Nee tegen Lissabon

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op woensdag 4 juni 2008.

Een lange zit. Het was vannacht half twee, toen de eerste termijn van de behandeling van het Verdrag van Lissabon werd afgerond. De minister-president, de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Europese Zaken verdedigden het wetsvoorstel waarin dit verdrag wordt goedgekeurd. Vanmiddag is het debat afgemaakt.

Het Verdrag van Lissabon is in de plaats gekomen van de verworpen Europese Grondwet, en het lijkt er ook verdacht veel op. Ik heb uiteengezet dat wij de verbeteringen die het verdrag van Lissabon brengt, herkennen en waarderen. Maar helaas zitten er ook zwaarwegende minpunten aan. In de preambule worden de christelijke wortels van Europa verzwegen. Het Verdrag is ten opzichte van de bestaande situatie bovendien weer een nieuwe stap in de gestage uitbreiding van de beleidsterreinen die de Europese Unie aan zich heeft getrokken. Opnieuw raakt Nederland op tal van terreinen, bijvoorbeeld dat van politie en justitie, het vetorecht kwijt. Daarnaast komt er een vaste voorzitter voor de Europese Raad en een soort Europese minister voor Buitenlandse Zaken. Hierdoor gaat de Europese Unie weer meer op een ‘staat’ lijken. Het eindoordeel pakte daarom voor onze fractie overduidelijk negatief uit.