Teulings

Met dank overgenomen van P.J.G. (Paul) Tang i, gepubliceerd op vrijdag 11 januari 2013, 11:29.

Met de kwalificatie ‘een politiek oordeel’ zette Jeroen Dijsselbloem Coen Teulings in de hoek. De minister van Financiën behandelde een uitspraak door de directeur van het Centraal Planbureau niet als een belangrijk signaal van voorstaand instituut maar als een van de vele uitspraken die aan te treffen zijn op Twitter of te horen zijn op de radio. Teulings sprak zich uit tegen verdere bezuinigingen. Maar Dijsselbloem wilde hiervan duidelijk niet horen.

Over Coen Teulings viel geregeld te horen dat PvdA- lid was. De suggestie was misschien dat hij zijn analyses als econoom en Planbureau-directeur niet zou scheiden van zijn opvattingen als partijman zijn. Maar de PvdA-minster zette het PvdA-lid in de hoek. De suggestie kan voortaan achterwege blijven.

Teulings heeft zich als Planbureau-econoom over het effect van bezuinigingen op de economie uitgesproken. Zijn vrees is dat budgettaire ingrepen negatiever dan gebruikelijk voor de economie uitpakken. De aanbeveling is daarom dat bij begrotingstegenvallers het kabinet niet moet proberen om de Europese norm voor overheidstekort, de heilige 3% te halen door overheidsuitgaven verder te minderen of door belastinginkomsten verder te verhogen. Dit geeft een neerwaartse spiraal in de economie, zeker in een recessie maar vooral in deze recessie. Bezuinigingen en lastenverzwaringen maken de schuldenproblemen bij sommige burgers, bedrijven en banken alleen maar groter. Zijn aanbeveling sluit naadloos aan bij een eerder betoog. Volgens Teulings hebben politici te veel bezuinigingsdrift en te weinig hervormingsdrang; ze kiezen voor snelle, zichtbare ingrepen en niet voor langzame, structurele veranderingen die de overheidsfinanciën uiteindelijk op orde brengen maar ook de economie versterken. Kortom, politici staren zich blind op huishoudboekje van de overheid.

Voor de vrees voor extra bezuinigingen valt veel te zeggen. De woorden van Teulings zijn ondersteund door bevindingen van IMF-economen Oliver Blanchard en David Leigh. Zij vinden in een onderzoek dat in de laatste jaren een tekortreductie met 1% (van het nationaal product) het nationaal product met 1% doet dalen. De multiplier is twee keer zo groot als in de regel verondersteld wordt. De Europese norm voor overheidstekorten kan ons dus duur komen te staan.

Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen. De woorden van Teulings vinden onder economen weerklank maar gaan bij politici en ambtenaren het ene oor in en het andere oor uit. Lodewijk Asscher, de PvdA-voorman in het kabinet, heeft al uitgesproken dat het op orde brengen van de overheidsfinanciën niet een kwestie van ‘nu even niet’. Maar met name de verhouding met het ministerie van Financiën is ijzig. De schatkistbewaarder heeft ontpopt tot een Politburo waar andere overwegingen dan het terugdringen van het overheidstekort niet geduld worden. Zo is de aanbeveling van Teulings strijdig met het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte vlak voor de verkiezingen is verschenen. In dat advies wordt gesproken over automatische maatregelen om het overheidstekort binnen de Europese norm van 3% te houden. In dat advies wordt gesproken over front loading: een nadruk op snelle ingrepen. Wel wordt erop gewezen dat het terugdringen van het tekort leidt tot herstel van vertrouwen bij burgers en bedrijven en daarmee tot herstel van de economie, zonder een snipper van bewijs. Paul Krugman spreekt van de ‘confidence fairy’.

Maar, Teulings heeft politici en ambtenaren het makkelijk gemaakt om zijn woorden naast zich neer te leggen. Zijn aanbeveling wordt niet ondersteund door onderzoek of berekeningen van het CPB, hoewel juist daar vele onderzoekers en rekenmeesters rondlopen. Zo is in de doorrekening van verkiezingsprogramma’s niet zo’n grote multiplier terug te vinden. Teulings heeft zichzelf dus niet in een makkelijke positie gemanoeuvreerd. Tekenend is dat Haagse kringen al volop speculatie is wie opvolger zou kunnen zijn als Teulings dit jaar geen herbenoeming ambieert. Zijn uitgesproken optredens van de laatste tijd lijken te suggereren dat hij die niet ambieert. Het is dan wel te hopen dat het ministerie van Financiën na de toezichthouders AFM en DNB niet ook het CPB weet te ‘zuiveren’.

Coen Teulings kwam in de loop der jaren haaks op de lijn van zijn voorganger komen te staan. Henk Don kon geregeld en nadrukkelijk aan medewerkers uitleggen dat het CPB geen advies gaf; hooguit kon het CPB opties bieden en afwegingen schetsen. Typerend was dat naar de partijvoorkeur van Don slechts gegist kon worden. De terughoudende opstelling maakte dat Don voor de media een grijze muis was en dat het CPB nagenoeg buiten het publieke debat stond. Terecht bracht Teulings daarin verandering. Maar hij koos in de loop der jaren steeds duidelijker stelling: niet meerdere opties maar één optie.

