Door een zonnepaneel een btw-ondernemer in Europa? Liever niet! - Hoofdinhoud
Gisteren deed het Hof in Luxemburg een uitspraak over zonnepanelen. Een Oostenrijker had bij de belastingdienst teruggave gevraagd van de btw op zijn zonnepanelen omdat hij van mening was dat hij een economische activiteit had omdat hij ook een klein beetje stroom levert aan het Oostenrijkse net.
Hij werd in het gelijk gesteld. Hierdoor hebben we in Nederland nu waarschijnlijk 100.000 mensen die btw plichtig zijn omdat zij zonnepanelen op hun dak hebben. Dat zou kunnen betekenen dat zij de btw op zonnepanelen kunnen terugkrijgen. Verder moeten ze dan btw gaan afdragen over de stroom die ze leveren, ook al wordt die levering gesaldeerd met stroom die eerder geleverd is. Want de crux in de uitspraak (paragraaf 37) is dat hij ook geldt voor mensen die minder stroom opwekken dan zij zelf gebruiken. Die nemen dus netto gewoon nog stroom af van het net, maar omdat zij op bepaalde momenten ook leveren (wanneer de zon schijnt en de wasmachine uitstaat), die zij later terughalen, ontplooien ze toch een economische activiteit en zijn de btw plichtig.
Dit levert een hoop extra werk op, voor mensen, die btw moeten betalen of (wat heel vaak voorkomt) een vrijstelling aanvragen omdat zij onder kleine ondernemersregeling vallen. Niet echt gewenst lijkt ons.
Voor het functioneren van de interne markt (daar is de btw richtlijn voor bedoeld) is het echt onzinnig om particulieren met een enkel zonnepaneel op het dak als btw-plichtige ondernemers aan te merken. Daarom vragen we de regering om zich in Europees verband ervoor in te zetten dat de btw richtlijn, bedoeld voor eerlijke competitie tussen landen, iets wordt ingeperkt en niet langer geldt voor zaken die in en om het huis geproduceerd worden voor vooral eigen consumptie.
Wat overigens wel opvalt: Duitsland heeft zich als partij in deze zaak gevoegd. Dat had Nederland ook moeten doen, want de uitspraak heeft waarschijnlijk forse gevolgen voor Nederland. Wij zullen de regering vragen alerter te zijn in Luxemburg op zaken die Nederland kunnen raken.
Vragen van de leden Pieter Omtzigt en Agnes Mulder (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Economische Zaken
-
1.Heeft u kennis genomen van het arrest van het hof in Luxemburg C‑219/12 (Finanzamt Freistadt Rohrbach Urfahr tegen Unabhängiger Finanzsenat Außenstelle Linz), waarin het hof beslist dat (paragraaf 37 van de uitspraak):
“de exploitatie van een fotovoltaïsche installatie op of nabij een woning, die zodanig is ontworpen dat de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit altijd minder bedraagt dan de door de exploitant in totaliteit voor privédoeleinden verbruikte hoeveelheid elektriciteit en aan het elektriciteitsnet wordt geleverd in ruil voor een duurzame opbrengst, onder het begrip „economische activiteiten
-
2.Waarom heeft de Duitse regering zich wel gevoegd in de zaak en de Nederlandse regering niet, terwijl er voor Nederland toch een groot belang op spel stond?
-
3.Onder welke omstandigheden en met hoeveel jaar terugwerkende kracht kunnen mensen de btw, die zij betaald hebben over zonnepanelen, de installatie van zonnepanelen en een deel van de constructie waarop ze hem geplaatst hebben, via de vooraftrek terugontvangen? Hoeveel btw moet de Nederlandse staat terugbetalen?
-
4.Heeft elke persoon die zonnepanalen heeft en energie teruglevert een verplichting tot btw-aangifte en de mogelijkheid om een beroep te doen op de kleine ondernemersregeling?
-
5.Gaan deze mensen (bijna) allemaal een ontheffing vragen en krijgen (misschien op naam van partner of kind wanneer zij zelf al ondernemer zijn) en moet die ontheffing dan gepaard gaan met een jaarlijks vragenformulier?
-
6.Hoeveel btw levert deze maatregel op en hoeveel administratieve lasten voor de burgers en voor de belastingdienst?
-
7.Is de regering bereid om samen met Oostenrijk, Duitsland en andere gelijkgestemde landen, bereid om te pleiten voor een aanpassing van de btw richtlijn, waardoor het begrip ‘economische activiteiten’ een beperktere uitleg krijgt en goederen die in en om het huist geproduceerd worden en voornamelijk gebruikt worden voor eigen consumptie (direct of uitgesteld) ervan worden uitgezonderd?