Biobrandstoffen

Met dank overgenomen van J.C. (Jan) Vos i, gepubliceerd op dinsdag 18 december 2012.

Gesproken woord geldt!

Voorzitter, de eerste dieselmotoren van Rudolph Diesel liepen 125 jaar geleden op pindaolie en dierlijk vet. Henry Ford gebruikte ethanol als brandstof voor zijn eerste auto’s.Haardvuurtjes zijn bijna net zo oud als de mensheid. We zijn inmiddels al zolang overgestapt op aardolie dat we dit zouden vergeten. Maar nu raakt onze olie op. Bovendien zorgt onze CO2-uitstoot voor wereldwijde problemen en ook dit jaar is onze uitstoot weer toegenomen,met 2,3%. Het stoken van onze kolen maakt de aarde tot de kachel van onze Melkweg. Het is dan ook niet vreemd dat we teruggrijpen op biomassa en biobrandstoffen.

Het roer moet om. Deze regering heeft daarom een ambitieuze doelstelling geformuleerd: 16% duurzame energie in 2020. Onderdeel daarvan is 10% hernieuwbare energie in het vervoer in 2016. In totaal kan die 10% hernieuwbare energie daarmee voor ca. 2% bijdragen aan de doelstelling van 16%.

Biobrandstoffen dus. Voorzitter, het debat over biobrandstoffen is hevig gepolariseerd. Aanene kant de biobrandstoffenproducenten. Ik heb met deze ondernemende mensen gesproken en ik heb bewondering voor hun pioniersgeest. Zij vragen terecht aandacht voor een stabiel en voorspelbaar regeringsbeleid, hun gedane investeringen en zij wijzen terecht op de voordelen van biobrandstoffen: minder CO2-uitstoot, duurzame grondstoffen en innovatie.

Aan de andere kant de NGO’s die eveneens terecht aandacht vragen voor de gevolgen van het grootschalig gebruik van biobrandstoffen. Ik heb soja-boeren uit Brazilie gesproken, een bio-brandstofextpert uit Kenya en activisten uit Tanzania. Deze mensen hebben mij schrijnende voorbeelden voorgehouden van de gevolgen van landaankoop door grootgrondbezitters die mensenrechten schenden, leugens verkopen en ons klimaat schade toebrengen.

Ondertussen is de wel de terechte vraag aan ons, de volksvertegenwoordiging, welke kant we nu op moeten met biobrandstoffen. We hebben biobrandstoffen nodig en biobrandstoffen bieden kansen, maar we kunnen onze ogen ook niet sluiten voor de problemen die er spelen.Producenten claimen dat ze vooral biobrandstoffen halen uit Europa en van arme gronden. Maar uit de impact assessment van EU uit 2008 blijkt dat ongeveer een derde van biobrandstoffen wordt geïmporteerd. Bij ongewijzigd beleid is dat de helft in 2020, aldus de staatssecretaris in haar antwoorden op onze vragen..

In het licht van bovenstaande toont de PvdA-fractie veel begrip voor het feit dat de staatssecretaris afziet van een versneld groeipad voor het aandeel biobrandstoffen in het wegverkeer. De kamer pleitte hier weliswaar voor, maar alleen op de uitdrukkelijkevoorwaarde dat dit met duurzame, ‘tweede generatie’ biobrandstoffen zou gebeuren. Tot op heden is daar geen goede invulling aan gegeven. De sector komt over anderhalf jaar met een voorstel. Dat betekent dat wij tot die tijd niet kunnen instemmen met de ophoging.

Tegelijkertijd heeft mijn fractie de ambitie om de ingezette lijn naar een grootschaliger gebruik van biobrandstoffen en biomassa door te zetten. Vandaag nog werd een investering bekend van 500 miljoen Euro in een grote tweede generatie biomassa raffinaderij. Het is precies die tweede generatie biobrandstoffen waar we de toekomst zien. Dat brengt mij bij devoorstellen van de Europese Commissie. De Commissie heeft bij gebrek aan het goed in kaart kunnen brengen van de indirecte effecten besloten om de eerste generatie biobrandstoffen te begrenzen op maximaal 5% in 2020. Verder stelt zij voor om geavanceerde biobrandstoffen te stimuleren en een drempelwaarde van 60% voor reductie van broeikasgasemissies in te voeren. Het groeipad wordt tegelijkertijd niet verlaagd zodat de huidige investeringen die in eerste generatie zijn gedaan, niet teniet worden gedaan. Stuk voor stuk lijken ditweloverwogen stappen en samen vormen zij een goede middenweg. Wij steunen de staatssecretaris dan ook in de steun die zij op haar beurt aan deze voorstellen geeft.

De vraag aan de staatssecretaris is, als we haar lijn volgen, wat betekent dat dan voor de groei van eerste generatie biobrandstoffen in Nederland? En in hoeverre kan gegarandeerd worden dat deze duurzaam zijn? En andersom gesteld, is er voldoende capaciteit om de doelstelling van 10% in 2020 te halen waarbij tenminste 5% niet met eerste generatie gehaald kan worden en waarbij dus tweede generatie dan wel andere oplossingen zoals elektrisch vervoer gevonden moeten worden? Overweegt de staatssecretaris in het kader van de controverse rondom de eerste generatie biobrandstoffen een uitfasering van deze grondstoffen na 2020?

Wij vragen ons af of de staatssecretaris de steun voor ILUC, de indirecte effecten dus, niet wil steunen. Klopt het dat Denemarken en het Verenigd Koninkrijk wel per 2014 harde doelstellingen willen op dit terrein? ILUC dreigt wel erg bureaucratisch te worden, is dit een achterliggende reden? Waarom volgt de staatssecretaris dit niet?

Op korte termijn komt er een rapportage van de Europese Commissie over sociale gevolgen biobrandstoffenbeleid. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer we deze precies kunnen verwachten?

Dan nog enkele andere vragen: hoe staat de staatssecretaris t.o.v. groengas? Wij kennen geen techniek-neutrale fiscale bevoordeling van voertuigen. Mijn fractie wil al langere tijd een groen gas bijmengverplichting. Hoe kijkt de staatssecretaris daar tegenaan?

Ten aanzien van vaste biomassa, is de staatssecretaris van plan om wettelijke duurzaamheidsstandaard in te voeren? Hoe ziet zij de transparantie van deze keten voor zich?

Voorzitter, het zou de producenten van biobrandstoffen sieren als zij hun productieketens 100% transparant maken, in samenwerking met NGO’s. Dat voor komt dat wij de staatssecretaris moeten vragen in te grijpen in de ketentransparantie. Te vaak hoor ik mooie praatjes, zelden de realiteit: ‘we doen ons best, maar het gaat wel eens mis.’ Het is ook in het belang van de bedrijven zelf, er is veel controverse. Ik daag NGO’s en biobrandstoffenproducenten uit om samen te werken, de realiteit te zien en inzichtelijk maken voor beleidsmakers en de politiek. Alleen zo kunnen we samen vooruit om de bewoners van onze aarde een alternatief te bieden voor fossiele energie.

Voorzitter, dank u wel.