Automobilist de schuld geven is te kort door de bocht - Hoofdinhoud
Niemand twijfelt er nog aan brandstofverbruik van auto´s in de praktijk tot 40 % hoger is dan het verbruik dat op het label aangegeven wordt. Vrijdag betoogden Martin Kroon en Henk Wardenaar in het NRC dat dit gat tussen theorie en praktijk overbrugd kan worden wanneer we onze rijstijl aanpassen. Dat is veel te kort door de bocht. Ook de onbetrouwbare Europese autotests zijn deel van het probleem.
Uiteraard is het waar dat iemands rijstijl het brandstofverbruik mede bepaalt. Zoals bijvoorbeeld ook het wegdek en banden dat doen. Maar dat de problematische Europese brandstoftesten geen blaam treft, is niet juist. Het brandstofverbruik bij testprocedures is niet alleen lager omdat de testers een slimmer rijgedrag hanteren, het zogenaamde 'nieuwe rijden'. De omstandigheden worden tijdens de procedure zodanig gemanipuleerd dat ze nooit in de praktijk herhaald kunnen worden.
In Europa worden auto´s getest op een buitencircuit en op een rollenbank. Hiervoor worden verschillende, op de situatie toegespitste, testmodellen gebruikt. Ook worden temperatuur, aerodynamica en gewicht van de auto geoptimaliseerd op een manier die niet in werkelijkheid na te bootsen is. Banden worden bijvoorbeeld een stukje naar binnen gedraaid, en naden van auto´s worden afgeplakt. Vervolgens wordt een serie van langzame acceleraties uitgevoerd, waardoor rijden op de snelweg per definitie buiten de test valt.
Theoretische testwaarden wijken daardoor steeds verder af van het praktijkverbruik. In 2001 was de gemiddelde afwijking 8%, dat is inmiddels al opgelopen tot 23%. Dit wijst erop dat fabrikanten elkaar aansporen steeds creatiever worden met het testmodel dat ze aanleveren.
Waardenaar en Kroon stellen niettemin terecht dat fabrikanten over het algemeen opereren binnen de ruimte die Europese regels hun bieden. Ze vergeten zich echter af te vragen waarom fabrikanten de huidige testvoorschriften willen behouden, terwijl het Europees Parlement al wetgeving voor betere tests heeft aangenomen. De reden is vermoedelijk dat fabrikanten bang zijn dat verkoopcijfers dalen, daar zij menen dat auto´s duurder worden als ze hun wagenpark moeten afstemmen op strengere en reëlere tests.
Dat is een misvatting. Cijfers van de Europese Commissie laten zien dat consumenten binnen twee jaar de extra kosten voor het produceren van een zuinigere auto terugverdienen, omdat ze minder betalen aan de pomp. Daarnaast zijn zuinigere auto´s aantrekkelijker op de wereldmarkt, wat goed is voor Europa´s concurrentiepositie. Betrouwbare tests en ambitieuze uitstootnormen zijn daarom een winnende combinatie. Autofabrikanten zijn het hier echter niet mee akkoord en lobbyen actief om strengere regelgeving te blokkeren, tegen elk maatschappelijk belang in. Het is dan ook ongehoord dat Angela Merkel vorige week een bereikt Europees akkoord voor uitstootnormen hoogstpersoonlijk geblokkeerd heeft, onder druk van de Duitse autolobby.
Terug naar de tests. Deze worden, anders dan Waardenaar en Kroon beweren, wel degelijk universeel gelijkgeschakeld. Op dit moment werken de Verenigde Naties aan een zogenaamde Worldwide Harmonized Light Vehicle Test Procedure (WLTP), die in maart 2014 gepresenteerd wordt. De Europese Commissie is deelnemer in deze ontwikkeling.
Natuurlijk, er is met veranderen van het rijgedrag van mensen veel te winnen. Maar dit argument moet niet uitgespeeld worden om te de introductie van betere testen te blokkeren. Realistische, uniforme testen kunnen er juist voor zorgen dat mensen bewuster worden van hun verbruik en stoppen hun schouders op te halen bij het lezen van onhaalbare testwaarden.
Deze publicatie verscheen in verkortte vorm in het NRC Handelsblad