SGP en Islam - Hoofdinhoud
Er wordt wat ‘af-gepeild’! Inmiddels zijn de resultaten naar buiten gekomen van een groot nieuw opinie-onderzoek van Netwerk en het Nederlands Dagblad over de Islam in Nederland. Gisteren had ik hierover een interview met het ND, dat vanmorgen in deze krant is gepubliceerd. Hieronder het interview.
‘Kritiek op islam geen monopolie van Wilders
’door onze redacteuren Gerard Beverdam en Piet H. de Jong
,,Nederland kan, ondanks dat de zorgen over de islam breed leven, niet worden verdeeld in een pro- en anti-Wilderskamp’’, zegt SGP’er Kees van der Staaij. Het onderzoek van Netwerk en het Nederlands Dagblad maakt hem duidelijk dat wat Nederlanders vinden, afwijkt van het gemiddelde beeld in de politiek.
DEN HAAG - Zijn SGP-kiezers bang? Zo zou Kamerlid Kees van der Staaij het niet willen zeggen, ondanks dat zijn achterban bovengemiddeld bezorgd is over de invloed van de islam in Nederland. Zitten de opvattingen van ChristenUnie-stemmers dicht bij het Nederlandse gemiddelde, die van de SGP-kiezers komen vaak dicht in de buurt bij die van de aanhang van de PVV van Geert Wilders. ,,Ik denk dat SGP’ers eerder uiting geven aan zorg over ontwikkelingen rond de islam. Daarbij speelt een rol dat we als partij meer accent leggen op de bijzondere positie van het christendom, en de neutrale staat afwijzen’’, zegt Van der Staaij.
De steun voor de stop op de bouw van grote moskeeën, typeert de staatkundig-gereformeerde politicus als ,,tamelijk breed’’. ,,Veel mensen storen zich aan de opdringerige aanwezigheid van moskeeën in het publieke domein’’, zegt Van der Staaij, die met een verwijzing naar zijn verkiezingsprogramma stelt dat het in Nederland te gemakkelijk is een ,,megamoskee’’ te bouwen.
De juridische benadering dat er nu eenmaal godsdienstvrijheid is, vindt de SGP’er te simpel. ,,Godsdienstvrijheid hoeft niet per se een belemmering te zijn om de bouw van grote moskeeën te voorkomen. Het optrekken van hoge minaretten kan ook door het welstandsbeleid en vanuit het oogpunt van culturele aspecten worden tegengehouden. Dat zulke maatregelen niet zouden kunnen, wordt veel te makkelijk gezegd - ook vanuit het kabinet.’’ Daarnaast zouden burgemeesters hun invloed ook kunnen aanwenden, zegt Van der Staaij. ,,Zij zouden er meer werk van moeten maken om het gesprek met moskeebesturen aan te gaan. Burgemeesters moeten begrijpen dat het in een tijd van spanningen niet verstandig is om grote gebouwen neer te zetten of gebedsoproepen vanaf de minaret te doen. In Vlaardingen werd daar bijvoorbeeld ineens mee begonnen, terwijl men jaren zonder had gekund. Er mag worden aangedrongen op wijze zelfbeperking’’, vindt het Kamerlid.
Van der Staaij merkt bij de bestudering van het onderzoek op dat het gemiddelde van wat Nederlanders vinden, afwijkt van het gemiddelde beeld in de politiek. Tegelijk signaleert hij dat daarmee niet iedereen achter Wilders staat. ,,Nederland kan, ondanks dat de zorgen over de islam breed leven, niet worden verdeeld in een pro- en anti-Wilderskamp. Dat is echter wel een reflex die je ziet in het politieke debat; daar wordt vanuit hypercorrectheid de boel soms snel in kampen verdeeld. Dit onderzoek laat mooi zien dat kritiek op de islam geen monopolie is van Geert Wilders. Nederlanders delen voor een deel zijn zorgen, maar lopen niet blind achter hem aan.’’ Ook SGP’ers niet, zegt Van der Staaij. ,,Want er zijn zorgen over de islam, en SGP’ers moeten niets hebben van de algemene houding dat je met elke godsdienst een goede en verkeerde kant op kunt. Er is een gevaarlijke verbinding tussen islam en geweld en daarom treden onze kiezers die godsdienst met gepaste argwaan tegemoet. Maar we maken ons evenzeer zorgen over de secularisatie. Sterker nog: ik maak me zorgen over alles wat zich niet in het Bijbelse spoor begeeft.’’
Waar de ChristenUnie volgens Van der Staaij meer nadruk legt op de gelijkberechtiging van godsdiensten, worden de zorgen van SGP’ers vooral gevoed ,,vanuit een internationale context’’. ,,Ik merk bij bijeenkomsten met onze achterban, waar we regelmatig islamitische sprekers te gast hebben, dat veel mensen kritisch zijn vanwege de buitenlandse praktijk. Christenvervolging in islamitische landen, de door veel moslims bestreden plek van Israël en de aanvallen op Joden en christenen daar, plus de internationale ontwikkeling van de radicale islam.’’
Dat uit het onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid van de Nederlanders geen of weinig contact heeft met moslims, heeft volgens Van der Staaij twee kanten. ,,Gewone ontmoetingen zijn wel van belang om een overtrokken vijandbeeld te voorkomen. Tegelijk is het niet zo dat hoe meer ontmoetingen je hebt, hoe milder je wordt. Dat is een westerse manier van denken, waarin je niet direct moet meegaan. Ik ontmoet mensen in islamitische landen die zeggen: hoe kunnen jullie zo naïef met moslims omgaan? Zij zijn vaak juist kritischer over moslims.’’