Agenda - Hoofdinhoud
Deze brief verscheen eerder op de site van de Wiardi Beckman-stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA.
Beste Frans - Met veel interesse las ik vorige week je toespraak over energie, die je maandag 25 maart gaf tijdens de Müller-lezing in Den Haag. Met instemming zag ik dat je je als Minister van Buitenlandse Zaken over deze geopolitieke kwestie buigt, daar de vraag naar grondstoffen en de ongelijke verdeling daarvan altijd aan de basis van internationale betrekkingen hebben gestaan. Of het nu gaat over de politieke omwentelingen in Zuid-Amerika, de grimmige patstelling in Syrië, de sterk wisselende verhoudingen met Rusland, of de landonteigeningen in Centraal Afrika, achter de waargenomen werkelijkheid spelen vaak grondstof- en energiebelangen.
Zoals je weet zijn energie en grondstoffen de kern van mijn portefeuille in het Europees Parlement. En ook ik zie dat het landschap verandert. De tijd van eenvoudig winbare hulpbronnen is voorbij. Klimaatverandering zorgt ervoor dat weersomstandigheden onstuimiger worden. Landbouwgronden raken verschraald, vergiftigd of putten uit. In het dichtbevolkte en hulpbronafhankelijke Europa hebben we geen andere keus dan investeren in duurzame oplossingen.
Wij delen hier dezelfde mening. Toch zijn er ook opvattingen die ons scheiden.
Allereerst ga ik niet mee in je kijk op schaliegas. Je stelt dat schaliegas een revolutie is geweest in Amerika, het hele mondiale energieveld heeft veranderd en eventueel ook in Europa een nieuwe blik op energie kan inluiden. Dit vind ik een te positieve voorstelling van zaken.
Boringen naar schaliegas zijn al langer onderwerp van felle discussie. In de media zien we vaak milieu-argumenten tegen economische argumenten gewogen. Dat de impact op het milieu betrokken wordt in discussies rondom schaliegas is op zichzelf niet vreemd. De winning is erg milieu-intensief, en veel neveneffecten van de boringen zijn nog onbekend.
Maar het eenzijdige beeld van milieubezwaren tegenover economische voordelen is misleidend. Want ook de economische opbrengsten van schaliegas zijn verre van onomstreden, zelfs in de bakermat Amerika. Onderzoek stelt vast dat de uitputting van schaliegasbronnen snel optreedt, waardoor de tijdelijke lage gasprijs in Amerika niet aan zal houden. Wat betreft de korte termijn kan gesteld worden dat van energie-autonomie in de VS nog lang geen sprake is. Onlangs presenteerde de Financial Times cijfers waaruit blijkt dat de Amerikaanse afhankelijkheid van olie uit het Midden-Oosten het afgelopen jaar is gestegen.
Twee andere zaken worden weinig uitgelicht wanneer het gaat om Amerikaanse schaliegaswinning. Ten eerste is schaliegas geen wonder van de Amerikaanse vrij markt, maar is de ontwikkeling van schalieboringen zwaar gesubsidieerd door de Amerikaanse overheid. Ten tweede was windenergie in de Verenigde Staten in 2012 veranwoordelijk voor meer energie-opwekking dan alle soorten gas bij elkaar.
Grote energiebedrijven, die hun verdienmodel in gevaar zien komen als iedereen zelf energie opwekt, zien natuurlijk liever een overheid die investeert in centrale opwekkingsmethoden. Chemiebedrijven zitten te springen om een nieuwe afzetmarkt. Zij lobbyen daarom voor verdere ontwikkeling van schaliegas. Een echt sociaaldemocratische oplossing is energie van eigen dak of tuin. In duurzame energie zit, zowel in de VS als in Europa, de werkelijke revolutie. Schaliegas is niet meer dan een fossiele oprisping.
Daarom vind ik het jammer dat duurzame opwekking geen rol speelt in je betoog. Ik snap dat je als Minister van Buitenlandse Zaken een bijzondere interesse hebt in grote internationale verbanden, maar het is precies in de kleinschalige energievoorziening waar de grote kansen zitten. Via zonnepanelen, mini-windturbines en WKK-installaties kunnen consumenten baas worden over hun eigen energie-opwekking en kan energie-armoede worden bestreden. Hef daartoe belemmerende wetten op.
In het tweede deel van je speech ga je nadrukkelijk in op het Europese beleid, wat je "te duur, te inefficient en op mondiale schaal een druppel op de gloeiende plaat" noemt. Natuurlijk zijn er punten waarop Europees milieubeleid steken laat vallen. Het emissiehandelssysteem is gebrekkig, innovatiefondsen zijn veel te klein en het gemeenschappelijk landbouwbeleid zet vergroening op een veel te laag pitje. Toch kan ik me niet vinden in de kritiek die jij formuleert. In de eerste plaats omdat Nederland zelf zich nog geen goede leerling getoond heeft. Op vrijwel elk punt zit Nederland onder de Europese doelstellingen. Op het gebied van duurzame energie-opwekking en CO2-beperking hoort Nederland zelfs uitgesproken bij de allerslechtsten.
Het andere punt, over de druppel op de gloeiende plaat, lijkt me een heel extreme variant van de uitspraak "één keer de fiets pakken in plaats van de auto gaat het milieu niet redden". We hebben het over het meerjarig plan van één van de grootste economieën van de wereld. Natuurlijk maken onze inspanningen uit! Niet alleen in het licht van mondiale CO2-reductie, maar ook uit welbegrepen eigenbelang. Onze doelstellingen op hernieuwbare energie dragen eraan bij Europa bouwt aan de modernste en schoonste energievoorziening ter wereld.
Europese milieuregels zorgen óók voor meer concurrentiekracht. De strenge CO2-normen voor auto´s in de EU zorgen er bijvoorbeeld voor dat Amerikanen graag een zuinige Europese auto kopen. Maar in Europa koopt bijna niemand een benzineslurpende Amerikaanse auto. Europese en nationale overheden kunnen via dit soort afspraken zorgen dat dit soort voordelen behaald worden.
Natuurlijk zou ik ook graag zien dat Europa haar inspanningen versterkte, en de Europese Commissie is door de bank genomen geen heel ambitieus orgaan, maar zonder te jij-bakken, de sleutel hierin ligt toch echt ook bij de raad. En zolang Nederland zelf de 2020-doelstellingen niet haalt, is het recht van spreken van Nederland laag. Ik hoop daarom dat het huidige kabinet, met onze partij voorop, een nieuwe weg inslaat. De drie miljard die in 2013 beschikbaar is voor groene projecten is hierin een goed signaal.
Nogmaals, je aandacht voor energie en de inhoud van het overgrote deel van je toespraak verheugen me. Zo ben ik te spreken over je aandacht voor de ruil- en informatie-economie, en beveel je in dat licht ook van harte mijn boek The Lease Society aan. Maar als medewetgever op het onderwerp energie hoop ik dat je, zowel met je collega´s in de raad als in je dagelijks werk als minister een groenere en ambitieuzere lijn kiest. Een lijn van sterke afspraken op centraal niveau, Europees of mondiaal, en energie-opwekking op decentrale wijze.
Hartelijke groet,
Judith Merkies
Lid van het Europees Parlement