Trans Europees Transportnetwerk gestemd in het Europees Parlement - Hoofdinhoud
In Straatsburg werd vandaag ingestemd met het voorstel over het Trans- Europese Transportnetwerk. De Europese Unie wil bestaande knelpunten wegwerken, door in samenwerking met de lidstaten de verbindingen te verbeteren. De Commissie erkent dat er reeds veel infrastructuur aanwezig is, maar dat het met de verbindingen ertussen niet snor zit. "De lidstaten hebben niet altijd een drijfveer om zelf aan grensoverschrijdende problemen te werken, en hierdoor lopen verbindingen vaak nog mis. Coördinatie op Europees niveau is hier de geknipte oplossing voor", aldus Judith Merkies, PvdA-Europarlementariër. Volgens de Commissie zal het plan voor meer cohesie zorgen en een sterkere interne markt. Dit moet dan weer de competitiviteit versterken en benen creëren.
Maar Judith Merkies onderstreept daarnaast ook het belang langetermijndenken: "Een verbetering van het huidig transportnetwerk is hoognodig. Het is een goede zaak om transport per trein of per boot te versterken zodat er een goede doorstroming plaatsvindt, en daarnaast in te zetten op duurzame projecten. De Europese Commissie is ervan overtuigd dat haar projecten zullen leiden tot een ander gebruik van transportmiddelen. Helaas gaat de helft van het budget (komende van cohesiefondsen) naar de luchtvaartsector en autowegen en niet naar innovatieve oplossingen. De laatste jaren slibben de wegen steeds meer dicht, infrastructuur blijven bij creëren is niet de ideale oplossing. Daarnaast is het ook belangrijk dat perifere gebieden binnen de Europese Unie bereikbaar moeten zijn, en niet uit het transportnetwerk vallen."
Ook in Nederland lopen er verschillende projecten binnen dit plan die gedeeltelijk gefinancierd worden door de Europese Unie. Drie van de zogenaamde belangrijke Europese 'corridors' lopen namelijk door Nederland: verbindingen die het Noordzee gebied verbinden met de Baltische Staten, het Rijngebied en de Alpen, en het Middellandse Zee gebied.
Zo maakt de Betuweroute deel uit van de corridor naar de Baltische Staten. Dit project wordt voor de helft gefinancierd door de Europese Unie, en voor de helft door Nederland zelf (elk 6.035.000 euro). Als alles goed gaat, is het project ten einde in 2015.
De spoorwegverbinding tussen Rotterdam en Zevenaar maakt deel uit van de tweede corridor, en ook hier betalen lidstaat en de EU elk de helft (4.650.000 euro). Ook dit project loopt ten einde in 2015.
Een voorbeeldje voor de derde corridor is het kanaal Gent - Terneuzen. Om het capaciteitsprobleem op dit kanaal op te lossen, maakten de EU en Nederland elk een kleine 4 miljoen euro vrij. Dit project eindigt eind 2014.
De volledige lijst met projecten waar de EU steun aan geeft in Nederland, is terug te vinden op de volgende website: http://tentea.ec.europa.eu/en/ten-t_projects/ten-t_projects_by_country/netherlands.htm.