Inbreng Diederik Samsom tijdens debat over regeringsverklaring

Met dank overgenomen van D.M. (Diederik) Samsom i, gepubliceerd op dinsdag 13 november 2012, 20:02.

Het is de taak van het kabinet om Nederland sterker en socialer uit de crisis te leiden. Door de rekening van de crisis te betalen. Door de rekening van de crisis eerlijk te delen. En door vooruitgang mogelijk te maken door te investeren in onderwijs en een duurzame economie. Daar wil de Partij van de Arbeid zich de komende jaren voor inzetten. Lees verder voor mijn integrale bijdrage tijdens het debat over de regeringsverklaring.

Gesproken woord geldt

Mevrouw de voorzitter,

Op 15 september 2008 vroeg de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers uitstel van betaling aan. Toentertijd bevatte niemand direct wat de gevolgen zouden zijn van het omvallen van een zakenbank met een schuld die groter was dan de jaarlijkse economie van vele landen in de wereld.

Vandaag weten we het maar al te goed. Een piepend en krakend financieel systeem, een krimpende economie, een stilvallende huizenmarkt, een stijging van de werkloosheid en tot overmaat van ramp de eurocrisis.

In 2008 en 2009 konden we nog besluiten de rekening van de financiële crisis voor een groot deel op de schouders van de overheid te laten rusten. Honderdduizenden mensen behielden daardoor hun baan. Ons spaargeld en onze pensioenen werden op dat moment veilig gesteld. De rekening zouden we snel voldoen als de economie zich weer zou herstellen.

De eurocrisis gooide roet in het eten. De economie heeft zich niet hersteld, het vertrouwen van investeerders en consumenten heeft nieuwe deuken opgelopen. Samenlevingen in Europa zijn speelbal geworden of dreigen dat te worden van financiële markten. Werkloosheid schiet in Zuid Europa naar vele tientallen procenten, tot 50% onder de jeugd. Een hele generatie dreigt op te groeien zonder enig perspectief.

Ons herstel begint uiteindelijk bij het herstel van stabiliteit en kracht van Europa. We kunnen elkaar hier uren of dagen de maat nemen over binnenlandse kwesties van grote importantie - ik kom straks op al die onderwerpen terug - maar als we de Euro niet definitief van de rand van de afgrond weten weg te sturen is ieder regeerakkoord, gedoemd tot mislukken.

Mijn fractie is daarom blij dat dit kabinet zich expliciet weer met het gezicht naar Europa richt. Niet tegen wil en dank, maar in het volle besef dat de toekomst van Nederland in Europa ligt. De offers die daarvoor gebracht moeten worden, willen we brengen. Zuid Europa krijgt de helpende hand toegestoken, mits dat gepaard gaat met bewezen inspanningen van hun kant om hun eigen begroting en economie te versterken.

De PvdA vraagt daarbij niet om een radicale trendbreuk met het beleid van de afgelopen jaren, wij steunden dat ook als oppositiepartij. We verwachten wel een stijlbreuk: niet meer vanuit louter wantrouwen jegens andere landen handelen, maar ook vanuit vertrouwen werken aan een sterker Europa. En niet louter om markt en munt te redden, maar ook omdat Europa een waardengemeenschap is die een cruciale factor vormt voor de toekomst van onze kinderen.

En Europa herstelt niet zonder een drastische hervorming van de financiële sector. De sector waarin de crisis begon en die nog altijd een zwakke schakel vormt in het herstel van de economieën. We zijn blij dat we nu met dit kabinet voluit naar die Europese bankenunie streven. En we zijn zeer tevreden met de voorgenomen hervorming van de financiële sector hier in Nederland. Minder speculatie, minder risico’s, meer moraal, meer normen. Belangrijke hervormingen die moeten helpen voorkomen dat we snel weer in dezelfde situatie terecht kunnen komen, als toen in 2008 met Lehman Brothers.

