Geen tijd voor begrotingstrucjes - Hoofdinhoud
Vrijdag moeten de Europese regeringsleiders beslissen over de bestemming van een slordige 1000 miljard euro, uit te geven tussen 2014 en 2020. De kans van slagen lijkt steeds kleiner te worden, zeker nu ook de onderhandelingen voor de begroting van 2013 zijn stukgelopen. De Britse premier David Cameron kan niet meer thuiskomen zonder een fors lagere begroting, Zweden accepteert geen korting op haar korting op de EU-bijdrage, Denemarken wil ook een korting, Frankrijk wil niet tornen aan de landbouwsubsidies, terwijl de 15 netto-ontvangers onder leiding van Polen fel de grote sommen cohesiegeld verdedigen. De Commissie opent haar trukendoos om een begroting achter de hand te hebben die ook zonder de Britten in 2014 kan ingaan. Maar het is geen tijd voor trucjes.
De huidige crisis in de eurozone biedt regeringsleiders juist een uitgelezen kans de EU-begroting radicaal te verbouwen. Europa moet zijn geld steken in structurele economische hervormingen, innovatie, duurzaamheid, energie. In democratie, buitenlands beleid en grensoverschrijdende samenwerking. Dat zijn de prioriteiten van de EU. Daar zit de toegevoegde waarde, dus daar moet het geld heen. Niet zoveel naar landbouwsubsidies (364 miljard in het laatste voorstel van Van Rompuy) en cohesiebeleid (309 miljard euro).
Naast de aard van de bestedingen moet Nederland zich opwinden over de flexibiliteit van de Europese meerjarenbegroting. Die is, om het Haags te houden, zo flexibel als een loden deur. Anno 2012 zit de EU financieel vast aan een besluit uit december 2005. Op dat moment kon niemand bevroeden dat Europa enkele jaren later in een diepe financiële, economische en vooral politieke crisis zou zitten. Ruimte om te herprioriteren en het geld uit te geven om de crisis op te lossen, is er niet.
Hoewel zijn boekhoudersmentaliteit Jan Kees de Jager in Nederland populair maakte, raad ik Mark Rutte, Jeroen Dijsselbloem en Frans Timmermans aan verder te kijken dan de eigen broekzak. Er is namelijk ook een vestzak. Nederland kan in Europa in één klap de koers verleggen door niet alleen de eeuwige strijd om de nationale korting op de EU-bijdrage aan te gaan, maar ook te vechten voor een effectieve besteding van dat biljoen. Daar is Europa bij gebaat, en daar is Nederland bij gebaat. Juist nu.
D66 pleit voor een nieuwe meerjarenbegroting op basis van conditionaliteit: als de resultaten van investeringen tegenvallen, moet het beleid tussentijds worden aangepast. Een begroting die inspeelt op een veranderende wereld: in het bedrijfsleven is dat zo klaar als een klontje, in Europa nog niet. Te veel projecten, vooral uit de regionale fondsen, worden uitgevoerd ‘omdat het geld er nu eenmaal is’. De Europese Commissie moet strenge voorwaarden stellen, projecten één voor één goedkeuren en achteraf laten controleren door het Europees Parlement. Geen stempel is geen geld. Doelmatigheid voorop.
De eeuwige strijd om nationale kortingen en de fixatie op de eigen broekzak kan eenvoudig worden opgelost. D66 pleit voor een hervorming van de financiering van de EU, zodat de nationale afdrachten het debat niet telkens gijzelen. Door een klein percentage van de BTW te reserveren voor Europa zijn we af van de jaarlijkse koehandel van regeringsleiders achter gesloten deuren en het rondpompen van geld. Eigen inkomsten voor Europa verlichten niet alleen de schatkist, maar laten de Europese begroting ook meedeinen op de conjunctuur. In slechte tijden minder geld voor Europa, in goede tijden meer. Dat is een helder en eerlijk verhaal.
De strategie van Rutte en De Jager was de afgelopen 18 maanden louter gericht op het verlagen van de Nederlandse bijdrage. Dat is op zich een terecht streven, de Europese Commissie erkent dat ook. Maar als enig doel is het te eenzijdig. Het is aan het nieuwe kabinet nu de tweede slag te maken. In plaats van het Verenigd Koninkrijk van David Cameron te steunen met een veto, moet Nederland, net als Duitsland lijkt in te zien, het politieke lef hebben het boekhouderskamp te verlaten en waar voor zijn geld te eisen.
De Jager voerde een eenzame strijd, maar zonder vrienden heb je geen invloed in Europa. Een nieuwe strategie levert Nederland, ook in de portemonnee, meer op dan voortdurende tegenwerking. Kwaliteit boven kwantiteit - dat is de Nederlandse kiezer prima uit te leggen.