Brief regering; Stand van zaken sanerings- en defusieproces Amarantis Onderwijsgroep - Financiële positie van publiek bekostigde onderwijsinstellingen - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 33495 - Financiële positie van publiek bekostigde onderwijsinstellingen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Financiële positie van publiek bekostigde onderwijsinstellingen ; Brief regering; Stand van zaken sanerings- en defusieproces Amarantis Onderwijsgroep |
---|---|
Documentdatum | 20-12-2012 |
Publicatiedatum | 20-12-2012 |
Nummer | KST334953 |
Kenmerk | 33495, nr. 3 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2012–2013
33 495
Financiële positie van publiek bekostigde onderwijsinstellingen
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2012
In mijn brief van 3 december 2012 (Kamerstuk 33 495, nr.1) over het rapport van de Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis heb ik toegezegd uw Kamer nog in december van dit jaar te informeren over de actuele stand van zaken rondom het sanerings- en defusieproces van de Amarantis Onderwijsgroep. Met deze brief kom ik deze toezegging na.
Achtereenvolgens ga ik in op: de besteding van de continuïteitsgarantie tot nu toe, de stand van zaken rondom de splitsing van de Amarantis Onderwijsgroep in vijf nieuwe onderwijsinstellingen, de uitrol van het sociaal plan, de stappen die zijn gezet in relatie tot de macrodoelmatigheid in de regio Amsterdam en Utrecht/Amersfoort en op de vervolgopdracht aan de Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis.
Continuïteitsgarantie
In mei 2012 heeft mijn ambtsvoorganger een continuïteitsgarantie van maximaal € 18 miljoen toegezegd aan de Amarantis Onderwijsgroep. Deze middelen waren bestemd voor eenmalige uitgaven voor het sanerings- en defusieproces. In een brief van 26 juni 2012 van mijn ambtsvoorganger aan de interim-bestuursvoorzitter, de heer M. Wintels zijn de overwegingen, uitgangspunten en voorwaarden voor deze garantie uiteengezet. Vervolgens is besloten op basis van een subsidieaanvraag van de Amarantis Onderwijsgroep, met inachtneming van de in de brief van 26 juni 2012 gestelde kaders, een eerste tranche van de subsidie toe te kennen voor in totaal € 10 miljoen. Deze subsidie is verleend voor de kosten van het sociaal plan (€ 6 miljoen), voor de kosten van de betrokken externe adviseurs (€ 2 miljoen) en voor het voortgezet onderwijs in Almere (€ 2 miljoen). Over toekenning van een tweede tranche van de subsidie, ter dekking van de resterende defusiekosten wordt besloten nadat een vervolgaanvraag hiervoor door de Amarantis Onderwijsgroep is ingediend. Deze aanvraag is op dit moment in voorbereiding. Het totaal van subsidieaanvragen blijft naar verwachting onder het maximumbedrag van € 18 miljoen.
Splitsing Amarantis Onderwijsgroep in vijf nieuwe onderwijsinstellingen
Met ingang van 1 augustus 2012 zijn de bestuursoverdrachten van twee nieuwe scholen voor voortgezet onderwijs gerealiseerd. Hiermee is het voortgezet onderwijs Amsterdam en het voortgezet onderwijs Almere van de Amarantis Onderwijsgroep afgesplitst. Momenteel worden de bestuursoverdrachten voor de mbo-instellingen Amsterdam/Almere, Utrecht en Amersfoort voorbereid. De bestuursoverdrachten vinden kort voor 1 januari 2013 plaats en treden in werking op 1 januari 2013. Bij de benoeming van leden van de Raden van Toezicht van de nieuwe onderwijsinstellingen zijn de medezeggenschapsorganen van deze instellingen nauw betrokken. Zij hebben een positief advies gegeven over de geselecteerde kandidaten. De formele benoemingen voor de scholen voor voortgezet onderwijs worden in december afgerond. Voor de mbo-instellingen worden de formele benoemingen in januari voltooid. Voor de benoemingen van de leden van de Colleges van Bestuur is een benoemingsprocedure doorlopen. In deze procedure is een door de medezeggenschap gevormde benoemingscommissie ingezet. Deze benoemingen hebben voor 1 augustus 2012 plaatsgevonden.
De interim-bestuurder heeft mij laten weten dat de Stichting Amarantis Onderwijsgroep met de haar opvolgende stichtingen een «Raamovereenkomst inzake de ontvlechting van Amarantis» heeft gesloten. Op grond van deze overeenkomst is het Bestuurlijk overlegplatform (BOP) ingesteld. Dit overlegplatform voorziet in regulier overleg tussen de Stichting Amarantis en haar rechtsopvolgers over de aanvragen voor de continuïteitsgarantie en de besteding ervan. De Raamovereenkomst loopt tot 1 oktober 2013, evenals het sociaal plan zoals dat met de bonden is overeengekomen. Naar verwachting is de heer Wintels gedurende de looptijd van de Raamovereenkomst voorzitter van het BOP.
