Schone stranden - Hoofdinhoud
Afgelopen zondag heb ik met vrijwilligers, raadsleden en Kamerleden de handen uit de mouwen gestoken om de Nederlandse stranden schoon te maken. Samen hebben we zondag 1.200 kg afval opgehaald.
Dagelijks vindt 12.000 ton plastic de weg naar de oceanen, waar het samenkoekt tot de zogenaamde “plastic-soep”, een brij van drijvend plastic. Het vervuilde gebied is inmiddels 34 keer zo groot als Nederland. Vrijwel elk rondzwervend plastic zakje of flesje eindigt uiteindelijk in de oceaan, en drijvend plastic stopt niet bij de grens. Een reden om op Europees niveau eisen te stellen.
De Europese Commissie werkt nu op mijn voorspraak aan een stortverbod voor afval. Zo kan meer plastic gerecycled worden en eindigt minder plastic in de zee. Tegelijk is dit een manier om grondstoffen te besparen: acht procent van de olie die wereldwijd geproduceerd wordt, wordt nu voor plastic gebruikt.
Daarbij moeten we ook oog hebben voor de allerkleinste deeltjes, de zogenaamde micro- en nanoplastics die bijvoorbeeld in gezichtscrème zitten. Deze deeltjes zijn moeilijk te filteren. Via de afvoer eindigen ze in de zee, maar ook in rivieren, sloten en drinkwater. Als de industrie er niet in slaagt het gebruik van deze deeltjes uit te faseren, kunnen we ervoor kiezen deze microplastics uit onze producten te verbannen door ze op te nemen in de Europese wetgeving rond afvalstromen.
Ten slotte werkt het Europees Parlement op dit moment aan regels rond het gebruik van plastic zakjes. Een kleine financiële prikkel zorgt al dat het gebruik met 90% daalt, wat ons tonnen afval bespaart. Dit dossier is voor de EU een kans te laten zien dat het vervuilingsprobleem serieus genomen wordt.