Alles is top in politiek Den Haag? - Hoofdinhoud
Column van de senator op ftm.nl, woensdag 12 juni 2013
Topoverleg, topeconomen, topuniversiteiten en topsectoren. Senator en columnist Kees de Lange hekelt de inflatie van het woord ‘top’. De realiteit is weerbarstiger.
Waarschijnlijk is het lang geleden allemaal begonnen met TOPdrop, het onmatige en onzalige gebruik van het voorvoegsel TOP bij een dropje. Toen kon je nog denken dat het allemaal wel mee zou vallen, omdat niemand reclameboodschappen serieus neemt. Nu, dat hebben we geweten. Want de wereld hangt tegenwoordig van TOP aan elkaar. De begrippen als ‘top’ en ‘excellent’ werden oorspronkelijk gebruikt op de manier waarop ze bedoeld waren. Het ging dan om een situatie die ‘uitstekend’ was, iets dat letterlijk uitsteekt boven zijn omgeving. Een dergelijke definitie beperkt natuurlijk het gebruik van die woorden, omdat ze alleen slaan op het uitzonderlijke. En niet op allerlei huis-tuin-en-keuken kwesties. Statistisch gesproken kan het bij normaal woordgebruik maximaal gaan om één procent van alle voorkomende gevallen.
Topoverleg
Helaas is er vrijwel geen terrein meer in onze samenleving waar het voorvoegsel TOP niet uitgebreid misbruikt wordt. Als alles TOP is, wordt het betekenisloos. En dat is het geval. Dat dit gebeurt in allerlei reclameboodschappen die ongevraagd over ons uitgestort worden, daar kunnen we nog onze schouders over ophalen. Maar als zelfs onze overheid met grote hardnekkigheid deze ongein debiteert, dikwijls om een failliet beleid te maskeren, dan wordt het tijd om aan de bel te trekken. Daar gaan we.
Onze regering is internationaal actief op allerlei gebieden. Dat is mooi, en wordt alleen nog maar veel mooier als ons wordt voorgehouden dat men niet zomaar beraad of overleg voert, maar dat het uitsluitend gaat om ‘topberaad’ en ‘topoverleg’. Het feit dat onze regering en onze bewindslieden op een dergelijk aansprekend topniveau opereren, moet elke burger beslist een goed gevoel geven. Misschien wel een topgevoel.
Topeconomen
‘Het misschien wel één van de sterkste kabinetten sinds de oorlog’, als we onze toppremier mogen geloven. Natuurlijk gaan we met zijn allen sterker en socialer uit de crisis komen, om een tot vervelens toe gebruikte bezweringsformule nog maar eens te herhalen. Maar zonder een leger van topadviseurs, waaronder opvallend veel topeconomen, gaat dat natuurlijk niet lukken. Nu munten economen vaak niet uit door goed begrip van de min of meer wiskundige modellen, die binnen hun vak veelvuldig gebruikt worden, en die een nauwkeurigheid en betrouwbaarheid suggereren die nooit waargemaakt wordt. Maar dat is uiteraard geen belemmering voor de overheid om via grootschalige woordinflatie de grote meerderheid van de economen, die wel eens een woordje met kabinetsleden wisselen, tot topadviseurs te bombarderen. Zo weet het volk dat je niet over één-nacht-ijs gaat.
Topuniversiteiten
Bij het onderwijs, en zeker het hoger onderwijs, is het hek volledig van de dam. Glimmende folders waarin topuniversiteiten topopleidingen in topinstituten aanbieden voor topstudenten zijn eerder regel dan uitzondering geworden. In Nederland bestaat er natuurlijk geen enkele universiteit die geen topuniversiteit is. De werkelijkheid is dat onze universiteiten bepaald niet over de volle breedte excellent presteren en slechts bij een beperkt aantal disciplines de internationale concurrentie écht aankunnen. Het is een ‘inconvenient truth’ die we maar liever niet te veel uitventen. Deze dolgedraaide pr is natuurlijk in strijd met de waarden van zorgvuldigheid en toetsbaarheid die het hoger onderwijs zelf geacht wordt uit te dragen, maar ook hier is begripsinflatie de norm geworden. De voorbeelden zijn legio. Onlangs konden we in de pers kennis nemen dat in Amsterdam, naast de twee al bestaande topuniversiteiten, een derde topuniversiteit - in concreto een nieuw technologisch topinstituut - in voorbereiding was, in samenwerking met buitenlandse topuniversiteiten. Het instituut heeft op voorhand al het kwaliteitskeurmerk gekregen, voordat men zelfs maar begonnen is.
Topsectoren
Het huidige kabinet zet verbaal zwaar in op een beleid van vernieuwing en innovatie. Dat deze woorden hetzelfde betekenen mag de pret niet drukken. Dat deze begrippen door veelvuldig en onterecht gebruik gedegradeerd zijn tot dezelfde betekenisloze categorie als TOP, kan niemand ontgaan. Niettemin heeft de regering het voornemen om te kiezen voor een beperkt aantal - u raadt het al - topsectoren. Dit beleid beoogt wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en de belangen van private ondernemingen sterk met elkaar te verbinden. Dergelijk beleid is jaren geleden in Japan uitgeprobeerd en sindsdien weer verlaten. Goed fundamenteel onderzoek heeft een veel langere tijdshorizon dan toegepast werk, en die kloof bleek onoverbrugbaar. Dat echte innovatie vrijwel altijd het resultaat is van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is een waarheid die voor natuurwetenschappers vanzelfsprekend is, maar in een omgeving waar bèta’s ver in de minderheid zijn onbegrepen. Dat wiel gaan we in Nederland in de komende jaren dus opnieuw uitvinden en vervolgens bij het grofvuil deponeren. Maar inmiddels worden de beperkte middelen vooral geïnvesteerd in de illusie van topsectoren met bijbehorende topinstituten en topwetenschappers die de kar moeten trekken.
Waar blijven de investeringen?
In een plat land als Nederland zit kennis en begrip over TOP niet in de genen van de bewoners of beleidsmakers. Enige beschouwing leert dat toppen zelden meteen uit het laagland oprijzen, maar vooral onderdeel uitmaken van een hoogvlakte. Toppen zonder hoogvlakte zijn schaars. Hieruit valt een les te leren. Om toppen te bereiken, is het cruciaal om investeringen te doen in een infrastructuur van hoog niveau, misschien zelfs wel topniveau. Zonder hoogvlakte geen toppen, deze waarheid geldt ook voor wetenschapsbeleid. Met name in de natuurwetenschappen verdienen investeringsniveau en schaalgrootte heel wat meer aandacht dan nu waarneembaar is. Dat investeringen in ons hoger onderwijs inmiddels zijn gedaald tot mediterraan niveau staat op gespannen voet met de regelmatig bezongen topambities.
Als de taal van de overheid al ‘over the top’ is, wat kan men dan nog verwachten van andere sectoren in onze maatschappij? Topsport door topvoetballers die zich vooral afficheren door een topsalaris, onze media lopen er van over. Zelfbenoemde ‘Toppers’ die zich voordoen als topzangers om op toplocaties topamusement te verzorgen, we zien er meer van dan velen van ons lief is. Topauteurs produceren de topboeken die u natuurlijk niet ongelezen kunt laten. In Nederland is zelfs de gewone wetsovertreder uitgestorven. Als je tegenwoordig geen TOPcrimineel bent, deug je niet.
Kees de Lange, senator Onafhankelijke SenaatsFractie