw bepaalt economische macht steeds vaker politieke macht en die macht ligt wereldwijd steeds vaker in de handen van een kleine elite. De plutocratische staat met plutocratische machthebbers wint terrein.
Wie denkt dat dit fenomeen zich alleen afspeelt buiten Europa, in landen als Rusland of China, die heeft het mis. Ook in Europa winnen de plutocraten terrein: Berlusconi heeft zich een meester betoond in het verweven en misbruiken van politieke en economische macht.
Een wereld waarin economische en politieke macht op een ondemocratische manier worden samengebald bedreigt ons pluriforme op rechtsstatelijke begrippen gedefinieerde wereldbeeld. Een gezonde democratie heeft een sterke middenklasse en veel aandacht voor de allerarmsten. Een goede minister van Buitenlandse Handel is dus ook minister van Ontwikkelingssamenwerking. Zaken doe je niet alleen met de elite, maar in het belang van de ontwikkelingen van een gehele bevolking. De uitdaging waar Nederland voor staat is grotendeels dezelfde als die van de meeste andere landen in de EU en de VS. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de EU nu met de VS een handelsovereenkomst afsluit die van groot belang is voor beide continenten. Niet alleen voor de welvaart van 800 miljoen mensen die ter waarde van 500 miljard Euro handel drijven, maar vooral voor ons welzijn, voor de realisatie van ons democratische wereldbeeld.
Het akkoord is belangrijk omdat het de twee grootste democratische handelsblokken verbindt: de VS en de EU. Het akkoord is een belangrijke machtsfactor ten opzichte van landen die fundamenteel anders denken over democratie, het milieu en mensenrechten.
Voorzitter,
De fractie van de PvdA ziet ook enkele minpunten aan het akkoord. Critici stellen dat door het handelsakkoord het Europese sociale model onder druk komt te staan en de bescherming van vakbonds- en arbeidsrechten in het geding kan komen. Het recht op vrije vakvereniging en collectief onderhandelen in de VS is namelijk beperkt. Hoe weerlegt de minister deze zorgen?
De VS heeft een aantal van de kernconventies van de internationale arbeidsorganisatie ILO, o.a. het verbod op dwangarbeid en het tegengaan van kinderarbeid, niet ondertekend omdat deze in strijd zijn met de nationale Amerikaanse wetgeving. Wat zijn volgens de minister de mogelijke gevolgen hiervan voor Europa?
Een grote zorg van mijn fractie betreft het zogenaamde Investor State Dispute Settlement (ISDS), ofwel arbitrage op grond van een investeringsverdrag.
Het ISDS lijkt een aantal ongewenste gevolgen te hebben. Zo’n arbitragesysteem biedt bedrijven de mogelijkheid om de nationale rechtsgang te omzeilen en kan leiden tot ongewenste claims als wij beleid wil wijzigen. Bovendien leidt het tot voordelen voor buitenlandse bedrijven die Nederlandse bedrijven niet hebben.
Mijn fractie zou daarom graag de mogelijke gevolgen van het ISDS onderzocht zien door de minister. Is zij hier toe bereid?
Tevens vraagt mijn fractie de minister om zich in Europees verband in te zetten voor opname van bepalingen in het handelsakkoord die deze mogelijk negatieve gevolgen ondervangen. Is de minister hier toe bereid en hoe schat zij de mogelijkheden hier toe in?
De Amerikaanse wet- en regelgeving is beduidend minder sterk dan de Europese, en harmonisering kan daardoor leiden tot verzwakking van de consumentenbescherming in Europa, bijvoorbeeld op het gebied van markttoegang voor genetisch gemodificeerde organismen en hormoonvlees. Wat betekent de voorgenomen harmonisering van regelgeving voor de consumentenbescherming in Europa?
De VS heeft een aantal van de kernconventies van de internationale arbeidsorganisatie ILO, o.a. het verbod op dwangarbeid en het tegengaan van kinderarbeid, niet ondertekend omdat deze in strijd zijn met de nationale Amerikaanse wetgeving. Wat zijn de mogelijke gevolgen hiervan voor Europa?
PrivacyEen volgend punt voor mijn fractie raakt eveneens het handelsakkoord tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie.
Mijn fractie deelt de zorgen van het kabinet over de spionageactiviteiten door Amerikaanse inlichtingendiensten in verschillende landen en bij Europese instellingen.
We vinden dit niet de manier om samen te werken met bondgenoten.
Door het handelsakkoord tussen de VS en de EU komt de privacy van Europese burgers meer onder druk te staan. In de VS hebben bedrijven immers vrijer beschikking over persoonsgegevens van consumenten dan in Europa.
Hoe beoordeelt de minister de mogelijke effecten van het handelsakkoord op de privacybescherming in de EU?Hoe gaat de minister zich er voor inzetten dat in het handelsakkoord tussen de VS en de EU ook de privacy van individuen geborgd wordt en vertrouwelijkheid van persoonlijke informatie niet aangetast kan worden? Mijn fractie is voorstander van een separate clausule voor privacybescherming.
Voorzitter,
Nederlanders hebben recht om te weten wat ze kopen: energie mag niet worden opgewekt met bloedkolen, kleding kan niet gemaakt zijn door kinderhandjes in mensonterende omstandigheden en biobrandstoffen kunnen niet verbouwd worden op land wat is geroofd van de allerarmsten. Met een mooi woord noemen we dat ‘ketentransparantie’ en een mooi voorbeeld van zulke beoogde transparantie is de zogenaamde “steenkolendialoog”.
Deelnemers aan die dialoog waren energiebedrijven, mijnbouwbedrijven, NGO’s en vakbonden. Aanleiding voor het initiatief vormden publicaties over Nederlandse energiebedrijven die steenkool kopen bij mijnbouwbedrijven in Colombia en Zuid-Afrika die betrokken zouden zijn bij ernstige schendingen van mensenrechten.
De steenkolendialoog werd door de Ministers Ploumen en Kamp “maar in beperkte mate succesvol” genoemd. De PvdA-fractie is ronduit teleurgesteld.
Energiebedrijven hebben zich niet bereid getoond aan te geven uit welke mijn zij steenkolen betrekken en individuele energiebedrijven kunnen daardoor niet verantwoordelijk worden gehouden voor het kopen van steenkool bij mijnen waar mensenrechten worden geschonden. Bovendien wordt het hierdoor voor Nederlanders onmogelijk gemaakt te kiezen voor goede kolen, in plaats van bloedkolen.
Mijn fractie vindt dat de energiebedrijven kansen genoeg hebben gehad. Ter ondersteuning van de inspanningen van de minister overweegt de PvdA een motie in te dienen die transparantie op korte termijn verplicht stelt.