De senator over belastingwetten

Met dank overgenomen van C.A. (Kees) de Lange i, gepubliceerd op donderdag 28 maart 2013, 15:22.

33402 Belastingplan 2013

33403 Overige fiscale maatregelen 2013

33405 Wet herziening fiscale maatregelen eigen woning

33407 Wet verhuurdersheffing

C.A. de Lange (OSF)

Voorzitter.

We spreken in het debat van vandaag en morgen over een viertal wetten. Ik zal kort iets zeggen over het belastingplan en de overige fiscale maatregelen voor 2013. Daarna zal ik uitgebreider ingaan op de voorgestelde belastingmaatregelen voor de eigen woning en over de verhuurdersheffing.

33402 Belastingplan 2013 / 33403 Overige fiscale maatregelen 2013

Allereerst het belastingplan (33402) en de overige fiscale maatregelen (33403) voor 2013. Al bij de Algemene Financiële en Algemene Politieke Beschouwingen is mijn fractie uitgebreid ingegaan op de vergaande bezuinigingsplannen van dit kabinet. Mijn fractie onderschrijft de noodzaak van bezuinigingen op velerlei gebied, maar meent dat de omvang, de timing en het tempo waarin dit kabinet wil gaan voldoen aan een arbitraire Europese 3% norm, mede gezien de financiële rampspoed waarin diverse andere Europese landen zich bevinden, onrealistisch is en bovendien desastreus voor een snel economisch herstel in de Eurozone. Met name het leggen van het merendeel van de lastenverzwaringen bij de burger draagt niet bij aan het vertrouwen van diezelfde burger en veroorzaakt macro-economisch grote schade. Door het kabinetsbeleid wordt de crisis slechts verdiept en herstel verder bemoeilijkt. De snel toenemende werkloosheid, aanvankelijk bij ouderen en jongeren, maar nu bij vrijwel iedere leeftijdscategorie, zou een teken aan de wand moeten zijn. Maar genoeg daarover, de bijdragen van mijn fractie aan eerdere debatten laten weinig twijfel over onze zorgen en onze opstelling. Er rest mijn fractie weinig anders dan tegen deze begrotingsplannen te stemmen.

Toch nog een beschouwing van enig belang. In een programma van Zembla op 14 december 2012 werd de fraude, waaronder ook de faillissementsfraude in Nederland nadrukkelijk aan de orde gesteld. Een voormalig procureur-generaal, een voormalig landelijk fraudeofficier en een hoogleraar deden buitengewoon onomwonden uitspraken. Ons land geniet de twijfelachtige eer als fraudeparadijs te boek te staan. Eindelijk een lijstje waarop we hoog scoren, hoor ik het kabinet al denken. Duidelijk is dat aanpak van fraude die ook de staat jaarlijks voor miljarden benadeelt en het vertrouwen van de machteloze burger ondermijnt, een speerpunt van beleid zou moeten zijn. Maar in Nederland gaat de fraudeur vrij uit en betaalt de burger het gelag. Graag hoor ik welk effectief fraudebestrijdingsbeleid de minister in petto heeft en welke ruimte hij daarvoor in de begroting heeft gecreëerd.

33405 Wet herziening fiscale maatregelen eigen woning

Snel naar de fiscale maatregelen ten aanzien van de eigen woning, wetsvoorstel 33405. Over dit wetsvoorstel heeft mijn fractie zeer gemengde gevoelens. Enerzijds wordt eindelijk een systeem van hypotheekrenteaftrek op de schop genomen. Dit systeem beoogde aanvankelijk alleen om starters op de woningmarkt te helpen maar heeft zich ontwikkeld tot een pervers systeem van legale belastingontwijking op kosten van de belastingbetaler, vooral voor mensen die er toch al warmpjes bijzitten. Dat er iets gebeuren moest was al vele jaren duidelijk, maar een nieuwe aanpak is evenzoveel jaren gefrustreerd door een lange reeks van regeringspartijen die dan ook met elkaar een zware verantwoordelijkheid dragen voor de enorme problemen die hun beleid heeft opgeleverd. Anderzijds is de nu voorgestelde aanpak op zoveel punten totaal onbevredigend, dat mijn fractie zich afvraagt of het middel niet erger is dan de kwaal. Een typisch geval van ‘much too little, much too late’.

