Debat Normering Topinkomens
De Eerste Kamer debatteerde afgelopen dinsdag over het wetsvoorstel normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, de zogenaamde topinkomens. D66 senator Hans Engels vindt dat te hoge inkomens in deze sectoren het vertrouwen in de overheid aantast. De samenleving is terecht verontwaardigd over het betrekkelijke gemak waarmee riante salarissen uit publieke middelen worden betaald, zeker als er geen enkele vorm van concurrentie op de markt is en de bestuurder risicoloos zijn taak kan uitvoeren tot hij zijn pensioen bereikt of ontslagen wordt met een substantiële vertrekvergoeding.
“De publieke inkomensontwikkeling in het topsegment behoort transparant en gematigd te zijn”, aldus senator Engels. D66 onderschrijft dan ook de uitgangspunten van deze wet. Wel heeft D66 moeite met het voorliggende voorstel door de substantiële amendering door de Tweede Kamer. Het voorstel is vergaand aangescherpt en D66 meent dat niet alleen (semi-)publieke instellingen onder de reikwijdte van de wet gaan vallen, maar ook bedrijven die opereren in het zogenaamde private domein. D66 meent dat de overheid zich alleen mag mengen in dit domein als daar zwaarwegende en goed beargumenteerde redenen voor zijn.
De Raad van State werd naar aanleiding van de aangenomen amendementen om advies gevraagd en ook zij toonde zich terughoudend in de beoordeling van het wetsvoorstel. De Raad van State maakt zich samen met D66 zorgen over de vraag of Europese regels wel toestaan dat Nederland zich inmengt in lopende arbeidscontracten opgesteld door de private sector. D66 heeft daarom aan de minister gevraagd nog eens goed uit te leggen welke zwaarwegende redenen er zijn om in de private sector in te grijpen.
Op 13 november zal de Eerste Kamer stemmen over het wetsvoorstel. Lees hier de gehele inbreng van Hans Engels.
- 1.Rechtsgeleerde van D66-huize die als wetenschapper en politicus in de voetstappen van zijn leermeester Jan Vis stapte. Was docent staatsrecht en later bijzonder hoogleraar gemeenterecht/gemeentekunde (Thorbecke-leerstoel) in Leiden en bijzonder hoogleraar 'rechten decentrale overheden' (Oppenheim-leerstoeel) in Groningen. Kwam in 2004 in de Eerste Kamer en werd in 2010 fractievoorzitter, een functie die hij in 2018-2019 nog eens bekleedde. Sprak veelvuldig in debatten over binnenlands bestuur en constitutioneel bestel, maar ook over justitiële onderwerpen, zorg en integratie. Was voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin. Van september 2018 tot 1 januari 2021 was hij waarnemend burgemeester van Loppersum.