Want vier jaar en twee maanden na de ondergang van Lehman Brothers staan wij hier met de rekening in handen. Een bezuinigingsoperatie van ongekende omvang - zonder precedent in ons vaderlandse geschiedenis - is nu noodzakelijk.

Er ligt een rekening van 16 miljard aan nieuwe bezuinigingen bovenop de nog lopende operatie van ongeveer 30 miljard. 46 miljard in totaal.

Die astronomische rekening plaatst ons voor drie uitdagingen tegelijkertijd. Uiteraard om de rekening te betalen. Maar ook om de rekening op een fatsoenlijke manier te verdelen, zodat mensen die het al lastig hebben niet onevenredig zwaar worden getroffen. En tenslotte voor de uitdaging om een nieuwe rekening te voorkomen, door in deze bezuinigingstijd onze samenleving te blijven versterken zodat we uiteindelijk sterker en socialer uit de crisis komen.

We vragen offers van iedereen, we vragen die offers naar draagkracht en die offers mogen niet voor niets zijn.

Het regeerakkoord vormt een solide basis van waaruit we de komende jaren die drie opdrachten - de rekening betalen, de rekening eerlijk verdelen en een volgende rekening voorkomen - gaan vervullen.

Mevrouw de voorzitter,

De afgelopen twee weken bleek dat één voornemen uit dat regeerakkoord niet draagbaar was voor één van beide coalitiepartijen.

Op zo’n moment kun je stug blijven doorgaan op de ingeslagen weg. Maar je kunt ook op zoek gaan naar een alternatief. Een alternatief dat - binnen de afspraken van het regeerakkoord - wél aanvaardbaar is voor beide coalitiepartijen en bovendien ook het doel van een eerlijkere verdeling van de pijn.

Dat alternatief hebben we gevonden. Maar daar ging flink wat commotie aan vooraf. Ik trek me dat aan. Ik heb campagne gevoerd en geformeerd met de vaste doelstelling om in de komende jaren het vertrouwen in de politiek te herstellen. Door het eerlijke verhaal te vertellen en door te laten zien dat politiek ertoe doet. Dat de veranderkracht van politiek een wezenlijk verschil kan maken.

In de afgelopen twee weken is echter het tegenovergestelde gebeurd: het vertrouwen heeft alweer een flinke deuk opgelopen. En we zijn gemotiveerd om het gedeukte vertrouwen weer te herstellen.

Mevrouw de voorzitter,

Het alternatief hebben we gisteren aan de leden van uw Kamer gestuurd. We vervangen de inkomensafhankelijke zorgpremie door enkele ingrepen in het belastingstelsel: de arbeidskorting en de heffingskorting gaan omhoog voor lage en middeninkomens en omlaag voor hoge inkomens.

We dienen en bereiken hiermee hetzelfde doel als bij de inkomensafhankelijke premie: lage inkomens gaan erop vooruit, middeninkomens worden zoveel mogelijk ontzien en van hoge inkomens wordt een extra bijdrage gevraagd.

Daarmee zorgen we ervoor dat de 16 miljard plus de nog lopende 30 miljard - waarvan een groot gedeelte nog gerealiseerd moet worden - aan bezuinigingen die iedereen in Nederland de komende jaren zullen raken ook door iedereen gedragen kunnen worden. Ook door de lage inkomens, die altijd meer pijn voelen van de bezuinigingen op de overheid. Voor hen doen we nu iets extra’s en vragen we een extra bijdrage van hen die het relatief goed hebben. Zo verdelen we de pijn van het hele pakket eerlijk. In die zin is het dus een integraal onderdeel van het bezuinigingspakket: het maakt het mogelijk.

De inkomensverdeling die nu ontstaat is minder uitgesproken dan de vorige. Om de evenwicht in het pakket te bewaren hebben we uit de begroting voor infrastructuur 250 miljoen vrijgemaakt om in het overleg met sociale partners de sociale agenda te versterken. Daarmee kunnen we in het overleg met sociale partners bijvoorbeeld in de sfeer van ontslag en WW een aantal zaken verbeteren.

