Verordening 2013/604 - Criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking)
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking)officiële Engelstalige titel
Regulation (EU) No 604/2013 of the European Parliament and of the Council of 26 June 2013 establishing the criteria and mechanisms for determining the Member State responsible for examining an application for international protection lodged in one of the Member States by a third-country national or a stateless person (recast)Rechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2013/604 |
Origineel voorstel | COM(2008)820 ![]() ![]() |
Celex-nummer85 | 32013R0604 |
Document | 26-06-2013 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 29-06-2013; OJ L 180, 29.6.2013,Special edition in Croatian: Chapter 19 Volume 015 |
Inwerkingtreding | 19-07-2013; in werking datum publicatie +20 zie art 49 01-01-2014; Toepassing zie art 49 |
Einde geldigheid | 30-06-2026; opgeheven door 32024R1351 |
29.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/31 |
VERORDENING (EU) Nr. 604/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 26 juni 2013
tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 2, onder e),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (4), moet op verscheidene punten ingrijpend worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid dient tot herschikking van die verordening te worden overgegaan. |
(2) |
Een gemeenschappelijk asielbeleid, dat een gemeenschappelijk Europees asielstelsel (Common European Asylum System — CEAS) omvat, is een wezenlijk aspect van de doelstelling van de Europese Unie om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen, die openstaat voor diegenen die onder druk van de omstandigheden op wettige wijze in de Unie bescherming zoeken. |
(3) |
De Europese Raad is bij zijn bijzondere bijeenkomst van 15 en 16 oktober 1999 in Tampere overeengekomen te werken aan de instelling van het CEAS dat stoelt op de volledige en niet-restrictieve toepassing van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, aangevuld bij het Protocol van New York van 31 januari 1967 (hierna „het Verdrag van Genève” genoemd), en zo te waarborgen dat niemand naar het land van vervolging wordt teruggestuurd, dus het beginsel van non-refoulement te handhaven. Onverminderd de verantwoordelijkheidscriteria die in deze verordening zijn opgenomen, worden de lidstaten, die alle het beginsel van non-refoulement eerbiedigen, in dit verband beschouwd als veilige landen voor onderdanen voor derde landen. |
(4) |
In de conclusies van Tampere werd ook aangegeven dat het CEAS op korte termijn een duidelijke en hanteerbare methode moet bevatten om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek. |
(5) |
Deze methode moet zijn gebaseerd op objectieve en zowel voor de lidstaten als voor de betrokken asielzoekers eerlijke criteria. Met de methode moet met name snel kunnen worden vastgesteld welke lidstaat verantwoordelijk is, teneinde de daadwerkelijke toegang tot de procedures voor het verlenen van internationale bescherming te waarborgen en de doelstelling om verzoeken om internationale bescherming snel te behandelen, niet te ondermijnen. |
(6) |
De eerste fase van de totstandbrenging van een CEAS, dat op langere termijn moet leiden tot een gemeenschappelijke procedure en een uniforme, in de gehele Unie geldige status voor personen aan wie internationale bescherming wordt verleend, is nu afgerond. De Europese Raad van 4 november 2004 heeft het Haags programma aangenomen; daarin werden voor de periode 2005-2010 de doelstellingen geformuleerd op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. In het programma werd de Europese Commissie verzocht haar evaluatie van de rechtsinstrumenten van de eerste fase af te ronden en de instrumenten en maatregelen van de tweede fase aan het Europees Parlement en aan de Raad voor te leggen met het... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.
- 2.Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de evaluatie van het Dublin-systeem, COM(2007)299 definitief, SEC(2007) 742. Het 'Dublin-systeem' is bedoeld om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend op het grondgebied van een van de lidstaten. Het bestaat uit de Dublin- en de Eurodac-verordeningen.
- 3.Groenboek over de toekomst van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, COM(2007) 301.
- 4.Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
- 5.Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van 'Eurodac' voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EG) nr.
- 6.Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten, COM(2008) 815.
