Bezuinigingsdrift geen oplossing voor jonggehandicapten - Hoofdinhoud
Ze was zo trots als een pauw, Klijnsma. In januari van dit jaar had ze een stokje gestoken voor de herkeuring van alle jonggehandicapten zoals het kabinet Rutte-I wenste. Amper een half jaar later presenteert Klijnsma de herkeuring van alle jonggehandicapten als het wondermiddel van haar kabinet Rutte-II om mensen met een arbeidsbeperking volwaardig mee te laten doen.
Sadet Karabulut is Tweede Kamerlid voor de SP
De staatssecretaris maakt zich hiermee niet alleen ongeloofwaardig, daarnaast bezorgt ze veel jonggehandicapten slapeloze nachten. Er wordt met hen gesold, is het gevoel dat velen bekruipt. Moesten zij immers niet eerst van de bijstand naar de Wajong? En waarom zal een herkeuring met uitzicht op de bijstand eigenlijk meer kansen bieden op een eerlijke baan met een eerlijk inkomen? Gelijk hebben ze. Juist in 2004 zijn jonggehandicapten via de bijstand massaal in de Wajong terecht gekomen. Nu moeten ze, als het aan staatssecretaris Klijnsma ligt, weer terug naar de bijstand. Op opleiding, begeleiding en hun inkomens wordt in totaal 1,8 miljard gekort. Terwijl de werkloosheid onder mensen met een arbeidsbeperking door de crisis alleen maar toeneemt. Deze botte bezuinigingsoperatie zal mensen met een arbeidsbeperking verder marginaliseren.
Volgens het UWV ontvangen in Nederland ongeveer 225.000 mensen een Wajong-uitkering. Deze jongeren en ouderen zijn uitzonderlijk gemotiveerd om een opleiding te volgen en aan de slag te gaan bij een werkgever. Door hun handicap hebben zij vaak wel ondersteuning, begeleiding en werkplekaanpassing nodig. En dan nog is voor velen, vanwege de veeleisende arbeidsmarkt, een betaalde baan waarvan je kunt rondkomen niet weggelegd. Driekwart van de jonggehandicapten is werkloos. Ongeveer 54.000 Wajongers hebben een baan, waarvan de helft bij een reguliere werkgever en de helft in of via de sociale werkplaatsen. Vaststaat dat het overgrote deel hierbij structurele begeleiding nodig heeft, naast een aanvullend inkomen. Jaarlijks stroomt slechts een schamele 0,2% van de Wajongers uit de uitkering omdat zij voldoende salaris verdienen.
Er is dus nog een hele lange weg te gaan om te komen tot een samenleving waarin mensen met een arbeidsbeperking gelijke kansen hebben op werk en voldoende inkomen. Hoewel het UWV de laatste jaren steeds meer expertise heeft opgebouwd en steeds meer succes heeft bij het naar werk begeleiden van Wajongers, gaat dit proces heel traag. Gemeenten, die na Klijnsma’s herkeuringsoperatie de verantwoordelijkheid krijgen voor de overgrote meerderheid van de Wajongers, weten wel raad met het aan het werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking, zou je zeggen. Niets is minder waar. Zij doen het ronduit slecht. Van de 390.000 bijstandsgerechtigden heeft ongeveer de helft een fysieke of psychische belemmering. In het recent verschenen onderzoek ‘Werken met beperkingen’ geeft de inspectie een vernietigend oordeel. Gemeenten kennen hun klanten niet en hebben niet de expertise in huis om gerichte begeleiding en ondersteuning te geven aan mensen met een beperking. Laat staan dat zij hen gerichte hulp en ondersteuning bieden.
Dat is ook helemaal niet de bedoeling van de bijstand. In de Wet Werk en Bijstand gaat het om de kortste weg uit de uitkering. De perverse prikkel die het rijk aan gemeenten oplegt is: hoe minder uitkeringsgerechtigden, hoe meer geld je overhoudt. Zonder duurzame uitstroom of re-integratieresultaten van gemeenten hierbij te betrekken. Toen het geld nog tegen de plinten klotste hebben allerlei commerciële bureaus miljarden belastinggeld opgestreken zonder dat er zicht is geweest op de effectiviteit of deze trajecten hebben geleid tot duurzame uitstroom. Daar moesten we niet zo over zeuren vonden de meeste partijen. Want de Wet Werk en Bijstand is gedecentraliseerd. Effectieve instrumenten tegen werkloosheid van kwetsbare groepen, zoals gesubsidieerde arbeid, moesten daarentegen massaal worden afgebouwd. Werken onder het wettelijk minimumloon met verdringing van eerlijke banen in de groenvoorziening, de schoonmaak en de zorg was en is de nieuwe mode onder bestuurders in Nederland. Heel modieus misschien maar funest voor degenen die het treft. Vernedering, uitsluiting, armoede en frustratie wanneer je ontslagen wordt om hetzelfde werk vervolgens voor een paar honderd euro per maand minder te mogen doen. Veel grote gemeenten, zoals de gemeente Amsterdam, zijn de afgelopen jaren nog verdergegaan. Met trots verkondigen zij dat zij alleen nog ‘kansrijke cliënten’ begeleiden naar werk. Immers, er is fors bezuinigd op de re-integratie, de banen liggen niet voor het oprapen en hoe minder mensen in de bijstand, hoe meer geld ze besparen.
Is staatssecretaris Klijnsma met haar plannen voor een sterfhuis van de sociale werkvoorziening en samenvoeging met de Wajong en bijstand, dan toch niet de verlosser? Wordt de menselijke maat ingevoerd, waarbij werkzoekenden met en zonder arbeidsbeperking afdwingbare rechten krijgen op voldoende inkomen, opleiding, begeleiding en passende arbeid? Gaat de staatssecretaris nu banen afdwingen bij werkgevers en ervoor zorgen dat UWV en gemeenten instrumenten en middelen krijgen zodat ze mensen daadwerkelijk kunnen begeleiden naar een zelfstandig en waardig bestaan? Wordt er geïnvesteerd in vakonderwijs voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren zodat zij via school en stage naar een baan kunnen worden begeleid? Het antwoord op dit alles is helaas: nee. Integendeel, voor het kabinet Rutte-Asscher telt alleen de botte bezuiniging en herkeuringen. Pas veel later komen de mensen. Klijnsma zou beter moeten weten en hier een stokje voor moeten steken.
Deze opinie verscheen op vier juli 2013 in het Nederlands Dagblad