Kleine school van onschatbare waarde

Met dank overgenomen van J.L. (Hans) Spekman i, gepubliceerd op maandag 25 februari 2013, 16:02.

Een kleine school in een kleine gemeenschap is van een onschatbare waarde, stellen Loes Ypma, Jan Schuurman Hess en ik maandag in een opiniestuk in NRC Handelsblad naar aanleiding van een bijzonder experiment in het Zeeuwse dorp Kats. De Onderwijsraad, de overheid en schoolbesturen moeten inzien dat sluiting van kleine scholen niet de beste optie is. Zij moeten creativiteit aanboren om kleine scholen te koesteren als een broedplaats voor onderwijskwaliteit en gemeenschapszin. Lees verder voor het hele stuk.

De Onderwijsraad adviseert de regering om kleine scholen met minder dan honderd leerlingen te sluiten, uiterlijk in 2019. Aanleiding voor het advies zijn aspecten van afnemende bevolkingsgroei en de financiële houdbaarheid van het onderwijs.

In Noord-Beveland, het kleinste van de Zeeuwse eilanden, wonen in 2013 nog net zoveel mensen als in 1830. Hetzelfde geldt voor grote delen van Zeeuws-Vlaanderen. Er zijn in die twee eeuwen wel eens perioden geweest dat er wat meer of minder mensen woonden, maar echte schommelingen zijn er niet. Ook voor Noord-Beveland geldt binnen enkele jaren een ‘bevolkingskrimp’ die zal oplopen tot een maximum van wel 25 procent.

Dat klinkt indrukwekkend en onheilspellend. Maar wat betekent dat in de werkelijkheid, verdeeld over de zes huidige basisscholen op het eiland? Gemiddeld een kind per klas minder dan nu het geval is. Wanneer de gemeente en de schoolbesturen dat zouden willen, zou iedere school levensvatbaar zijn en ruim boven de wettelijke opheffingsnorm.

De kosten van een school met 23 leerlingen bedragen, zo stelt de Onderwijsraad, 247.000 euro, terwijl de kosten van een klas met 25 leerlingen in de Randstad slechts 92.000 euro bedragen. Iedereen ziet dat deze getallen eenzijdig zijn en een gemanipuleerd beeld van de werkelijkheid schetsen.

Een ander argument van de Onderwijsraad om kleine scholen te sluiten, is dat de kwaliteit van het onderwijs op een kleine school vaak minder goed is dan op een grote school. Doe dan wat aan de kwaliteit, zou je zeggen.

De voorbije dertig jaar was het onderwijs in Kats, een klein dorp aan de oostkant van Noord-Beveland, van hoge kwaliteit. De school vormde het kloppend hart van de gemeenschap; vanuit de school werden sportactiviteiten georganiseerd, werden fameuze culturele evenementen ontwikkeld en werd de omgeving intensief betrokken bij het onderwijs.

Op basis van rapporten van Zeeuwse onderzoeksinstellingen (RPCZ en Scoop) en aangestuurd door de ‘Zeeuwse Onderwijsautoriteit’ hebben schoolbesturen in Zeeland zich gecommitteerd aan een eenzijdige en beperkte visie op de betekenis van het onderwijs in de gemeenschap: sluiting van scholen in kleine kernen; ‘efficiency’, en schaalvergroting. De school in Kats werd in beleidsvoornemens van de regionale onderwijskoepel en de gemeente als eerste in Noord-Beveland geschrapt. Ouders van de kinderen op school werd duidelijk gemaakt dat er geen toekomst is voor onderwijs op het dorp; zij verlieten de school in snel tempo.

In Kats is men de strijd voor het behoud van de school aangegaan. Katsenaren hechten aan de kwaliteiten van hun school: toponderwijs op maat van ieder kind en de school als hart van een open, vrije en verbonden gemeenschap. De Katsenaren hebben bondgenoten gevonden in de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, de gemeente Amsterdam en zij weten zich gesteund door de Partij van de Arbeid.

Gelukkig beveelt het rapport van de Onderwijsraad ruimte aan voor experimenten. Daarvan wil Kats gebruik maken om te laten zien dat goedkoper en beter onderwijs mogelijk is in kleine en levensvatbare scholen. Hoe?

Het gaat om het volgende idee: we ontwikkelen het voor Kats kenmerkende onderwijs op maat in drie groepen met gecombineerde klassen van gemiddeld zestien leerlingen; we verbinden de Katse school met zes andere nog te zoeken kleine scholen, verdeeld over het land, waar hetzelfde onderwijs op maat van ieder kind wordt gegeven. De nieuwe koepel van zeven scholen verbinden we met pabo’s als praktijkschool voor docenten in opleiding, gespecialiseerd in passend onderwijs. Tegelijk verbinden we de koepel van zeven kleine scholen met de vier grote steden in het land opdat wij voor hen veilige, betrouwbare en herkenbare partners zijn voor die gezinnen die voor langere of kortere perioden gebaat zijn bij een overzichtelijke en veilige leef- en onderwijsomgeving.

Er wordt een doorlopende leerlijn ontwikkeld met de Isaac Beeckman Academie, een school voor kleinschalig voortgezet onderwijs in het naburige Kapelle.

Op termijn hopen de Katsenaren het schoolgebouw te verwerven en het onderhoud te kunnen garanderen. Het Katse experiment zou ook gericht moeten zijn op het wegnemen van bureaucratie en overbodige regelgeving. Dat scheelt in kosten, werkdruk en stress.

Zo krijgt in Kats ieder kind de ruimte om zich in een vertrouwde en overzichtelijke omgeving te kunnen ontwikkelen als volwaardig lid van de gemeenschap. Bovendien wordt de gemeenschap versterkt door haar verantwoordelijkheden te laten opnemen voor het behoud van primaire voorzieningen. De Katsenaren reiken de hand naar kinderen en gezinnen in de knel, elders in de grote steden. En zij helpen mee aan de ontwikkeling van kwalitatief goed, passend onderwijs.

Een kleine school in een kleine gemeenschap is van een onschatbare waarde. De Onderwijsraad, de overheid en schoolbesturen moeten inzien dat sluiting van kleine scholen niet de beste optie is. Zij moeten creativiteit aanboren om kleine scholen te koesteren als een broedplaats voor onderwijskwaliteit en gemeenschapszin.