Het vandaag nog geldende systeem van hypotheekrenteaftrek waarbij ook aflossingsvrije hypotheken uitgebreid zijn toegestaan, is een schoolvoorbeeld van hoe goede bedoelingen volkomen uit de hand kunnen lopen. De aanvankelijke wens om starters op de woningmarkt te helpen en het eigen woningbezit te bevorderen is uitgegroeid tot een massaal circus van renteaftrek, met name ook voor categorieën burgers die een dergelijke fiscale tegemoetkoming helemaal niet nodig hadden. Het feit dat een dergelijk pervers systeem slechts kon bestaan bij de gratie van steeds stijgende huizenprijzen werd voor het gemak maar vergeten. Dansen op de vulkaan was decennia lang een loterij zonder nieten. Tot de crisis uitbrak. Niet onvermeld mag blijven dat de banken een cruciale rol hebben gespeeld in en een grote verantwoordelijkheid dragen voor dit piramidespel. Dat diezelfde banken ondanks hun risicovol gedrag opnieuw buiten schot blijven, ook in het voorliggende wetsvoorstel, lijkt in Nederland meer regel dan uitzondering. ‘Too big too fail’ waarschijnlijk. Dit in schril contrast tot de eenvoudige burger waarop alle risico’s nu afgewenteld worden en die met een dikwijls enorme restschuld blijft zitten. Klein genoeg om hem keihard te laten vallen…

De Raad van State wijst nadrukkelijk op de rechtsongelijkheid tussen oude en nieuwe gevallen, en de mogelijke juridische onhoudbaarheid die ontstaat bij invoering van het huidige wetsvoorstel. Het is naar de mening van mijn fractie ook moeilijk uit te leggen hoe diegenen die heel lang heel uitvoerig geprofiteerd hebben van een regeling die in feite niet voor hen bedoeld was, nog dertig jaar kunnen doorgaan met profiteren. Het zou toch voor de hand hebben gelegen om regulering toe te passen en hypotheekverstrekkers voor te schrijven bepaalde hypotheekvormen af te bouwen op een termijn die veel korter is dan dertig jaar. Effectief, eenvoudig uit te voeren, en allerlei fiscale constructies worden onmogelijk. Weliswaar verhoogt dit op korte termijn de maandlasten van groepen burgers, maar tegelijk gaat het bij aflossing wel om een vorm van sparen die op termijn de burger alleen maar ten goed kan komen. Mij dunkt dat ook de rijken van sparen niet armer worden.

De starter blijft intussen zitten met de zwarte piet. Met vooralsnog dalende huizenprijzen zijn banken terecht niet langer van zins hypotheken te verstrekken waarvoor de tegenwaarde onzeker is. Dat dit in het verleden wel op grote schaal gedaan is, heeft in veel opzichten bijgedragen aan het ontstaan van de huidige crisis. Eigenlijk is de oplossing ook niet zo moeilijk te bedenken. Zoals in een langer verleden generaties lang het geval is geweest, moest er eerst gespaard worden voordat men kon kopen. Die oudvaderlandse deugd van sparen moet maar weer tot leven gebracht worden. Een starter die eerst enige jaren spaart en enig eigen kapitaal inbrengt, biedt voor hypotheekverstrekkers een geringer risico. Leven op te grote voet is de oorzaak van veel ellende. Leven op de pof moet dus ontmoedigd worden. Om de financiële risico’s voor individu en staat te beperken. Als dat de uitkomst is, hebben we toch met z’n allen iets geleerd.

Samenvattend, mijn fractie is van mening dat het goede nieuws is dat de hypotheekrenteaftrek ten langen leste wordt aangepakt en beperkt. Het slechte nieuws is dat mensen die ten onterechte profiteren van de huidige regeling nog gedurende een extreem lange periode buiten schot blijven. Dat mag aantrekkelijk zijn voor de aanhangers van bepaalde politieke partijen, maar vanuit overwegingen van redelijkheid en van het financieel landsbelang is het natuurlijk een abominatie. Graag hoor ik van de minister waarom niet gekozen is voor een strikte regulering van de soorten hypotheken die in de toekomst nog verstrekt mogen worden. Is een dergelijke maatregel niet zowel effectief als ook eenvoudig uitvoerbaar en controleerbaar?

33407 Wet verhuurdersheffing

Het volgende onderwerp is de wet verhuurdersheffing (33407). Het gaat hier om een belasting omdat de opbrengst uitsluitend dient als bijdrage aan de algemene middelen. Aan verhullend taalgebruik doet mijn fractie niet mee. Ook dit onderwerp wordt door mijn fractie bepaald niet met gejuich ontvangen. Gezien de grote aantallen reacties uit de samenleving die wij mochten ontvangen, staan we daarin bepaald niet alleen. Waar gaat het om?

