Zelfregulering bij politieke mededinging
Met dank overgenomen van K.G. (Klaas) de Vries1, gepubliceerd op woensdag 10 oktober 2012.
Uitgesproken bij het Symposium ‘Nederlandse democratie: quo vadis?’, in de Oude Zaal van de Tweede Kamer op 10 oktober 2012 Gedurende drie jaar was ik bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit vanwege de Stichting Parlementaire Geschiedenis. Mijn leeropdracht was: Praktijk en cultuur van het Nederlandse parlement. Dat is zo’n leeropdracht die een ruim bemeten toga… Continue reading »
- 1.Dominante PvdA-politicus met een grote staat van dienst. Zoon van een protestantse Limburgse leraar. Studeerde staatsrecht na eerst in de VS een opleiding voor acteur te hebben gevolgd. Onderscheidde zich in de Tweede Kamer al jong als defensiewoordvoerder en was daarna onder meer fractiesecretaris en voorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Na hoofddirecteur van de VNG en voorzitter van de SER te zijn geweest, keerde hij in 1998 terug in de Haagse politiek als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II. In 1999 stapte hij over naar Binnenlandse Zaken. Kwam in 2002 als één van de weinige paarse ministers terug in de Kamer en dong mee naar het leiderschap van de PvdA. Kruiste vaak de degens met minister Verdonk over het asielbeleid. Na 2007 acht jaar een prominent Eerste Kamerlid. Scherp debater, die met een nuchtere zakelijkheid zijn tegenstanders nooit spaarde.