Regeerakkoord 1965
Met dank overgenomen van Parlement.com.
Het regeerakkoord van 1965 omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen KVP1, PvdA2, ARP3 en vormde de basis voor het kabinet-Cals4. Centraal stonden verhoogde uitgaven, voornamelijk wat betreft investeringen in bijvoorbeeld onderwijs, infrastructuur, recreatievoorzieningen en economische activiteiten.
Dit waren een aantal van de belangrijkste beleidspunten uit het regeerakkoord:
-
-Indien de Zijlstranorm5 noodzakelijke investeringen in de weg zou staan, deze norm tijdelijk los laten.
-
-Staatsdeelname in de winning van aardgas en aardolie, om zo een staatsaandeel in de winsten te verzekeren.
-
-De introductie van een belasting op speculatiewinsten.
-
-Een grotere gezinsvrijstelling bij erfenissen.
-
-Inzetten op een versterking van de positie van consumenten.
-
-Aandacht geven aan de bevordering van een gelijke beloning van mannen en vrouwen.
-
-Opstellen nieuwe richtlijnen voor omroepen in reactie op de kabinetsval van 19656.
-
-Het introduceren van een nieuwe nota ruimtelijke ordening, waarin naast verstedelijking ook oog is voor recreatie, infrastructuur en regionaal-economisch beleid.
-
-Extra financiƫle middelen toebedelen aan gemeenten.
Meer over
- 1.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 2.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 3.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 4.Dit centrumlinkse kabinet van KVP, PvdA en ARP was het eerste sinds 1958 met de sociaaldemocraten. Minister-president was KVP-leider Jo Cals. Zijn kabinet volgde het kabinet-Marijnen op, zonder dat er tussendoor verkiezingen werden gehouden. Het kabinet-Cals stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had bij zijn aantreden op 14 april 1965 veel ambities.
- 5.De Zijlstranorm was een begrotingsnorm waarbij de ruimte voor nieuwe overheidsuitgaven of belastingverlagingen werd berekend aan de hand van de trendmatige ontwikkeling van de belastinginkomsten, uitgaande van een bepaald aanvaardbaar geacht financieringstekort. Conjuncturele schommelingen van de belastingopbrengsten hadden (althans in theorie) geen invloed op dit structurele begrotingsbeleid. Mee- en tegenvallers werden opgevangen in het financieringstekort (of -overschot).
- 6.Op 27 februari 1965 kwam er een voortijdig einde aan het in 1963 gevormde kabinet-Marijnen. De exacte geschilpunten bleven duister, maar duidelijk was wel dat de ministers in het kabinetsberaad geen overeenstemming hadden kunnen bereiken over het omroepbeleid. De vragen die daarbij speelden, waren: op grond van welke criteria moeten nieuwe omroeporganisaties worden toegelaten, en hoe moet het met reclame op de televisie.
- 7.Na de crisis over de omroepkwestie benoemde koningin Juliana KVP-fractievoorzitter Norbert Schmelzer tot informateur. Hij moest kijken of herstel van de coalitie mogelijk was. Schmelzer concludeerde dat het geschil tussen de coalitiepartijen over de omroep niet was op te lossen.
- 8.Regeringsprogramma's en regeerakkoorden hebben gemeen dat schriftelijk het voorgenomen beleid van een toekomstig kabinet wordt vastgelegd. Een regeringsprogramma kan ter goedkeuring voorgelegd worden aan de coalitiefracties, maar dit is niet strikt noodzakelijk.