Individuele rechten en publieke waarden - Gay Pride in Belgrado - Hoofdinhoud
Omdat ik voor mijn werk in Belgrado moest zijn, had ik het bijzondere voorrecht om van nabij mee te maken wat er gebeurde rond de verboden Gay Pride parade. Net als vorig jaar vonden de autoriteiten het niet verantwoord de optocht door te laten gaan omdat ze het risico te groot vonden dat - net als twee jaar geleden - hooligans de mars zouden aangrijpen voor gewelddadigheden. Uiteraard was de organisatie woedend dat zij in hun grondrechten (vrijheid van vereniging, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van beweging) beperkt werden omdat een andere groep met geweld de publieke ruimte claimt.
Kerkelijke druk
Maar het verhaal is complexer. Ik heb ook gesprekken gevoerd met allerlei anderen en die schatten de situatie toch iets anders in. Een conservatieve theoloog meende (natuurlijk) dat zo’n parade een onnodige provocatie was met de traditionele waarden van de Servische samenleving. Hij ging niet zover als de patriarch van Belgrado, die sprak van een tragi-komische parade van de schande die een donkere schaduw werpt over de eeuwenoude christelijke cultuur en de waardigheid van het gezin. Maar ook deze theoloog vond dat zo’n parade niet paste.
Dat gold overigens nog sterker voor de fototentoonstelling ‘Ecce Homo‘ van de Zweedse kunstenares Elisabeth Ohlson Wallin. Een nogal homo-erotische bewerking van traditionele elementen uit het verhaal van Jezus. Terwijl mijn Zweedse vrienden me vorige week nog vertelden hoe bijzonder en soms inspirerend ze het vonden dat die tentoonstelling bij hen in kerken had plaatsgevonden (wel op het randje, maar goed…), hoor ik in Servië alleen kritiek: was dit nou nodig? Is dit niet veel te schokkend? Ook de progressieve gelovigen die ik spreek, mensen die zich inzetten voor een gelijkwaardige positie van LGBT-ers, schudden het hoofd omdat ze het niet verstandig vinden - of artistiek onder de maat, maar ook dat bezwaar kan politiek geladen zijn.
Achter de strijd tussen homorechten en extreem-rechtse hooligans - gescheiden door een massieve politiemacht die mijn Servische reisgenoot herinnert aan angstige momenten van 20 jaar terug - speelt dus een andere: de strijd om de publieke waarden. En in die strijd speelt de kerk een opvallende rol. In het post-communistische tijdperk lijkt met name de Servisch-orthodoxe kerk een sterker stempel te drukken op die publieke waarden en de politieke keuzes die daaruit voortvloeien. De ruimte voor mensen die ‘anders’ zijn, wordt daarmee ingeperkt. En ook al worden de hooligans niet rechtstreeks gesteund, er zijn te veel lijntjes tussen kerk, overheid en hooligans om te denken dat de laatsten toevallige relschoppers zijn.
En druk van buiten
Maar ook dat is nog niet het hele plaatje. De discussie over homorechten staat ook in het licht van de relatie met Europa. Omdat Servië graag wil toetreden tot de Europese Unie, staat men voor de uitdaging te bouwen aan een meer open samenleving waarin de rechten van minderheden gewaarborgd zijn. Daarom spreken vertegenwoordigers van de Europese Commissie en het Europarlement zich uit en zijn ambassadeurs en buitenlandse parlementariërs aanwezig om hun morele steun uit te spreken. Europa is niet alleen een gezamenlijke markt, maar ook een gedeelde visie op een samenleving die is gebaseerd op mensenrechten. Wie mee wil doen, die zal dat ook over moeten nemen.
Dat roept tegenstrijdige gevoelens op. Enerzijds is er na vele jaren van economische ellende grote behoefte aan die Europese inbedding en de groei die daardoor mogelijk wordt. Maar terwijl sommigen de westerse liberale cultuur omarmen, zien anderen dat als een bedreiging van de nationale identiteit, afgedwongen door de economische macht van de EU. In een land dat nog maar kort geleden een heftig oorlog voerde over nationale identiteiten ligt dat extra gevoelig.
De noodzaak van dialoog
De strijd om homorechten in Servië heeft veel gezichten. Het gaat over de spanning tussen individuele mensenrechten en publieke waarden. En dus over de vraag hoe men met diversiteit omgaat. Maar het gaat ook over de vraag hoe seksuele en religieuze/levensbeschouwelijke diversiteit worden ingezet - ook in relatie tot elkaar - in de discussie over nationale en Europese identiteit.
Uiteindelijk is die vraag niet onder dwang te beantwoorden. Mentaliteitsverandering ontstaat alleen door dialoog en innerlijke verandering, niet door politieke of economische druk. Maar dat wil niet zeggen dat we het maar op zijn beloop moeten laten of dat ‘ze’ zelf maar moeten zien waar ze uitkomen. Er is geen andere uitkomst aanvaardbaar dan een samenleving waarin ieder mens gebruik kan maken van zijn of haar grondrechten. De woorden van de patriarch en de stenen van de hooligans zijn de dragers van discriminatie die moet worden bestreden. Maar daarmee begint de uitdaging pas. De grote vraag is hoe langs een weg van dialoog en verzoening gebouwd wordt aan een collectieve identiteit en aan publieke waarden waarin de rechten van al die verschillende mensen gerespecteerd worden. En die uitdaging is niet heel anders dan de onze…