Ook de SP heeft al geklaagd over de politieke stellingname van het CPB. De reputatie van een vooraanstaand, onafhankelijk instituut lijkt in het gedrang gekomen. Een bevinding van het instituut wordt niet langer als onafhankelijk en wetenschappelijk gezien maar als één van de vele geluiden. Dat is makkelijk in een hoek te zetten.Met de kwalificatie ‘een politiek oordeel’ zette Jeroen Dijsselbloem Coen Teulings in de hoek. De minister van Financiën behandelde een uitspraak door de directeur van het Centraal Planbureau niet als een belangrijk signaal van voorstaand instituut maar als een van de vele uitspraken die aan te treffen zijn op Twitter of te horen zijn op de radio. Teulings sprak zich uit tegen verdere bezuinigingen. Maar Dijsselbloem wilde hiervan duidelijk niet horen.

Over Coen Teulings viel geregeld te horen dat PvdA- lid was. De suggestie was misschien dat hij zijn analyses als econoom en Planbureau-directeur niet zou scheiden van zijn opvattingen als partijman zijn. Maar de PvdA-minster zette het PvdA-lid in de hoek. De suggestie kan voortaan achterwege blijven.

Teulings heeft zich als Planbureau-econoom over het effect van bezuinigingen op de economie uitgesproken. Zijn vrees is dat budgettaire ingrepen negatiever dan gebruikelijk voor de economie uitpakken. De aanbeveling is daarom dat bij begrotingstegenvallers het kabinet niet moet proberen om de Europese norm voor overheidstekort, de heilige 3% te halen door overheidsuitgaven verder te minderen of door belastinginkomsten verder te verhogen. Dit geeft een neerwaartse spiraal in de economie, zeker in een recessie maar vooral in deze recessie. Bezuinigingen en lastenverzwaringen maken de schuldenproblemen bij sommige burgers, bedrijven en banken alleen maar groter. Zijn aanbeveling sluit naadloos aan bij een eerder betoog. Volgens Teulings hebben politici te veel bezuinigingsdrift en te weinig hervormingsdrang; ze kiezen voor snelle, zichtbare ingrepen en niet voor langzame, structurele veranderingen die de overheidsfinanciën uiteindelijk op orde brengen maar ook de economie versterken. Kortom, politici staren zich blind op huishoudboekje van de overheid.

Voor de vrees voor extra bezuinigingen valt veel te zeggen. De woorden van Teulings zijn ondersteund door bevindingen van IMF-economen Oliver Blanchard en David Leigh. Zij vinden in een onderzoek dat in de laatste jaren een tekortreductie met 1% (van het nationaal product) het nationaal product met 1% doet dalen. De multiplier is twee keer zo groot als in de regel verondersteld wordt. De Europese norm voor overheidstekorten kan ons dus duur komen te staan.

Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen. De woorden van Teulings vinden onder economen weerklank maar gaan bij politici en ambtenaren het ene oor in en het andere oor uit. Lodewijk Asscher, de PvdA-voorman in het kabinet, heeft al uitgesproken dat het op orde brengen van de overheidsfinanciën niet een kwestie van ‘nu even niet’. Maar met name de verhouding met het ministerie van Financiën is ijzig. De schatkistbewaarder heeft ontpopt tot een Politburo waar andere overwegingen dan het terugdringen van het overheidstekort niet geduld worden. Zo is de aanbeveling van Teulings strijdig met het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte vlak voor de verkiezingen is verschenen. In dat advies wordt gesproken over automatische maatregelen om het overheidstekort binnen de Europese norm van 3% te houden. In dat advies wordt gesproken over front loading: een nadruk op snelle ingrepen. Wel wordt erop gewezen dat het terugdringen van het tekort leidt tot herstel van vertrouwen bij burgers en bedrijven en daarmee tot herstel van de economie, zonder een snipper van bewijs. Paul Krugman spreekt van de ‘confidence fairy’.

Maar, Teulings heeft politici en ambtenaren het makkelijk gemaakt om zijn woorden naast zich neer te leggen. Zijn aanbeveling wordt niet ondersteund door onderzoek of berekeningen van het CPB, hoewel juist daar vele onderzoekers en rekenmeesters rondlopen. Zo is in de doorrekening van verkiezingsprogramma’s niet zo’n grote multiplier terug te vinden. Teulings heeft zichzelf dus niet in een makkelijke positie gemanoeuvreerd. Tekenend is dat Haagse kringen al volop speculatie is wie opvolger zou kunnen zijn als Teulings dit jaar geen herbenoeming ambieert. Zijn uitgesproken optredens van de laatste tijd lijken te suggereren dat hij die niet ambieert. Het is dan wel te hopen dat het ministerie van Financiën na de toezichthouders AFM en DNB niet ook het CPB weet te ‘zuiveren’.

Coen Teulings kwam in de loop der jaren haaks op de lijn van zijn voorganger komen te staan. Henk Don kon geregeld en nadrukkelijk aan medewerkers uitleggen dat het CPB geen advies gaf; hooguit kon het CPB opties bieden en afwegingen schetsen. Typerend was dat naar de partijvoorkeur van Don slechts gegist kon worden. De terughoudende opstelling maakte dat Don voor de media een grijze muis was en dat het CPB nagenoeg buiten het publieke debat stond. Terecht bracht Teulings daarin verandering. Maar hij koos in de loop der jaren steeds duidelijker stelling: niet meerdere opties maar één optie.

Ook de SP heeft al geklaagd over de politieke stellingname van het CPB. De reputatie van een vooraanstaand, onafhankelijk instituut lijkt in het gedrang gekomen. Een bevinding van het instituut wordt niet langer als onafhankelijk en wetenschappelijk gezien maar als één van de vele geluiden. Dat is makkelijk in een hoek te zetten.

In een eerdere versie heb ik abusievelijk geschreven dat Coen Teulings het advies van de Studiegroep onderschrijft. Stom. Soms kan ik beter op mijn herinnering vertrouwen dan gauw een dik rapport nakijken. Mijn excuus.