Een voettocht vol verhalen

Met dank overgenomen van J.L. (Hans) Spekman i, gepubliceerd op donderdag 13 december 2012, 15:02.

Foto Flickr / PvdA

Vandaag wandelde ik met Jan Schuurman Hess door Zevenhuizen. Het was koud, er stond een waterig zonnetje, maar het was prachtig om met Jan door mijn geboortedorp te lopen.

Al bijna twee jaar geleden is Jan begonnen met een groot project. Groot in zijn eenvoud, want Jan besloot een voettocht te maken door heel Nederland.

Gewoon, om de mensen die hij tegenkwam te spreken en om het verhaal te vertellen van de dorpen die hij zo doorkruiste, om op die manier een ander geluid te laten horen dan de beleidsnotities die in de politiek zo overheersen. Het leverde hem een berg geweldig imposante verhalen op en een stel goede vrienden, want steeds vroeg hij partijgenoten om met hem mee te lopen.

En vandaag was het mijn beurt. Met Jan ging ik terug naar Zevenhuizen, waar ik eigenlijk alleen nog kom voor de jaarlijkse APK-keuring van mijn auto en voor het Sinterklaasfeest met mijn familie.

Ik wilde Jan meenemen naar de Roerdomp, de kroeg aan de oever van de Rottemeren, waar het hele dorp zich in de winter, als er ijs ligt, op zijn schaatsen verzamelt om punch te drinken. Ik wilde hem het huis van mijn oma laten zien, en de plaatsen waar ik vroeger ging vissen. Ik wilde langs de bakkerij lopen, voor een gesprekje met de medewerkers en de vaste klanten daar. Dé plek voor de laatste roddels.

Ik wilde Jan vertellen over de schoonheid van het dorp, maar ook over het verleden. Mijn beide ouders kwamen uit het dorp. Mijn opa Spekman richtte er in 1913 de lokale afdeling van de SDAP op. Mijn moeder moest er op haar elfde van school om spruitjes te plukken, en mijn vader werkte er in de timmerfabriek. Daarmee was ik een zoon van Plan Oost, waar de oud-Zevenhuizenaren woonden. En dat hield in dat wij als kinderen per definitie op voet van oorlog waren met de forenzenkinderen uit Plan West, een oorlog die we ’s zomers uitvochten met blaaspijpen en ’s winters met sneeuwballen.

En zo, terwijl ik Jan rondleidde door de straten van Zevenhuizen, zag ik mijn dorp door zijn ogen en bedacht me hoeveel van deze verhalen Jan gehoord moet hebben. Hoe herkenbaar mijn dorp met al zijn verhalen voor veel mensen moet zijn.