Ouderen, zorg en de toekomst - Hoofdinhoud
Maandag 16 juli was ik op bezoek bij verzorgingshuis Raffy. Een huis speciaal voor Indische en Molukse ouders die daar met veel plezier wonen. Voor vrijwilligerswerk is er zelfs een wachtlijst. Verzorgingshuis Raffy behoort dus tot de overgrote meerderheid van de verzorgings- en verpleeghuizen waar ouderen naar volle tevredenheid wonen en hun familie en vrienden graag langskomen voor koffie of voor mantelzorg.
Ik was daar om met andere politici te debatteren over de ouderzorg. Verschillende onderwerpen zijn voorbij gekomen. AWBZ, pensioenen, eigen bijdragen, zorgkantoren en marktwerking. De concrete inhoud van en positie van het CDA met betrekking tot deze onderwerpen is van belang. Maar daar aan vooraf gaat hoe het CDA kijkt naar de ouderen in ons land.
Het CDA verkiezingsprogramma heet Iedereen. En dat is met een reden. Het CDA wil dat iedereen meedoet in onze samenleving. Ook ouderen. In de praktijk blijkt dat ook zo te zijn. De ouderen in Nederland zijn in goede gezondheid en doen op allerlei manieren mee. Veel vrijwilligers en mantelzorgers in Nederland zijn 65+. Zij passen op hun kleinkinderen, doen vrijwilligerswerk en zijn als zodanig dragers van een cultuur-van-omzien. De groep die nu 65 is, is onvergelijkbaar met de 80+er die nu in de verpleeg- en verzorgingshuizen woont. Deze laatste groep mensen komen uit een tijd dat er nog bejaardenhuizen bestonden. Veel van de 80+ers hebben weinig of geen pensioen op kunnen bouwen.
Het CDA staat pal voor de zorg aan deze ouderen. Wij willen dat Verpleging en Verzorging ook in de toekomst in de AWBZ blijft. Omdat wij dat de beste manier vinden om deze langdurige zorg te organiseren. Veel van de huidige bewoners van verzorgingshuizen hebben lage inkomens. Deze groep mensen betaalt gezien hun lage inkomen ook een geringere eigen bijdrage dan mensen met een hoger inkomen. In het Lenteakkoord - afgesproken tussen vijf politieke partijen na het weglopen van Wilders uit het Catshuisberaad - is weliswaar een hogere eigen bijdrage afgesproken, maar voor de lagere inkomens wordt dit gecompenseerd via de Zorgtoeslag.
De mensen die nu richting de 65 gaan, komen uit een andere tijd en willen ook andere dingen. Zij willen zo lang als mogelijk zelfstandig wonen. Zij willen zaken zo lang als het kan zelf organiseren. Zij hebben vaak wel pensioenen op kunnen bouwen. Voor deze groep zijn het betalen van hogere eigen bijdragen niet leuk (wie wil wel meer gaan betalen?) maar zij kunnen het zich vaak wel gezien hun inkomen veroorloven. Het feit dat de eigen bijdrage in de AWBZ afhankelijk van het inkomen is, helpt daar aan mee.
Vele mensen maken zich zorgen over hun pensioen. In het Lenteakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd eerder verhoogd wordt. Dit betekent voor mensen die recent met de VUT gegaan zijn, dat zij tegen een AOW-gat oplopen. Daarom is afgesproken dat een voorschot genomen kan worden op de uitkering na het 65e levensjaar. Dit bedrag moet dan wel afbetaald worden. Dit is voor veel mensen weliswaar vervelend maar gezien het feit dat rond die tijd ook de gewone pensioenen los komen overkomelijk.
Tijdens het debat sprak ik met een vertegenwoordiger van de ouderenpartij. Hij pleitte voor extra's voor 50+ers. Ik heb aangegeven dat veel 50+ers zich heel goed realiseren dat alles wat er extra naar hén toekomt ten koste gaat van ándere groepen in de samenleving. Vele ouderen hebben kinderen of neefjes en nichtjes. Ze zien hoe die groep het zwaar heeft: moeilijk aan een huis kan komen, de zorg voor hun kinderen en werk aan het combineren zijn. Ik vertrouw er dan ook op dat ouderen niet eendimensionaal zullen kiezen voor hun eigen belang maar een bredere afweging zullen maken zodat de volgende generaties ook hun leven kunnen opbouwen.
Ten slotte spraken wij over marktwerking in de zorg. Het woord marktwerking ligt onder vuur. En dat is soms terecht. Daar waar het gaat over exorbitante vergoedingen en vertrekpremies bijvoorbeeld. Daar waar het onder het motto van efficiency of kwaliteit invoeren van managementlagen. Maar laten wij ons allemaal goed realiseren dat voordat wij de gereguleerde marktwerking hadden wij de zorg in Nederland betaalden via budgetteringssysteem. En dit leidde tot wachtlijsten. Marktwerking op zich is niet slecht. Zeker niet daar waar dit betekent dat organisaties efficiënt en effectief omgaan met belastinggeld en waar er sprake is van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is nu alleen zaak niet door te schieten. Het voorstel van minster Schipper van de VVD om ziekenhuizen aan winstuitkering te laten doen is zo'n voorbeeld van doorschieten.
Kortom: ik zat aan tafel met een aantal, dat vooral probeerde aan te geven dat het slecht gesteld was met de zorg in Nederland. Ik heb afgesloten met ongeveer de volgende woorden:
Nederland is een prachtland. Met een van de beste zorgstelsels in de wereld. Het CDA wil een kwalitatief zorgstelsel graag in stand houden. Dit betekent dat er het een en ander veranderen moet in de zorg. Het kost alles bij elkaar veel geld. Te veel geld. Partijen die doen alsof alles bij het oude kan blijven, draaien de kiezer een rad voor het oog. Wij willen hervormen om het goede te behouden. Om er voor te zorgen dat de kwetsbare mensen in onze samenleving kunnen blijven rekenen op goede zorg. Ik reken op uw steun op 12 september om dat waar te maken. Stem CDA!