Opstelten gaat met beleidsregels tegen het staatsrecht in
Afgelopen dinsdag is de Wet herziening ten nadele met 36 stemmen voor en 35 stemmen tegen aangenomen in de Senaat. De wet maakt het mogelijk om onherroepelijke uitspraken van de strafrechter bij misdrijven met een dodelijke afloop van de eerder vrijgesproken verdachte te herzien. De verdachte kan opnieuw vervolgd worden. D66 heeft wederom haar bezwaren geuit.
Nieuwe toezegging
D66 is tegen de nieuwe toezegging van de minister aan de VVD om te garanderen dat de wet alleen wordt toegepast in gevallen waarbij de opzet van de dader was gericht op een dodelijke afloop. Dit wil de minister verankeren door het in de beleidsregels van het Openbaar Ministerie op te nemen. De minister weigert dit op te nemen in de wet zelf. D66 vindt dat onzorgvuldig en in strijd met de rechtsstaat. Engels: “De enige manier om het toepassingsbereik van dit wetsvoorstel te beperken, is in de vorm van een algemeen verbindend voorschrift, of bij voorkeur in de wet zelf. Maar het kan nooit met beleidsregels. Dat is staatsrechtelijk uitgesloten.”
Lapmiddel
D66 vindt het onacceptabel dat het nu aan de minister wordt gelaten in hoeverre wettelijke voorschriften anders moeten worden uitgelegd dan ze zijn vastgelegd. Dit is volstrekt in strijd met de rule of law en we zijn ook op dit punt de rechtsstaat helemaal kwijt. Senator Engels: “Als de VVD-fractie wil dat een aantal nu nog in het wetsvoorstel besloten misdrijven eigenlijk niet wordt meegenomen, zullen we dat helder in het wetsvoorstel moeten veranderen. Dat past bij de staatsrechtelijke positie van de Senaat. Het gaat erom dat je dit behoorlijk en netjes juridisch moet regelen op basis van de wetgeving zelf. Deze toezegging is een soort lapmiddel.”
Volgens de Senaatsfractie moet de Eerste Kamer als medewetgevend orgaan heel helder maken wanneer de Wet herziening ten nadele nu precies wel en wanneer niet van toepassing is. Dat is de primaire taak van de Senaat. D66 stemde tegen de Wet herziening ten nadele.
Lees hier de stemverklaring van de fractie.
- 1.Rechtsgeleerde van D66-huize die als wetenschapper en politicus in de voetstappen van zijn leermeester Jan Vis stapte. Was docent staatsrecht en later bijzonder hoogleraar gemeenterecht/gemeentekunde (Thorbecke-leerstoel) in Leiden en bijzonder hoogleraar 'rechten decentrale overheden' (Oppenheim-leerstoeel) in Groningen. Kwam in 2004 in de Eerste Kamer en werd in 2010 fractievoorzitter, een functie die hij in 2018-2019 nog eens bekleedde. Sprak veelvuldig in debatten over binnenlands bestuur en constitutioneel bestel, maar ook over justitiële onderwerpen, zorg en integratie. Was voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin. Van september 2018 tot 1 januari 2021 was hij waarnemend burgemeester van Loppersum.