De Cito-toets wordt meer een doel dan een middel - Hoofdinhoud
Het doel van toetsen: volgens de website van Cito is dat het helpen van de leerling, de ouders en de leerkracht bij het kiezen van een geschikt type voortgezet onderwijs. Het is voor veel scholen belangrijk om een hulpmiddel te hebben om de ontwikkeling van kinderen te meten. Een toets kan een didactische meerwaarde hebben om te weten wat een leerling kan en waar een leerling nog aan moet werken.
Maar wat is de rol van de Cito-toets in de praktijk? Van veel leraren krijg ik te horen dat de Cito-toets voor de Inspectie een belangrijke graadmeter is. Een school krijgt een kleurtje: groen, oranje of rood. Die kleur geeft de kwaliteit van een school weer. Dat is een nogal versimpelde weergave van de werkelijkheid. De zware nadruk op toetsing in het oordeel van de Inspectie staat bovendien nu niet in de Wet Primair Onderwijs. Maar als het aan staatssecretaris Sander Dekker ligt, gaat dat wel gebeuren. In de nieuwe wet komt straks te staan: “De leerresultaten van de school worden jaarlijks beoordeeld op basis van de resultaten van de afgelegde centrale eindtoetsen (…) op het gebied van Nederlandse taal en rekenen en wiskunde.” Ook bevestigt de staatssecretaris dat de gemiddelde toetsprestaties van leerlingen kunnen worden gebruikt als indicatie voor de kwaliteit van de school als geheel. Een serie meerkeuzevragen bepaalt of een school de kwaliteit wel of niet op orde heeft. Ik heb een amendement ingediend om dit ongedaan te maken.
De ChristenUnie vindt dat een school kwalitatief goed onderwijs moet bieden. Het gaat om de kwaliteit van lesgeven, de kwaliteit van de lesinhoud, de bijdrage aan de brede ontwikkeling van leerlingen en goede begeleiding van iedere leerling. Dat is meer dan opgetelde toetsscores van groep 8. In mijn ogen moeten scholen over deze zaken vooral verantwoording afleggen aan de ouders. Het gaat om hun kinderen die goed onderwijs mogen verwachten en ouders moeten invloed uit kunnen oefenen op de school van hun kind(eren).
De nadruk op toetsresultaten heeft andere effecten. Dat zien we nu al terug in het basisonderwijs. Soms wordt wekenlang getraind voor de toetsweek om een zo hoog mogelijke score te halen. In het belang van de leerling? Of misschien ook de school? De bekostiging hangt er straks misschien wel van af. Bovendien worden scholen in achterstandswijken benadeeld. Of kleinere scholen die veel zorgleerlingen aantrekken, omdat ze daar kleinschaliger onderwijs krijgen. De gemiddelde toetsscore is misschien lager, maar de kwaliteit van de begeleiding kan optimaal zijn.
De ChristenUnie wil terug naar het didactische doel van toetsing: hoe staat een leerling ervoor? Het is dan ook niet nodig om een monopoliepositie voor Cito vast te leggen. Scholen zijn immers professioneel genoeg om zelf te bepalen hoe de ontwikkeling van kinderen wordt gevolgd. Het is in ieders belang om een leerling op het juiste niveau te laten instromen in het voortgezet onderwijs.