Debat in SGP-jongerenmagazine over homohuwelijk - Hoofdinhoud
In het SGP-jongerenmagazine dat deze maand uitkwam een minidebat tussen Roelof Bisschop (SGP Tweede Kamer) en mij.
Klik voor inzoomen
Inzet was de stelling: Ambtenaren mogen niet worden gedwongen handelingen te verrichten die tegen hun religieuze opvattingen ingaan.
U bent theoloog, kunt u zich inleven in de bezwaren die een gewetensbezwaarde trouwambtenaar heeft?
Ik respecteer de visie van orthodoxe gelovigen dat een huwelijk een verbinding is tussen een man en een vrouw, al is daar best wel wat tegenin te brengen. Ik heb echter - juist als theoloog - ethisch moeite met hun verzet tegen de openstelling van het huwelijk voor homoseksuelen. Ieder mag zijn visie uitdragen, maar het is problematisch dat ze daarmee aan anderen niet dezelfde maatschappelijke rechten gunnen als zij zelf hebben. Het huwelijk is immers niet alleen een religieus-symbolische zaak, maar ook een juridisch beschermingskader voor twee partners. Het lijkt mij ethisch niet te verdedigen om dat een ander ontzeggen.
Ziet u het verbieden van de gewetensbezwaarde trouwambtenaar als een inperking van de godsdienstvrijheid?
De overheid mag haar burgers - en ook ambtenaren - niet verplichten tot iets dat hun geweten te zeer bezwaart. Daarom is er bijvoorbeeld geen inentingsplicht en daarom was er ook een alternatief voor de dienstplicht. Dat is echter niet onbegrensd. De verplichting een identiteitsbewijs te dragen, geldt ook voor Joden op de sabbat, zo sprak de rechter uit. Soms zijn er dus inperkingen.
Bij trouwambtenaren zou ik om drie redenen niet te snel over gewetensbezwaren willen spreken. In de eerste plaats is er geen sprake van een overheidsverplichting. Niemand is gedwongen trouwambtenaar te zijn en zeker de vele buitengewone ambtenaren niet. Ze worden dus helemaal niet gedwongen om tegen hun geloof ingaan maar kiezen zelf deze functie. Daarom is het ook hooguit een indirecte beperking van de godsdienstvrijheid als gewetensbezwaren niet langer worden erkend.
In de tweede plaats heeft een beroep op gewetensbezwaren meestal te maken met een beperking die men zichzelf oplegt (verzekeringen, inentingen). In dit geval gaat het om een beperking die men anderen (homo’s) oplegt. In de derde plaats gaat het om de vraag of ambtenaren onderscheid mogen maken tussen burgers die ze wel en burgers die ze niet willen trouwen en dat lijkt me problematisch. We accepteren dat ook niet bij het verlenen van een bouwvergunning (zeg: voor een moskee). Gewetensbezwaren zijn geen vrijbrief voor een dergelijk - onwettig - onderscheid.
Bovenstaande stelling is een letterlijk citaat van Femke Halsema, destijds Kamerlid voor GroenLinks. Inmiddels denkt uw partij heel anders over de gewetensbezwaarde trouwambtenaar. Kunt u dat uitleggen?
Ik denk dat men bij de openstelling van het huwelijk coulant is geweest met zittende trouwambtenaren. Dat wil niet zeggen dat we tot in lengte van jaren accepteren dat vertegenwoordigers van de overheid onwettig discrimineren.
De kern van het probleem is dat de trouwambtenaar veel meer doet dan de overheidstaak van het registreren van geboorte, overlijden en wettelijke relaties. Als we de huwelijkssluiting ontdoen van rituele bijdragen en toespraken en enkel een juridische kwestie maken, zijn waarschijnlijk ook de gewetensbezwaren voorbij…