Wat Hennis niet vertelt over de JSF en onze Zuiderburen - Hoofdinhoud
“Ik denk niet dat de opvolger van de F16 een Chinees of Russisch toestel zal zijn.” (Pieter De Crem)
Defensie staat volop in de belangstelling. Of beter gezegd onze Luchtmacht. De afgelopen dagen gaat het om een jachtvliegtuig. Het kabinet heeft besloten tot aanschaf van de Joint Strike Fighter (JSF), ook wel de F35 genoemd. De kranten staan vol met de worsteling van coalitiepartij PvdA met dit vliegtuig. Logisch en begrijpelijk want vlak voor de laatste verkiezingen beloofde de PvdA de kiezer nooit voor de JSF te kiezen. Waar de rol van de PvdA centraal staat in het tumult rondom het besluit is de rol van België onderbelicht gebleven. Minister van Defensie Jeanine Hennis rekent er volledig op dat ook onze zuiderburen de JSF zullen kopen, zodat Nederland en België goed kunnen samenwerken. Wat Hennis er echter niet bij vertelt, is dat de Belgen nog helemaal geen besluit hebben genomen.
De dag nadat de Nederlandse regering op Prinsjesdag aankondigde voor de JSF te kiezen, liet ook de Belgische minister van Defensie Pieter De Crem van zich horen. De Crem gaf aan nog geen uitsluitsel te kunnen geven. De Belgen zullen pas na de verkiezingen van mei volgend jaar een besluit nemen, zo melden Belgische kranten. Op dit moment telt de Belgische Luchtmacht zo’n 60 F16’s. Deze toestellen moeten vanaf 2023 worden vervangen.
In tegenstelling tot Nederland doen de Belgen niet mee aan de ontwikkeling van de JSF. Zij hebben dus straks de handen vrij om kandidaten te vergelijken en het beste toestel te kiezen op basis van actuele en objectieve cijfers over prestatie, prijs en levertijd. Dit staat in schril contrast met de Nederlandse situatie. Al jaren is hier geen fatsoenlijke kandidatenvergelijking meer geweest. We moeten minister Hennis maar op haar blauwe ogen geloven dat de JSF de beste keuze is.
België kijkt nauwgezet wat Nederland doet met de vervanging van de F16. Maar andersom is ook een afhankelijkheid aan de horizon gerezen. Als Nederland voor de JSF kiest dan hebben we in het meest gunstige geval 37 toestellen tot onze beschikking. Doordat toestellen nodig zijn voor opleidingen, trainingen en bescherming van het luchtruim houdt Nederland uiteindelijk slechts vier toestellen over voor inzet bij missies. Dit in het meest gunstige geval. De Algemene Rekenkamer is kritisch en twijfelt of dat aantal van vier überhaupt gehaald wordt. Minister Hennis voert als verdediging dat zij dit waar kan maken door samenwerking met de Belgen. Met andere woorden: als Nederland voor de JSF kiest dan kan het toestel alleen fatsoenlijk worden ingezet als we samenwerken met de Belgen.
Hennis gaat er dus al vanuit dat de zuiderburen ook voor de JSF kiezen. Maar die keuze van de Belgen is, zie de woorden van de Minister De Crem, nog ver weg. Dus of minister Hennis neemt een gok, of het Belgisch parlement moet wakker geschud worden dat een Nederlands besluit per definitie een Belgisch besluit voor de JSF betekent.
D66 pleit al lange tijd voor verdergaande Europese defensiesamenwerking. Mede door onze initiatieven is Nederland ook steeds meer en beter gaan samenwerken met onder andere de Belgen. Defensie dient voor onze veiligheid op deze aardbol. Die veiligheidssituatie is sinds 1990 enorm veranderd. De huidige wereld kent dreigingen maar zeker ook kansen. Er is maar één weg vooruit: verregaande samenwerking binnen Europa. Europese lidstaten moeten hun krijgsmachten veel meer op elkaar afstemmen om gezamenlijk nog een rol van betekenis te kunnen spelen. In de praktijk gebeurt dit ook al, denk aan de missie in Libië en Mali. Maar ook aan de politietrainingsmissie in Kunduz waar Nederlandse militairen onder Duits bevel opereerden.
Europese samenwerking, taakspecialisatie en verdergaande afhankelijkheid van elkaar zijn de ontwikkelingen voor de toekomst. Laten we die ontwikkelingen zoveel mogelijk zelf sturen in plaats van er door overvallen te worden. Laat minister Hennis, de eerste Defensieminister met ‘Brusselse roots’, bewust en overtuigd kiezen voor een sterkere Europese defensiesamenwerking. Wij hebben elkaar in Europa nodig. Voor diegenen die hier minder van overtuigd zijn, is de JSF een onverwachte wake up call. Want wat als de Belgen toch voor een ander toestel dan de JSF kiezen?