Schriftelijke vragen over verboden voorwerpen in de cel van een van de voor het doden van Richard Nieuwenhuizen veroordeelde

Met dank overgenomen van B.I. (Brigitte) van der Burg i, gepubliceerd op vrijdag 13 september 2013.

Vragen van de leden Van der Steur, Van der Burg (beiden VVD) en Van

Toorenburg (CDA) aan de staatssecretaris

van Veiligheid en Justitie over verboden voorwerpen in de cel van een

van de voor het dood schoppen van Richard Nieuwenhuizen veroordeelde:

  • 1. 
    kent u de

uitzending van Pownews d.d. 10 september 2013?

  • 2. 
    In deze

uitzending was een schokkend filmpje te zien dat opgenomen lijkt te zijn in de

cel van een van degenen die veroordeeld is voor het doodschoppen van

grensrechter Richard Nieuwenhuizen. Deelt u de mening van de vragenstellers dat

het onacceptabel is dat de betrokkenen kennelijk over een mobiele telefoon (of

videocamera) in zijn/hun cel beschikt/beschikken? Hoe is hij daaraan gekomen?

Wat is er terecht gekomen van eerdere maatregelen om het bezit van mobiele

telefoons in dit soort instellingen te voorkomen? Welke maatregelen treft u in

dit geval en welke maatregelen treft de betreffende instelling?

  • 3. 
    Hebt u ook

gezien dat de betrokkene beschikt over soft drugs in de justitiële jeugdinrichting

Teylingereind? Wat vindt u ervan dat het kennelijk (nog steeds) mogelijk is

verdovende middelen in deze jeugdinrichting binnen te smokkelen? Wat gaat u

doen om hier een einde aan te maken? Waarom heeft het beleid om dit te

voorkomen tot nu toe kennelijk niets opgeleverd?

  • 4. 
    Uit de uitzending

lijkt te blijken dat de betrokkene beschikt over een sleutel of 'druppel'

waarmee vrijelijk door de inrichting kan worden bewogen. Is dit juist? Zo ja,

hoe is dit mogelijk? Wat gaat u eraan doen om hier een eind aan te maken? Wat

doet de inrichting om dit in het vervolg te voorkomen?

  • 5. 
    Tenslotte wordt zowel door de gedetineerde als door

een derde de suggestie gewekt dat zij een seksuele relatie hebben gehad met een

of meerdere (vrouwelijke) medewerker(s). Acht u dit mogelijk? Gaat u

onderzoeken of hier daadwerkelijk sprake van is? Als dit het geval is, bent u

het met de vragenstellers eens dat dit

consequenties moet hebben voor de betrokken medewerker? Kunt u de

vragenstellers informeren welke maatregelen u en de inrichting op dit vlak zult

treffen?

  • 6. 
    Erkent u dat dit niet het eerste (ernstige) incident

is in deze justitiele jeugdinrichting? Hoe beoordeelt u de kwaliteit van deze

inrichting? Kunt u de bezorgdheid over de (leiding over) deze inrichting

wegnemen, en zo ja hoe? Wat zijn de uiteindelijke consequenties voor deze

inrichting als de situatie niet verbetert en hoeveel tijd krijgt men daar nog

voor?