Kabinetsformatie juni 1982 (zomerkabinetje)
Na de val van het kabinet-Van Agt II1 benoemde de koningin Piet Steenkamp2 tot informateur, om een lijmpoging te kunnen ondernemen. De informateur concludeerde na twaalf dagen dat herstel van het kabinet niet meer mogelijk was, waarop de koningin demissionair Dries van Agt3 vroeg een 'rompkabinet' van CDA4 en D665 te formeren. Na vijf dagen slaagde hij daarin.
Inhoudsopgave
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
14 mei 1982 |
Benoeming informateur6 |
24 mei 1982 |
11 |
|
25 mei 1982 |
Benoeming formateur |
28 mei 1982 |
4 |
|
29 mei 1982 |
Beëdiging7 nieuwe bewindslieden |
|||
Totale duur formatie9 |
15 |
Informatie-Steenkamp en formatie-Van Agt
Nadat Piet Steenkamp als informateur had opgetreden en had geconcludeerd dat de breuk niet te lijmen viel, formeerde Van Agt3 (CDA) zijn tussenkabinet.
Ministers van CDA en D66 uit het kabinet-Van Agt II bleven zitten. Een aantal staatssecretarissen uit dit kabinet werden minister indien de eerdere PvdA10-minister uit het kabinet-Van Agt II was opgestapt. De Leidse hoogleraar Rood11 (D66) is een uitzondering: samen met tweede andere ministers werd hij alsnog door de koningin beëdigd. Rood kwam op Binnenlandse Zaken, CDA-Tweede Kamerlid De Graaf12 op Sociale Zaken en Tweede Kamerlid Nypels13 op Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening. Premier Van Agt nam naast Algemene Zaken ook Buitenlandse Zaken op zich.
De belangrijkste taak van het kabinet was het uitschrijven van nieuwe verkiezingen, waardoor er geen nieuw regeerakkoord opgesteld werd.
De informateur
P.A.J.M. (Piet) Steenkamp
Katholieke hoogleraar en 'geestelijke vader' van het CDA. Leidde met groot enthousiasme en vasthoudendheid de federatie van KVP14, ARP15 en CHU16 en het fusieproces van die drie partijen, dat in 1980 uitmondde in het CDA. Was aanvankelijk ondernemer in de conservenindustrie en daarna hoogleraar sociaal recht in Eindhoven. Leidde ook een pastoraal concilie over vernieuwing van de Nederlandse katholieke kerk. Stond enige jaren bekend als 'Rooie Piet', maar was wel de architect van het centrumrechtse kabinet-Biesheuvel17. Politieke peetvader van Dries van Agt3. Als Eerste Kamervoorzitter leidde hij de vergaderingen met kenmerkende roomse blijmoedigheid. Na zijn afscheid als Kamervoorzitter nog acht jaar 'gewoon' senator. Samenbindende figuur die overeenkomstig de leer van Thomas van Aquino inzet voor de publieke zaak als opdracht zag.
De formateur
A.A.M. (Dries) van Agt
CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl18. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten19. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl20; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
Meer over
- 1.Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
- 2.Katholieke hoogleraar en 'geestelijke vader' van het CDA. Leidde met groot enthousiasme en vasthoudendheid de federatie van KVP, ARP en CHU en het fusieproces van die drie partijen, dat in 1980 uitmondde in het CDA. Was aanvankelijk ondernemer in de conservenindustrie en daarna hoogleraar sociaal recht in Eindhoven. Leidde ook een pastoraal concilie over vernieuwing van de Nederlandse katholieke kerk. Stond enige jaren bekend als 'Rooie Piet', maar was wel de architect van het centrumrechtse kabinet-Biesheuvel. Politieke peetvader van Dries van Agt. Als Eerste Kamervoorzitter leidde hij de vergaderingen met kenmerkende roomse blijmoedigheid. Na zijn afscheid als Kamervoorzitter nog acht jaar 'gewoon' senator. Samenbindende figuur die overeenkomstig de leer van Thomas van Aquino inzet voor de publieke zaak als opdracht zag.
- 3.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
- 4.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 5.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 6.Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
- 7.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 8.Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.
- 9.Kabinetsformaties na de verkiezingen duren sinds 1946 gemiddeld 103 dagen. Formaties van tussenkabinetten zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Soms komt het voor dat na een kabinetscrisis zonder nieuwe verkiezingen een ander of overgangskabinet wordt gevormd. Dergelijke formaties verlopen doorgaans veel sneller.
- 10.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 11.Hoogleraar arbeidsrecht in Leiden en een autoriteit op dat gebied. Trad als juridisch adviseur op van de vakbond op het gebied van het stakingsrecht. Humanist, klein van stuk, die met zachte stem sprak, maar daardoor wel steeds 'het gehoor' kreeg. Was in het derde kabinet-Van Agt minister van Binnenlandse Zaken. Nadien diverse malen bemiddelaar in conflicten. In april 1971 maakte hij al deel uit van het alternatieve kabinet-Den Uyl. Zijn echtgenote, die eveneens hoogleraar was, was in 1972 eveneens kandidaat-minister.
- 12.Christendemocratisch politicus, die 'opgroeide' in de ARJOS en het CNV. Behoorde in de jaren zeventig tot de christen-radikalen. Trad op verzoek van minister Albeda als vakbondsman toe tot het centrumrechtse eerste kabinet-Van Agt. Herzag als staatssecretaris van Sociale Zaken onder meer de kinderbijslagregelingen en verdedigde diverse kortingswetjes. In de kabinetten-Lubbers voerde hij, in weerwil van zijn vakbondsverleden, een strak bezuinigingsbeleid, waardoor de sociale zekerheid drastisch werd versoberd. Bracht samen met minister De Koning in 1987 de stelselherziening sociale zekerheid tot stand. Was twee korte periodes minister. Na zijn aftreden in 1989 voorzitter van de Ziekenfondsraad en van het College van Zorgverzekeraars. Sprak met een opvallend Fries accent.
- 13.D66-Tweede Kamerlid en kortstondig minister. Deskundig op het gebied van de volkshuisvesting en de pensioenen. Was voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Pleitte jarenlang voor wettelijke bestrijding van pensioenbreuk, en kwam daartoe met een initiatiefwetsvoorstel. Bracht ook via een initiatiefwet een regeling voor deelnemersraden bij pensioenfondsen tot stand. Was voor hij in 1967 D66-Tweede Kamerlid werd bedrijfseconoom bij de PTT en twee jaar voorzitter van de JOVD. Na zijn politieke loopbaan voorzitter van de vakbond voor middelbaar en hoger personeel. Sprak met een krachtig stemgeluid. Stond goed aangeschreven als een betrokken Kamerlid en minister.
- 14.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 15.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 16.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 17.Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.
- 18.Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
- 19.Met een tussentijd van ruim twee maanden werden twee debatten gevoerd over ongemerkte verdwijning, een dag voor de geplande arrestatie, van de van ernstige oorlogsmisdaden verdachte Pieter Menten en de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie, Dries van Agt voor die verdwijning. Het eerste debat werd gehouden op woensdag 17 november 1976 met een doorloop naar donderdag 18 november 01.53 uur in de nacht. Het tweede debat had plaats op woensdag 23 februari 1977.
- 20.Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
- 21.In de periode 1945 tot en met 2024 zijn er zo'n 30 formaties geweest. Een formatie vindt in de regel elke vier jaar plaats, maar soms worden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven na een val van een kabinet. Dit was bijvoorbeeld het geval in 1982 na de val van het kabinet-Van Agt II of in 2012 na de val van het kabinet-Rutte I.
- 22.Na de val van het kabinet-Van Agt II werd dit minderheidskabinet van CDA en D'66 gevormd. CDA-leider Van Agt bleef premier. De posten die waren opengevallen na het vertrek van de PvdA-bewindslieden, werden opgevuld vanuit de gelederen van de overgebleven coalitiepartners.
- 23.Op 12 mei 1982 kwam er een einde aan het acht maanden eerder gevormde tweede kabinet-Van Agt. De directe aanleiding van de kabinetscrisis was onenigheid over het financieel-economisch beleid. De coalitiepartijen wisten geen overeenstemming te bereiken over bezuinigingen en de financiering van het werkgelegenheidsbeleid. De PvdA-ministers stelden daarop hun portefeuilles ter beschikking.