25313, nr. 7 - Amendement Luchtenveld c.s. over onderzoek op eigen initiatief door de Nationale ombudsman - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake de Nationale ombudsman

Dit amendement op het wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake de Nationale ombudsman werd op 2 december 1997 ingediend door de Tweede Kamerleden Ruud Luchtenveld (VVD)1, Alis Koekkoek (CDA)2, Peter Rehwinkel (PvdA)3 en Gert Schutte (GPV)4.
 
De toelichting van de indieners luidt als volgt:
 

De in het wetsvoorstel gebruikte formulering kan de suggestie oproepen dat de Nationale ombudsman uitsluitend op verzoek onderzoek verricht. Dit amendement strekt ertoe ook het onderzoek op eigen initiatief constitutioneel te verankeren.

 

Inhoudsopgave

  1. Documenten
  2. Dossier

1.

Documenten

2 2 december 1997, amendement, 25313, nr. 7     KST25998
Amendement over onderzoek op eigen initiatief door de Nationale ombudsman
publicatie: 11 december 1997
 

2.

Dossier

  • 25313 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake de Nationale ombudsman

  • 1. 
    VVD-bestuurder en politicus, die vier keer tussentijds Tweede Kamerlid werd. Hij was wetgevingsjurist op het ministerie van Binnenlandse Zaken, advocaat, en in de perioden 1986-1990 en 1994-1997 wethouder van Amersfoort. Combineerde als één van de weinigen het raadslidmaatschap met het Tweede Kamerlidmaatschap. Vooral deskundig op gebied van lokaal bestuur en staatsrecht. Voerde regelmatig het woord bij onderwerpen als de gekozen burgemeester, het kiesrecht, de werkwijze van de Kamer en Antilliaanse zaken en nam diverse wetgevende initiatieven. Het bekendste daarvan, over echtscheiding zonder rechterlijke tussenkomst, werd door de Senaat verworpen. In 2006-2010 was hij wederom wethouder van Amersfoort, en van 2010-2014 in Lelystad.
     
  • 2. 
    Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant (later Universiteit van Tilburg), die had gestudeerd aan de VU, lid werd van de ARP en een exponent was van de gereformeerde denkwereld. Typeerde zichzelf als 'een gereformeerde Koekkoek in een katholiek nest'. Deskundige op het gebied van staats- en bestuursrecht en op het terrein van het onderwijsrecht. Promoveerde op een vergelijkende studie naar de rol van politieke leiders bij kabinetsformatie in West-Europa. Werd in 1994 Tweede Kamerlid en was daar woordvoerder onderwijs en justitie. Maakte zich sterk voor de positie van de Nederlandse taal en was lid voor de enquêtecommissie IRT. Vanaf juni 2003 was hij Eerste Kamerlid, maar al na een jaar werd hij uitgeschakeld door ziekte.
     
  • 3. 
    PvdA-politicus en burgemeester, die in Tweede en Eerste Kamer woordvoerder was voor staatsrechtelijke vraagstukken, het koninklijk huis en binnenlands bestuur. Bouwde als Tweede Kamerlid op die terreinen snel een goede naam op. Hield zich ook bezig met hoger onderwijs en was een pleitbezorger voor LHBTI-rechten. Voor zijn Kamerlidmaatschap medewerker staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, particulier secretaris van minister Ritzen en stafmedewerker van de WBS. Werd in 2004, anderhalf jaar na zijn vertrek uit de Tweede Kamer, burgemeester in Naarden en bleef dat vijfenhalf jaar. Was in die tijd tevens Eerste Kamerlid (2007-2009). Zijn burgemeesterschap van Groningen eindigde na ruim vier jaar voortijdig. Keerde vanaf 2017 terug als waarnemend burgemeester van respectievelijk Zaltbommel, Bergen (NH), Dijk en Waard (NH) en Voorne aan Zee (ZH) en sinds 2025 Alphen aan den Rijn.
     
  • 4. 
    Alom gerespecteerd voorman van het GPV. Kwam in 1981 als eenling in de Tweede Kamer, na eerder bij diverse gemeenten te hebben gewerkt, laatstelijk als plaatsvervangend gemeentesecretaris van Zeist. Verder was hij Statenlid in Utrecht. Zes keer lijsttrekker. Stond bekend als het 'staatsrechtelijke geweten van de Kamer', een benaming die volgens hem echter aangaf dat anderen op dat punt tekort schoten. Ook als woordvoerder binnenlands bestuur had hij een gezagvolle positie. Zijn optreden droeg zowel bij aan toenadering tot andere (oppositie)partijen als aan samenwerking met de RPF, die uitmondde in vorming van de ChristenUnie. Na zijn Kamerlidmaatschap lid van de Kiesraad.