- 7.Richtlijn 2004/83/EG van de Raad inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 304 van 30-9-2004, pagina 12
.
- 9.Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 254 van 19-8-1997, pagina 1. De Overeenkomst is op 1 september 1997 van kracht geworden voor de twaalf oorspronkelijke overeenkomstsluitende partijen, op 1 oktober 1997 voor Oostenrijk en Zweden, en op 1 januari 1998 voor Finland.
- 15.P6_TA-PROV(2008)0385.
- 16.Overeenkomst tussen Denemarken en de Gemeenschap betreffende de criteria en instrumenten om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat wordt ingediend in Denemarken of een andere lidstaat van de Europese Unie en 'Eurodac' voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 66 van 8-3-2006, pagina 38
.
- 17.Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 93 van 3-4-2001, pagina 40
.
- 18.Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 53 van 28-2-2008, pagina 5
.
- 19.Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (COM(2006)754), sluiting nog hangende).
- 20.Protocol tussen de Europese Gemeenschap, Zwitserland en Liechtenstein bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (2006/0257 CNS, gesloten op 24.10.2008, bekendmaking in PB aanstaande) en Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 57 van 28-2-2006, pagina 16
).
- 21.PB C
- 22.PB C
- 24.Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
- 26.PB L
- 28.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 281 van 23-11-1995, pagina 31.
- 37.Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de evaluatie van het Dublin-systeem, COM(2007)299 definitief, SEC(2007) 742. Het 'Dublin-systeem' is bedoeld om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend op het grondgebied van een van de lidstaten. Het bestaat uit de Dublin- en de Eurodac-verordeningen.
- 38.Groenboek over de toekomst van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, COM(2007) 301.
- 41.Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
- 44.Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de evaluatie van het Dublin-systeem, COM(2007)299 definitief, SEC(2007) 742. Het 'Dublin-systeem' is bedoeld om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend op het grondgebied van een van de lidstaten. Het bestaat uit de Dublin- en de Eurodac-verordeningen.
- 45.Groenboek over de toekomst van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, COM(2007) 301.
- 46.Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
- 47.Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van 'Eurodac' voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EG) nr.
- 48.Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten, COM(2008) 815.
- 49.Richtlijn 2004/83/EG van de Raad inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 304 van 30-9-2004, pagina 12
.
- 51.Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 254 van 19-8-1997, pagina 1. De Overeenkomst is op 1 september 1997 van kracht geworden voor de twaalf oorspronkelijke overeenkomstsluitende partijen, op 1 oktober 1997 voor Oostenrijk en Zweden, en op 1 januari 1998 voor Finland.
- 57.P6_TA-PROV(2008)0385.
- 58.Overeenkomst tussen Denemarken en de Gemeenschap betreffende de criteria en instrumenten om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat wordt ingediend in Denemarken of een andere lidstaat van de Europese Unie en 'Eurodac' voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 66 van 8-3-2006, pagina 38
.
- 59.Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 93 van 3-4-2001, pagina 40
.
- 60.Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 53 van 28-2-2008, pagina 5
.
- 61.Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (COM(2006)754), sluiting nog hangende).
- 62.Protocol tussen de Europese Gemeenschap, Zwitserland en Liechtenstein bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (2006/0257 CNS, gesloten op 24.10.2008, bekendmaking in PB aanstaande) en Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 57 van 28-2-2006, pagina 16
).
- 63.PB C
- 64.PB C
- 66.Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
- 68.PB L
- 70.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 281 van 23-11-1995, pagina 31.
- 79.Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de evaluatie van het Dublin-systeem, COM(2007)299 definitief, SEC(2007) 742. Het 'Dublin-systeem' is bedoeld om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend op het grondgebied van een van de lidstaten. Het bestaat uit de Dublin- en de Eurodac-verordeningen.
- 80.Groenboek over de toekomst van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, COM(2007) 301.
- 83.Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
- 85.Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
- 86.EUR-Lex biedt een overzicht van het voorstel, wijzigingen, aanhalingen en rechtsgeldigheid.