Smalende godslastering

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op dinsdag 4 november 2008.

Vanmiddag hebben we een begin gemaakt met de behandeling van de Justitiebegroting voor 2009. Alleen de Kamer is in eerste termijn aan het woord geweest. Morgen hopen de bewindslieden te reageren.

Zelf ben ik uitvoerig ingegaan op het schrappen van artikel 147 uit het Wetboek van strafrecht. Dat is de bepaling die smalende godslastering strafbaar stelt. Het schrappen daarvan is voor ons een bittere pil, een dieptepunt in het optreden van dit kabinet. Het gaat hier om een gevoelig verlies van een wetsartikel dat toch een belangrijke morele ankerplaats was en is. Het alternatief dat de kabinet biedt door een ander artikel (137c) aan te scherpen dat belediging van bepaalde groepen strafbaar stelt, zie ik vooral als een pleister op de wond. Het lijkt hier niet om een inhoudelijke, maar om een cosmetische verandering te gaan.

Stevige oppositie dus, op dit onderdeel. Het schrappen van de bepaling die smalende godslastering verbiedt heeft mij persoonlijk de afgelopen dagen ook erg geraakt en beziggehouden. Juist omdat mij nog zo levendig voor ogen staat, hoe enkele jaren terug de aanval op dit artikel is geopend door D66-kamerlid Van der Laan, vanuit een ongemeen felle

anti-godsdienstige agenda. Erg teleurstellend dat deze inzet nu wordt beloond, nota bene door een kabinet waarvan twee van de drie coalitiepartijen (CDA en CU) voorstander waren van behoud van dit artikel, en de derde partij, de PvdA, destijds geen reden zag voor spoedige afschaffing.