Over het woonakkoord

Met dank overgenomen van J.L. (Hans) Spekman i, gepubliceerd op donderdag 14 februari 2013.

Met het door vijf partijen gedragen woningakkoord helpen we de woningmarkt vlot te trekken. Ik vind het vooral belangrijk voor al die bouwvakkers die de afgelopen maanden op straat kwamen te staan, en die nu mogelijk weer zicht hebben op werk, maar ook voor al die bouwbedrijven die niet wisten of ze nog het einde van het jaar zouden halen. Ik hoop dat de btw-verlaging van 21 naar zes procent een stimulans is voor de bouwsector, en dat bouwbedrijven dit jaar het aantal opdrachten weer ziet stijgen. Dat is direct goed voor de werkgelegenheid.

Het akkoord is ook belangrijk voor huurders. Ja, we vragen nog steeds meer huur van mensen die meer verdienen, maar we hebben nu ook afgesproken dat mocht je straks onverhoopt minder salaris gaan verdienen, je dan ook weer minder huur gaat betalen. Ik kreeg hierover veel vragen de afgelopen tijd; waarom wij hogere huren vragen aan mensen met hogere inkomens. Dat doen we om het scheefwonen aan te pakken en om de rekening van de crisis niet eenzijdig bij de laagste inkomens te leggen. We zijn immers altijd voor kleinere verschillen tussen rijk en arm geweest. Solidariteit is waar wij het voor doen.

Dat vechten voor solidariteit en gelijkheid zal je ook terugzien in het Van Waarde-onderzoek van de Wiardi Beckman Stichting, dat aanstaande zaterdag wordt gepresenteerd. De verhalen die de WBS heeft verzameld leggen stuk voor stuk bloot waar het in onze maatschappij vandaag de dag wringt als het gaat om een aantal kernbegrippen die voor ons, als sociaal-democraten, ontzettend belangrijk zijn: bestaanszekerheid, arbeid, binding en verheffing.

Als het gaat om zekerheid en respect voor het werk dat je doet, als het gaat om je buurvrouw een handje helpen, zo nu en dan, en als het gaat om een goede juf voor je kinderen. Dat trekken we ons aan. Daarom presenteer ik die dag, namens het partijbestuur, een resolutie met de opdracht die wij onszelf, als partij, voor de komende jaren moeten geven.

We gaan daarover de komende weken flink in debat op verschillende discussiebijeenkomsten in het land. En daarna stemmen we erover op het congres op 27 april. (link) Daar hebben de leden uiteindelijk het laatste woord.