‘Biedt theologie aan voor het leven van nu’

Met dank overgenomen van R.R. (Ruard) Ganzevoort i, gepubliceerd op zaterdag 13 juli 2013, 1:58.

Niet alleen Jan van Hooydonk (in het vorige nummer van VolZin) reageerde op mijn pamflet “spelen met heilig vuur”; op allerlei plaatsen - digitaal en in levenden lijve - gaat het gesprek door. Theologie en geloof zonder waarheidsclaim: kan dat wel? Blijft er dan meer over dan een vaag niemandsland? Is dat nog wel theologie? En tegelijk zeggen mensen: eindelijk iemand die beschrijft wat ik als geestelijk verzorger / docent / voorganger aan het doen ben. Niet de boodschap van de kerk uitdragen maar mijn vakkennis gebruiken om mensen te ondersteunen bij hun zoeken naar levenswijsheid.

Ik merk wel dat de ondertitel van mijn boekje de felste reacties oproept: “waarom de theologie haar claim op de waarheid moet opgeven”. Ik hoor van collega-theologen dat ze zich niet begrepen voelen omdat ze de waarheid helemaal niet claimen. In een adem door schrijven ze dat mijn boekje wel veel te relativistisch is. Dat doet vermoeden dat er misschien toch een kern van waarheid in de kritiek zit.

Relevantie

Maar eigenlijk gaat het me niet eens zozeer om die waarheidsclaim. Mijn punt is dat de relevantie van theologie voor de samenleving onder druk staat. Als theologie vooral binnenkerkelijk gericht is of alleen voor gelovigen is, moeten we niet vreemd opkijken dat men alleen binnen de kerk de taal verstaat. Maar ook niet dat de groeiende schare mensen die niets met de kerk heeft, ook niets in theologie ziet.

Ik vind dat een probleem vanwege de grote vragen die ons individueel en als samenleving bezighouden. Die vragen hebben een levensbeschouwelijke kern, maar ze worden vandaag de dag niet meer in religieuze termen gesteld. Of het nu gaat over schuld, onvermogen, hoop of vertrouwen, het zijn dezelfde vragen die ook in de wijsheidstradities keer op keer aan de orde komen. Daarom is het zo belangrijk als er mensen zijn die die vragen en antwoordpogingen met elkaar in gesprek brengen.

Daarvoor zijn theologen nodig die de traditie(s) kennen, maar die vooral ook in staat zijn die impliciete vragen en impliciet-religieuze betekenissen en beelden in de cultuur te herkennen. En dat kunnen ze alleen maar als ze over de grens van hun eigen traditie kijken. Niet om anderen de maat te nemen of de waarheid te zeggen, maar om de traditie(s) dienstbaar aan te bieden voor het zoeken naar inzicht en wijsheid voor het leven nu.

Frans Bauer

Een zo’n theologe schreef me over een ervaring waar ze bij het lezen van mijn pamflet aan moest denken: “In februari zijn mijn echtgenoot en ik met onze oudste verstandelijk gehandicapte zoon Ruben naar Frans Bauer in het Nieuw Luxortheater in Rotterdam geweest. Geweldig. De zaal zat bomvol met gehandicapten in alle leeftijden met hun begeleiders, en vele andere kwetsbare en sociaal zwakkere mensen. Niet direct de gemiddelde kerkganger. En - om met Ruben te spreken - wat een feessie. Met Frans als Messias in het midden. Echt ontroerend vond ik dat hij tijdens het concert zo acht keer fans (die aan de zijkant stonden te wachten) op het podium liet komen. Echt de meest gehavende (sorry voor de omschrijving), minst aantrekkelijke mensen die je je voorstelt werden door hem in de armen genomen, geknuffeld en gekust terwijl hij ondertussen gewoon door zong. Enkele van de uitverkorenen stonden op het podium hartstochtelijk te snikken en te stralen tegelijk. De gereïncarneerde Jezus, zal ik maar zeggen, die zich over de gemarginaliseerden ontfermt.”

Dat is publieke theologie die beelden en woorden uit de traditie gebruikt om te begrijpen wat er gebeurt bij het concert van Frans Bauer. Een getuigenis boordevol normatieve uitspraken, persoonlijk geraakt zijn, spiritualiteit. De taal van de traditie helpt om de diepgang van de ervaring te beschrijven. Daar wordt theologie relevant. Daar ontstaat de wijsheid. De waarheid hebben we daarvoor niet nodig.

Column in VolZin, 11.07.2013