Honderdvijftig ideeën - Hoofdinhoud
Vrijdag was ik in Nijmegen in de Waarmakerij. Daar mocht ik een vraag stellen die vervolgens door twintig creatieve ondernemers zou worden beantwoord. Soms kan het leven simpel zijn. Buiten scheen de zon, binnen werd nog voor we begonnen veel gelachen en enthousiast begroet. We hadden er zin in. Het idee was ontstaan toen ik een week eerder kort te gast was in het Huis van Overvloed. Op een sprookjesachtig plekje aan de Waal, net buiten Nijmegen, is van restmaterialen en vrije tijd een prachtig huis gebouwd.
Vanaf het dakterras heb je prachtig uitzicht op de uiterwaarden en de waterwerken die de Waal een stukje langer moeten maken zodat het steeds maar wassende water veilig kan worden afgevoerd. Het Huis van Overvloed heeft niks gekost. Iedereen deed mee: architect, elektricien en timmerman zetten zich vrijwillig in. De lijst met enthousiastelingen telt inmiddels honderden namen. Oud en jong, hoog- en lager opgeleid, werkzoekenden en overwerkten, sommigen wat meer gezond dan anderen.
Waar heb je de politiek nog voor nodig?
Als dit allemaal door burgers zelf kan worden gedaan en geregeld, waar heb je dan de politiek nog voor nodig, zo had ik gevraagd. Nou, daar wilde Juul Martin, één van de bedenkers van het huis van overvloed me wel over helpen nadenken. Dan moest ik maar naar de Waarmakerij komen (ook een idee van hem), dan zou hij daar ook anderen uitnodigen, van Durftevragen, Gave dingen Doen en Transition Towns, allemaal initiatieven van burgers die de samenleving veranderen, maar daarbij niet op de politiek willen wachten.
Ze waren er allemaal, afgelopen vrijdag, samen met nog vele anderen. En ze bogen zich met aanstekelijk enthousiasme over mijn vraag: Wat wil je zelf dat de politiek doet, zo vroegen ze mij eerst. Ik antwoordde dat ik zou willen dat de politiek regels maakt en voorwaarden schept zodat wat we samen hebben, eerlijk wordt gedeeld.
De suggesties buitelden over elkaar heen. Lekker ouderwets (niks geen computers of Power Point) werden witte flap-overs bedolven onder groene post-its, vol geschreven met het ene creatieve idee na het andere.
Mond houden en kijken
Ik moest mijn mond houden en kon des te beter zien wat er gebeurde. Anders dan in de ‘gewone’ politiek ging de discussie totaal niet over wat er niet of te weinig is, het ging niet over schaarste, maar over overvloed. Anders dan in ‘Den Haag’ werd er niet over verschillen van inzicht gediscussieerd, maar over hoe ideeën en plannen elkaar aanvullen. En anders dan op Het Binnenhof werd het debat geen moment abstract en ging het nooit over wat anderen zouden moeten doen. Wat kun jij, wat kunnen wij doen, daar ging het over. En elk goed of minder goed idee, werd begroet met luid applaus. Een bijzondere middag.
Ik schat dat ik 150 ideeën mee terug genomen heb
Heeft het ook wat concreets opgeleverd? Alle groene briefjes heb ik inmiddels in Den Haag op mijn muur geplakt. Ik heb ze niet geteld, maar ik schat dat ik 150 ideeën mee terug genomen heb. Ik ga ze allemaal bekijken. En ik ga er mee aan de slag, want er was vrijdag niemand die dacht wel zonder politiek te kunnen. Integendeel: politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen, zo vond iedereen. Allereerst door eigen dromen en idealen expliciet te maken, duidelijk aangeven waar je met de samenleving naar toe wil. Burgers die daar aan werken de ruimte geven, maar wel kaders scheppen waarin het eigen initiatief gedijd.
En concrete actie ondernemen, zodat men in het land ziet dat ze in Den Haag niet alleen maar praten, maar ook doen. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Volgende week vertel ik hoe ik dat concreet aan wil pakken.
De blogs van Bram van Ojik verschijnen tot de zomer iedere week op The Post Online.