Honorabele members zeggen niets - over protocol in Bukavu - Hoofdinhoud
BLOG - GroenLinks-Europarlementariër brengt een werkbezoek aan Oost-Congo om beter zicht te krijgen in de handel in conflictmineralen. Lees haar eerdere blogberichten in ons dossier conflictmineralen. Foto's staan op Facebook.
We zijn met een snelle boot over het Kivumeer van Goma naar Bukavu gereisd, van Noord-Kivu naar Zuid-Kivu. We moesten ons paspoort laten zien bij het aan boord stappen en bij het uitstappen. En dat is eigenlijk niet zo gek, want ik heb het gevoel in een andere wereld te zijn gestapt. In Noord-Kivu, waar de oorlog nog duidelijk aanwezig is, was de sfeer informeel. De gouverneur ontving ons in zijn leren jasje, zittend aan een plastic tuintafel. We konden praten en hij was niet te beroerd om met een plaatje op zijn ipad even een lesje geografie te geven. Ook de NGO's, de handelaren, de ambtenaren nodigden uit tot het stellen van vragen, zelfs moeilijke vragen. Er werd gelachen. Hoe anders is dat in Zuid-Kivu.
Hier in Zuid-Kivu zat ik aan bij een heel officieel dinertje. Ik mocht, of zal ik zeggen moest, naar de gouverneur zitten. De man van het protocol vlinderde zenuwachtig heen en weer. Een tafel met dertig man, maar niemand mocht door de gouverneur heen spreken. En het leek wel of hij de filibuster hoogstpersoonlijk had uitgevonden. Er zaten drie provinciale ministers aan die allemaal hun mond hielden en ons maanden om hetzelfde te doen. Alleen als de gouverneur het vroeg, werd er gesproken. Als hij van tafel op stond voor een echt belangrijk telefoontje - alle andere telefoontjes konden ook wel aan tafel gevoerd worden - kon er een beetje vrijer gesproken worden.
In Goma is men niet blij is met de Amerikaanse Dodd Frank-wet, maar begrijpen ze waar het vandaan komt: een poging om de bloedige connectie tussen mijnbouw en gewapend geweld te breken. In Bukavu echter schuift men alle problemen door op een ander: de Rwandezen en Dodd Frank. Er zitten echt ook nog steeds rebellen groepen in Zuid-Kivu.
De 'honorabele members' de provinciale staten die ik die middag ontmoette, waren in de overtuiging dat als, honorabele Sargentini, als Europa maar wilde dat dan het conflict zo over zou zijn. Europa moest nu toch eindelijk eens een keer Rwanda stevig aanpakken. Het lag me op de lippen om te zeggen dat zo'n houding de vrede niet dichterbij brengt, maar er stonden vier filmcamera's op me gericht en wie ben ik om de kwaadheid van de Congolezen richting Rwanda te bagatelliseren? Dus ik zei dat het me nu niet diplomatiek leek om hierop te antwoorden, maar als we samen aan tafel zouden zitten met een goed glas, dat we het dan wel over konden hebben. Het heeft me nog moeite gekost om onder dat glas Primusbier uit te komen.
De honorabele members zetten een trend. De negocians (handelaren in mineralen) vervielen in statements, de NGO's ellenboogden elkaar de kamer uit en niemand antwoordde vrijuit op onze vragen.
Is het een cultuurverschil tussen Noord en Zuid waarbij ze in het Zuiden nog meer aan hiërarchie hecht dan het Noorden? Is het de oude koloniale stad Bukavu, gekroond met een Belgische kathedraal versus de boomtown Goma waar niemand tijd besteedt aan architectuur of protocol? Of is het echt dat je in de stad Bukavu de oorlog ver weg kunt dromen?