Uitvoeringsverordening 2013/448 - Procedure voor het bepalen van de referentielidstaat van een niet-EU abi-beheerder ingevolge Richtlijn 2011/61/EU - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot vaststelling van een procedure voor het bepalen van de referentielidstaat van een niet-EU abi-beheerder ingevolge Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raadofficiële Engelstalige titel
Commission Implementing Regulation (EU) No 448/2013 of 15 May 2013 establishing a procedure for determining the Member State of reference of a non-EU AIFM pursuant to Directive 2011/61/EU of the European Parliament and of the CouncilRechtsinstrument | Uitvoeringsverordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsverordening 2013/448 |
Celex-nummer i | 32013R0448 |
Document | 15-05-2013 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 16-05-2013; Special edition in Croatian: Chapter 06 Volume 012,OJ L 132, 16.5.2013 |
Inwerkingtreding | 05-06-2013; in werking datum publicatie +20 zie art 2 22-07-2013; Toepassing zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
16.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 132/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 448/2013 VAN DE COMMISSIE
van 15 mei 2013
tot vaststelling van een procedure voor het bepalen van de referentielidstaat van een niet-EU abi-beheerder ingevolge Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (1), met name artikel 37, lid 14,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In de situaties als bedoeld in artikel 37, lid 4, punten b), c), onder i), e), f) en g), onder i), van Richtlijn 2011/61/EU kan meer dan één lidstaat worden beschouwd als een potentiële referentielidstaat van een niet-EU beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder) die voornemens is EU alternatieve beleggingsinstellingen (abi’s) te beheren en, naargelang van het geval, door hem beheerde abi’s in de Unie te verhandelen. In die gevallen moet de niet-EU abi-beheerder een verzoek bij de bevoegde autoriteiten van die lidstaten indienen om zijn referentielidstaat te bepalen. De aanvraag dient vergezeld te gaan van alle relevante informatie en documentatie die noodzakelijk zijn voor de bepaling van de referentielidstaat voor deze abi-beheerder. Door de betrokken bevoegde autoriteiten moet een gezamenlijk besluit worden vastgesteld om de referentielidstaat te bepalen. Er dient een procedure te worden vastgesteld die door de relevante bevoegde autoriteiten moet worden gevolgd bij het bepalen van de referentielidstaat. Hoewel de bepaling van de referentielidstaat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten is, moet de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en van de Raad (2), ervoor zorgen dat alle potentiële referentielidstaten naar behoren bij die besluitvorming worden betrokken en ertoe bijdragen dat een akkoord wordt bereikt. |
(2) |
De procedure voor de bepaling van de referentielidstaat verschilt van de procedure voor het aanvragen van een paspoort op grond van Richtlijn 2011/61/EU. Zodra de referentielidstaat is bepaald, moet de betrokken niet-EU abi-beheerder bij de bevoegde autoriteit van die lidstaat een vergunning aanvragen volgens dezelfde procedure en onder dezelfde voorwaarden als uit hoofde van de artikelen 7 en 8 van Richtlijn 2011/61/EU voor abi-beheerders gelden. |
(3) |
Richtlijn 2011/61/EU verplicht de lidstaten ertoe de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die deze richtlijn omzetten vanaf 22 juli 2013 toe te passen. Onverminderd de gedelegeerde handeling als vereist in artikel 67, lid 6, van Richtlijn 2011/61/EU, wordt de toepassing van deze verordening dan ook tot dezelfde datum uitgesteld. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Procedure voor de bepaling van de referentielidstaat onder de verscheidene mogelijke referentielidstaten
-
1.Indien een niet-EU beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder) die voornemens is om EU alternatieve beleggingsinstellingen (abi’s) te beheren zonder deze te verhandelen of voornemens is door hem beheerde abi’s in de Unie te verhandelen een verzoek indient om zijn referentielidstaat te bepalen ingevolge de tweede alinea van artikel 37, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU, wordt dat verzoek schriftelijk ingediend en wordt het aan elk van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten gericht die...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.