Vanaf 1 januari 2013 wordt toegewerkt naar ontbinding en vereffening van de Stichting Amarantis. Er wordt naar gestreefd het proces van liquidatie in 2013 af te ronden.
Sociaal plan Amarantis Onderwijsgroep
Het sanerings- en defusieproces van de Amarantis Onderwijsgroep heeft geleid tot een omvangrijke reorganisatie en personeelsreductie. Hiervoor is een sociaal plan in werking getreden dat loopt van 1 april 2012 tot 1 oktober 2013. De plaatsings- en benoemingsprocedures en het grootste gedeelte van de beroepsprocedures zijn inmiddels afgerond. Het sociaal plan bevindt zich nu in de nazorgfase. Het plan heeft geleid tot een sanering van 245 fte; 190 fte ondersteunend personeel en 55 fte onderwijsgevend personeel. De nieuwe onderwijsinstellingen zijn tot 1 oktober 2013 eraan gehouden om vacatureruimte eerst aan te bieden aan boventallig personeel dat in het kader van de defusie van de Amarantis Onderwijsgroep is ontslagen. Voorts wordt, indien gewenst, aan boventalligen begeleiding geboden bij het vinden van een baan bij een andere werkgever.
Marcodoelmatigheid in de regio Amsterdam en Utrecht
De splitsing van de Amarantis Onderwijsgroep in vijf kleinere onderwijsinstellingen noodzaakt tot een herbezinning van de macrodoelmatigheid van het onderwijsaanbod in de regio Amsterdam en Utrecht/Amersfoort. De heer M. Vermeulen en de heer R. de Lusenet voeren momenteel een onafhankelijk onderzoek uit naar de macrodoelmatigheid van het mbo-opleidingenaanbod van de roc’s in deze regio’s. Zij zullen hierover medio april 2013 een openbaar advies uitbrengen aan de bestuurders van de betrokken mbo-instellingen. De taakopdracht aan de onafhankelijke commissie luidt:
Advies uitbrengen over de verbetering van de macrodoelmatigheid van het opleidingenaanbod van de betrokken mbo-instellingen in de regio Amsterdam en de regio Amersfoort-Utrecht. Het advies te baseren op een analyse van de kansen en bedreigingen voor het huidige opleidingenaanbod van de mbo-instellingen in de betreffende regio’s en op de ontwikkeling daarvan bij ongewijzigd beleid in de komende jaren. Aandachtspunten daarbij zijn in ieder geval de kwaliteit van de opleidingen, de arbeidsmarktperspectieven van de afgestudeerde mbo’ers, de demografische ontwikkeling in de betrokken regio’s, de kosten- bateneffecten van alternatieven voor het opleidingenaanbod van de betrokken instellingen op langere termijn, en in Amsterdam ook de gebouwensituatie.
Vervolgopdracht Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis
In mijn brief van 3 december 2012 (Kamerstuk 33 495, nr. 1) heb ik aangegeven dat de Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis met ingang van 3 december 2012 een nieuwe taak heeft: mede op basis van de kennis, feiten en signalen waarover de commissie de beschikking heeft gekregen bij het eerdere onderzoek, een nader onderzoek te doen naar mogelijke persoonlijke bevoordeling, bovenmatig persoonlijk gebruik van faciliteiten of bevoordeling van derden door, al dan niet gewezen, bestuurders, leidinggevenden of adviseurs van de instelling of haar rechtsvoorgangers. Dit nader onderzoek, onder voorzitterschap van mevrouw F. Halsema, betreft dezelfde periode als die van het eerste onderzoek en is erop gericht, ten aanzien van de bestuurders, leidinggevenden of adviseurs vast te stellen hoe hun handelen of nalaten zich verhoudt tot:
de behoorlijke taakvervulling, bedoeld in artikel 2:9 van het Burgerlijk wetboek;
algemeen aanvaarde normen van doelmatige besteding van publieke middelen.
Het is de bedoeling dat de commissie mij vóór 1 februari 2013 haar rapport uitbrengt. Het besluit waarin dit alles wordt geregeld heb ik op 12 december 2012 ondertekend en werkt terug tot en met 3 december 2012. Het is ter informatie bij deze brief gevoegd1 en wordt zo spoedig mogelijk in de Staatscourant gepubliceerd.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer