Europarlement: inkomensgrens sociale huurwoningen moet soepeler - Hoofdinhoud
De commissie Sociale Zaken van het Europees Parlement breekt een lans voor betaalbare sociale huurwoningen. Op initiatief van GroenLinks eist het Europarlement dat concurrentieregels niet langer een belemmering vormen voor de toewijzing van woningen aan lagere en bescheiden middeninkomens.
GroenLinks-Europarlementariër Marije Cornelissen: “Mensen met een inkomen nét boven de 34.000 euro per jaar zitten in veel Nederlandse steden nog altijd klem en vinden geen betaalbare woning door de starre inkomensgrens. Het Europarlement geeft Nederland nu rugdekking om flexibeler met die grens om te gaan.”
Voor Nederland geldt momenteel in het hele land dezelfde inkomensgrens, maar door de grote regionale verschillen in huurprijzen vallen lagere middeninkomens in grote steden tussen wal en schip. Zij verdienen te veel voor een sociale huurwoning maar te weinig voor de vrije markt, zodat zij niet in aanmerking komen voor welke huurwoning dan ook.
Eurocommissaris Neelie Kroes (VVD) en toenmalig minister Eberhard van der Laan (PvdA) kwamen de inkomensgrens in 2009 met handjeklap overeen, met de bedoeling om aan de concurrentieregels van de interne markt te voldoen. Grote investeringsfondsen vroegen hierom omdat sociale huurwoningen hun winst zouden drukken. Het EU-verdrag bepaalt echter dat deze regels sociale voorzieningen zoals sociale woningbouw nooit in de weg mogen zitten. Het Europarlement onderstreept dit principe.
“Minister Stef Blok heeft nu helemaal ruim voldoende redenen om een soepelere omgang met de inkomensgrens voor toewijzing van sociale huurwoningen af te dwingen in Brussel. Het is een kwestie van willen”, aldus Cornelissen.
Ook in andere landen bestaat het risico dat de toewijzing van betaalbare sociale huur tot een steeds kleinere groep wordt beperkt. GroenLinks wil dat er flexibiliteit is om betaalbare sociale huurwoningen toe te wijzen aan mensen die het nodig hebben, afgestemd op de regionale of lokale woningmarkt.