Voorzitter,

Met ons alternatief blijft één van de pijlers onder het regeerakkoord overeind: hoge inkomens dragen meer bij dan lage inkomens. Met een wat gelijkmatiger verdeling en minder uitschieters, maar nog met uitschieters. Uitschieters die samenhangen met de hoeveelheid noodzakelijke maatregelen die we moeten nemen en met de variatie aan gezinssituaties die dit mooie land kent.

Daarom doe ik geen koopkrachtbeloften.

Omdat ieder gezin en iedere thuissituatie uniek is.

Ik doe wel een andere belofte. De belofte dat de PvdA-fractie dag na dag vanuit de Kamer het kabinet scherp zal houden en bij het uitvoeren van de opdrachten uit het regeerakkoord: de rekening van crisis betalen; de rekening van de crisis eerlijk verdelen; en de volgende rekening van de crisis voorkomen.

Om zo samen de weg omhoog weer in te slaan.

Mevrouw de voorzitter,

Op een breed aantal terreinen zijn er daarvoor doorbraken nodig. In de zorg, op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, in onze energievoorziening. Aanpassingen en hervormingen waarvan iedereen eigenlijk al jaren voelt dat ze noodzakelijk zijn. En waar we nu eindelijk aan kunnen beginnen.

Laat ik van die aanpassingen er twee uitlichten. Allereerst de arbeidsmarkt.

Daarbij denk ik allereerst niet aan franchise, regelingen en schuiven, maar aan de mensen die ik ontmoette tijdens de verkiezingscampagne. Hun zorg en wensen vormden mijn kompas in de formatie.

Vijftigplussers, die zich afvroegen of zij wel op een fatsoenlijke manier met AOW konden. Of hoe ze op hun leeftijd nog aan een nieuwe baan konden komen, bij onverhoopt ontslag.. Omdat bij het Lenteakkoord allerlei zekerheden voor hen waren weggesneden.

Tegen hen zeg ik: het is gelukt. In het regeerakkoord zorgen we ervoor dat de AOW-leeftijd op een sociale manier wordt verhoogd. Door oudere werknemers die lang hebben gewerkt voor een laag inkomen de kans te bieden met een werkbonus een buffer op te bouwen om eerder met pensioen te gaan. En door heb bij onverhoopt ontslag via het UWV wel een budget voor scholing en reintegratie mee te geven om de kans op een nieuwe baan te bevorderen. En door een vangnet te spannen voor als een nieuwe baan niet gevonden wordt, zodat iedereen boven de 55 zijn pensioen haalt zonder huis te hoeven opeten, of van een ander afhankelijk te worden.

Of ik dacht aan de schoonmakers die begin dit jaar zo massaal protesteerden voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Die op basis van nul urencontracten en pay-roll constructies door de gangen van de ministeries werden gejaagd. We gaan die schoonmakers gewoon weer in dienst nemen. Want door het openstellen van de laagste loonschalen van CAO van het Rijk, kunnen wij hen weer in dienst nemen. Zoals het hoort bij onmisbare krachten in een organisatie.

Ik zie dit als het begin van een correctie op een te ver doorschietende flexibilisering op de arbeidsmarkt. Maar we zijn er nog niet. Een groeiend leger aan flexwerkers is - de romantische kanten van flexibele arbeid ten spijt - tegen wil en dank flexwerker en wordt van baantje naar baantje gepiepeld. Hun positie willen we versterken. Een belangrijke opdracht voor de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. We zullen hem daarbij kritisch ondersteunen.

En dan de tweede aanpassing: het versterken van de Nederlandse maakindustrie en de opbouw van een duurzame economie. Daarmee kunnen we de nieuwe kracht van Nederland aanboren.

De steeds verder uitdijende financiële en dienstverlenende sector en bij Nederland sinds de jaren negentig veel welvaart opgeleverd, maar ze maken ook kwetsbaar in tijden van crisis.