De voorgestelde verhuurdersbelasting kan niet los gezien worden van wetsvoorstel 33129 dat huurverhogingen mogelijk maakt op grond van het inkomen, onder meer om scheefwonen tegen te gaan. Het debat in de Eerste Kamer hierover is op 19 juni 2012 van de kant van de regering geschorst. Het is onduidelijk wanneer en in welke vorm dit wetsvoorstel weer aan de orde zal komen. Vooruitlopend op dit wetsvoorstel spreken we vandaag over een voorstel om de extra opbrengsten die 33129 voor met name grote verhuurders zouden betekenen, via een verhuurdersbelasting af te romen. Dit doet toch wel erg denken aan het verkopen van de huid van de beer voordat het dier zelfs maar in zicht is. Bovendien vertoont het huidige wetsvoorstel zelf naar de mening van mijn fractie ernstige tekortkomingen.

Zelfs al zou 33129 in een later stadium aangenomen worden, dan doet zich toch een merkwaardige situatie voor. We zouden de huren verhogen, dus lastenverhoging van veel burgers. De extra huurinkomsten die dit met zich meebrengt gaan we vervolgens afromen bij de verhuurder. Bovendien is er geen garantie dat het aandraaien van de financiële duimschroeven bij de verhuurders niet in enigerlei vorm aan de huurder doorberekend zal worden. Aangezien de regering onbeschroomd toegeeft dat het bij het vandaag voorliggende wetsvoorstel om het spekken van de staatskas gaat, kan in elk geval geconstateerd wordt dat de gekozen systematiek buitengewoon omslachtig is. Als dit de zo met de mond beleden vereenvoudiging van regelgeving betekent, valt dit toch moeilijk aan de burger uit te leggen. Graag de reactie van de minister.

Helaas zijn er meer tekortkomingen. Het zijn vooral de woningcorporaties die afgeroomd gaan worden. Nu zijn helaas diverse woningcorporaties de afgelopen tijd uitgebreid in het nieuws geweest door de vele miljarden die in de verkeerde zakken zijn beland. Men kan natuurlijk redeneren dat het ontnemen van een paar miljard meer of minder waarschijnlijk niet zal opvallen. Die redenering lijkt me toch wat te cynisch. Het komt mijn fractie voor dat de hele structuur van de woningcorporaties aan wat doorlichting toe is.

Over de effecten van de huurbelasting voor verhuurders, huurders en woningmarkt bestaat grote onduidelijkheid. Wat wil de regering nu eigenlijk? Dienen woningcorporaties meer woningen te bouwen? Zo ja, is de voorstelde belasting dan niet contraproductief? Ook wordt voorgesteld deze belasting te heffen op basis van de WOZ waarde van de woningen. De waarde van een koopwoning volgt nu eenmaal een andere logica dan de redelijke prijs voor een huurwoning. Naar de mening van mijn fractie is de WOZ waarde dus een dubieuze grondslag die bovendien in de krimpgebieden van ons land nog eens extra slecht uitpakt. Deze toch al zwaar getroffen krimpgebieden, die wat Den Haag betreft op een andere planeet liggen, kunnen zeker niet over één kam geschoren worden met de Randstad. Hoewel over de problemen van de krimpregio’s veel meer te zeggen valt, en in de volksvertegenwoordiging ook veel meer gezegd zou moeten worden, zal ik me vandaag inhouden. Toch hoor ik graag de mening van de minister over wat het wetsvoorstel met name voor de krimpregio’s in ons land betekent.

Samenvattend, de vrees van mijn fractie, en niet alleen de mijne is dat aannemen van dit wetsvoorstel zal leiden tot grote financiële problemen bij woningcorporaties, stagnerende investeringen in sociale woningbouw, en te grote huurstijgingen in sommige en te kleine in andere gebieden. Dit voorstel, in combinatie met het voorlopig teruggetrokken voorstel over scheefwonen, is helaas een illustratie van een schrijnend gebrek aan visie op de toekomst van de Nederlandse woningmarkt. In haast en met een beroep op wat men slagvaardigheid noemt, is er gekozen voor een aanpak van grote stappen gauw thuis. Naar de mening van mijn fractie is er met het invoeren van overhaaste lapmiddelen met als voornaamste doel geld voor de staatskas te genereren nog nooit iets zinvols tot stand gekomen. Graag vraag ik de minister om aan mijn fractie uit te leggen waarom dat met het huidige wetsvoorstel wel het geval zou zijn.

Den Haag, 17 december 2012