Concurrentie op het spoor

Met dank overgenomen van B.Ch. (Bart) de Liefde i, gepubliceerd op donderdag 7 november 2013.

Voorzitter.

In oktober heb ik mijn zorgen geuit over de machtspositie van de NS ten opzichte van de regionale vervoerders. Ik had het kabinet gevraagd om hiernaar te kijken. De minister antwoordde mij toen: "We zullen zien hoe we aan de hand van de marktscan van de ACM de situatie zo kunnen maken, dat zij redelijk is voor alle partijen op de markt en dat niet een van de partijen in een sterkere positie zit". Een goed antwoord. Ik kijk daarom met belangstelling uit naar wat in het ACM-rapport staat en welke maatregelen het kabinet gaat nemen om de spoormarkt eerlijker en concurrerender te maken. Tot zover de inhoud. Voorzitter. Ik maak mij zorgen over het proces. Begin deze week kreeg ik namelijk signalen dat I en M het ACM-rapport wellicht naar een paar marktpartijen zou hebben gestuurd maar niet naar iedereen. Juist in zaken die gaan over marktwerking en mededinging is het van groot belang dat met alle marktpartijen op dezelfde manier wordt omgegaan. Is de minister dat met mij eens? Op mijn verzoek heeft I en M uiteindelijk het ACM-rapport gisteren naar alle marktpartijen gestuurd en daar ben ik blij om. Navraag leerde mij dat de NS haar reactie op het rapport al naar I en M heeft gestuurd. Ik ga ervan uit dat ook de andere marktpartijen in de gelegenheid worden gesteld hun reactie te geven en dat het kabinet alle reacties op dezelfde wijze zal behandelen. Kan de minister dit toezeggen? Op deze manier wordt wat mij betreft een rommelig proces gladgetrokken zodat we het binnenkort over de inhoud kunnen hebben in plaats van het proces.

Minister

Kamp:

Voorzitter.

Ik ben het eens met zoals de heer De Liefde het heeft gesteld. Als je verschillende partijen hebt, de NS en kleinere partijen, is de verleiding groot om die grote NS die veel deskundigheid in huis heeft, wat anders te benaderen dan de andere partijen, maar dat is iets wat je juist niet moet doen; je moet ze juist allemaal gelijk behandelen en benaderen. Dat gebeurt nu met de kabinetsbrief. Die gaat naar iedereen toe en daar kan iedereen op reageren. Ik vind dan ook dat met dat rapport op dezelfde manier gehandeld had moeten worden. Het is nu op deze manier en zeker niet ondanks het optreden van de heer De Liefde gladgestreken, maar het is wel degelijk een signaal om ervoor te zorgen dat we dit vanaf nu extra aandacht geven. Het gaat niet vanzelf goed. We moeten onze best doen om het te laten lopen op de wijze zoals hij beschrijft. Het lijkt mij dat de heer De Liefde er niet op uit is om de ene partij te bevoordelen boven de andere, maar dat hij er op uit is om alle partijen gelijk te behandelen, en daar ben ook ik op uit. Dus ik zal het op die manier benaderen.