Regeerakkoord 1971

Met dank overgenomen van Parlement.com.

Het regeerakkoord van 1971 omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen KVP1, CHU2, ARP3 en VVD4, en vormde de basis voor het kabinet-Biesheuvel I5. Centraal stond een halt toeroepen aan de stijging van lonen de de inflatie.

Dit waren een aantal van de belangrijkste beleidspunten uit het regeerakkoord:

Inhoudsopgave

  1. Sociaal-economisch
  2. Onderwijs
  3. Sociaal-cultureel
  4. Klimaat en milieu
  5. Veiligheid, defensie en buitenlandse zaken
  6. Bestuurlijke vernieuwing
  7. Letterlijke tekst (PDF)

1.

Sociaal-economisch

  • - 
    Het verbeteren van arbeidsrelaties op de werkvloer door o.a. klachtrecht voor individuele werknemers.
  • - 
    Een halt toe roepen aan de stijging van lonen en inflatie.
  • - 
    Aan de hand van een commissie een plan opstellen om de opkomende economische en financiële problemen aan te pakken.
  • - 
    Onderzoek naar de introductie van het profijtbeginsel waarbij burgers meer moesten gaan betalen voor de diensten van de overheid.
  • - 
    De opheffing van het woningtekort doormiddel van het bouwen van 550.000 woningen.
  • - 
    Het introduceren van een verhoging van de vermogensbelasting.

2.

Onderwijs

  • - 
    De groepsgrootte beperken in het beroepsonderwijs.
  • - 
    Het doorvoeren van een verhoging van het lesgeld voor het hoger onderwijs.

3.

Sociaal-cultureel

  • - 
    De instelling van een commissie om de kwestie rondom abortus op te lossen.

4.

Klimaat en milieu

  • - 
    Intact laten van de Waddenzee.
  • - 
    Wettelijke maatregelen instellen voor luchtvervuiling door auto's.
  • - 
    Opzettelijke verontreiniging strafbaar stellen.
  • - 
    Internationalisering overleg over milieuvraagstukken.

5.

Veiligheid, defensie en buitenlandse zaken

  • - 
    Instelling brede commissie voor onderzoek naar rol van Nederlandse defensie in de NAVO.

6.

Bestuurlijke vernieuwing

  • - 
    Het initiëren van een algehele Grondwetsherziening.
  • - 
    De behandeling van begrotingen en wetsontwerpen door Eerste Kamer beperken.
  • - 
    Het bekijken van een verhoging van de kiesdrempel.
  • - 
    Het instellen van een niet-parlementaire ombudsman.
  • - 
    Benoeming commissarissen van de Koningin en burgemeesters na overleg met Provinciale Staten en Gemeenteraad.
  • - 
    Wet op de openbaarheid van bestuur in de geest van de voorstellen van de commissie-Biesheuvel instellen.
  • - 
    Betere outillage en ruimere financiële middelen voor parlement en fracties.

7.

Letterlijke tekst (PDF)

  • Bijlage eindrapport informateur 1971
 

Meer over

  • Eindrapport informateur 1971
  • Kabinetsformatie 19716
  • Kabinet-Biesheuvel I5

  • 1. 
    De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
     
  • 2. 
    De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
     
  • 3. 
    De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
     
  • 4. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 5. 
    Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.
     
  • 6. 
    Hoewel de verkiezingsuitslag van 1971 anders deed vermoeden (het zeteltal van de coalitie liep terug van 86 naar 74 zetels), stevende de kabinetsformatie van dat jaar direct af op de voortzetting van de zittende coalitie van KVP, VVD, ARP en CHU. Wel was DS'70 nodig was om aan een parlementaire meerderheid te komen. Deze formatie werd gekenmerkt door verschillende nieuwigheden, waaronder een (mislukte) poging over een voordracht van de formateur door de Tweede Kamer en een grotere openbaarheid in het formatieproces.