25367, nr. 9 - Amendement Koekkoek/Te Veldhuis inzake de oplegging van plichten ten behoeve van de civiele verdediging - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging
Mét de Raad van State wordt het nodig geacht om wezenlijke rechten en plichten van burgers, die mede de grondslag van onze samenleving vormen, in de Grondwet te verankeren. Deze waarborgfunctie voor burgers geldt ook voor de plicht tot civiele verdediging. De reeds bestaande mogelijkheid om burgers plichten in het kader van civiele verdediging op te leggen verdient ook constitutionele legitimatie.
Inhoudsopgave
2 |
8 januari 1998, amendement, 25367, nr. 9
KST27123 Amendement inzake oplegging van plichten ten behoeve van de civiele verdediging publicatie: 29 januari 1998 |
- 1.Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant (later Universiteit van Tilburg), die had gestudeerd aan de VU, lid werd van de ARP en een exponent was van de gereformeerde denkwereld. Typeerde zichzelf als 'een gereformeerde Koekkoek in een katholiek nest'. Deskundige op het gebied van staats- en bestuursrecht en op het terrein van het onderwijsrecht. Promoveerde op een vergelijkende studie naar de rol van politieke leiders bij kabinetsformatie in West-Europa. Werd in 1994 Tweede Kamerlid en was daar woordvoerder onderwijs en justitie. Maakte zich sterk voor de positie van de Nederlandse taal en was lid voor de enquêtecommissie IRT. Vanaf juni 2003 was hij Eerste Kamerlid, maar al na een jaar werd hij uitgeschakeld door ziekte.
- 2.In de Achterhoek geboren, maar in Zeeland woonachtige VVD'er die algemeen als een deskundig en gewaardeerd Tweede Kamerlid werd beschouwd. Aanvankelijk hield hij zich vooral bezig met milieu, visserij en waterstaat. Later werd hij eerste woordvoerder op het gebied van staatsrechtelijke onderwerpen en het koninklijk huis. Vóór hij Kamerlid werd, werkte hij bij een gemeente, een waterschap en de provincie Zeeland.