We zien om ons heen dat landen met een hoogwaardige maakindustrie, met veel technologie en innovatie, beter door de crisis komen. Bovendien weten we dat onze energievoorziening een radicale transformatie nodigt heeft in de komende decennia. Zonder een nieuwe energievoorziening, geen toekomstige welvaart voor onze kinderen.

Er is dus alle reden om te investeren in duurzame bedrijvigheid en technologische innovatie, om zo de banen van de toekomst te scheppen.

Daarom tonen we ambitie met de doelstelling van 16% duurzame energie in 2020, met het lange termijn doel van een 100% duurzame energievoorziening in 2050. We willen zekerheid bieden aan bedrijven, investeerders en particulieren. Die daarmee aan de slag kunnen, bijvoorbeeld met de zelflevering zoals afgesproken is in het regeerakkoord. Daarvoor zoeken we naar breed draagvlak - in de Kamer en daarbuiten - om zo eindelijk een betrouwbaar en langjarig energiebeleid te creëren.

En daarom is mijn fractie zo gebrand op het slagen van de voornemens om meer jongeren techniek te laten studeren, op alle niveau’s. Extra aandacht moet daarbij wat ons betreft uitgaan naar het versterken van de technische richtingen op VMBO en MBO. Want alleen met voldoende technisch geschoolde jongeren slaagt onze missie voor een innovatieve duurzame economie.

Mevrouw de Voorzitter,

De hervormingen die noodzakelijk zijn, zullen gepaard gaan met grote maatschappelijke weerstand. Een deel daarvan hebben we de afgelopen week al kunnen zien. Maar ik kan het niet mooier maken dan het is, dat zal de komende jaren zeker vaker gaan gebeuren.

Want de wereld van voor de financiële crisis komt niet terug. De tijd is nu gekomen dat politici verantwoordelijkheid nemen, met elkaar, om de problemen van onze tijd onder ogen te zien en het hoofd te bieden. Zo kunnen we nieuw perspectief bieden op de toekomst.

In de huidige financiële omstandigheden kan dat alleen door van mensen met een hoger inkomen een extra bijdrage te vragen. We deden en we doen een beroep op solidariteit van iedereen die het relatief goed heeft.

Geen moment heb ik onderschat wat dat betekent. Als je van een jong stel met jonge kinderen, met twee goede inkomens en een mooi koophuis vraagt een paar honderd euro per maand in te leveren, vraag je van hen dat ze niet meer alles in het leven kunnen doen wat tot nu toe nog wel kan.

Dat is een offer en dat offer is niet mals. Tegen hen allemaal zou ik willen zeggen: we vragen het van u, omdat we dat nu eens niet van de heftruckchauffeur op minimumloon, een gehandicapte jongere of een zorgbehoevende oudere willen vragen. Omdat we van hen al genoeg vragen de komende jaren en hun bijdrage iets willen verzachten.

Tegelijkertijd bieden we u en uw kinderen ook hoop op een betere toekomst. Door het onderwijs te ontzien in deze moeilijke tijden. Door te investeren in een nieuwe, schone energievoorziening, waar de banen van morgen te vinden zijn. En door het fundament voor structureel economisch herstel te leggen.

Mevrouw de voorzitter, ik wil afsluiten met een citaat van Willem Drees, uit 1948.

'Wij willen niet ons volk begoochelen met de voorstelling, alsof het binnenkort in een luilekkerland zou kunnen arriveren. Wij weten dat er moeilijke jaren komen, doch wij weten ook, dat wij het perspectief kunnen bieden van een wederopbloeiend land, van een volk dat zijn gezondheid en kracht herwint en zich geestelijk herstelt en van een stijgende welvaart, van een rijker cultureel leven, in verscheidenheid en in eendracht.'

Aan het kabinet nu de taak om Nederland sterker en socialer uit de crisis te leiden.

Door de rekening van de crisis te betalen.

Door de rekening van de crisis eerlijk te delen.

En door vooruitgang mogelijk te maken door te investeren in onderwijs en een duurzame economie.

En daar wil de Partij van de Arbeid zich de komende jaren dag na dag voor inzetten.

Dank u wel.