Blog: Effectievere jeugdgezondheidszorg en bescherming van privacy - Hoofdinhoud
Flexibilisering van de contactmomenten in de jeugdgezondheidszorg stond de afgelopen maand op de agenda in de Tweede Kamer. Tijdens dit algemeen overleg heb ik aan drie belangrijke punten aandacht besteed. In de eerste plaats dat vrijwel alle kinderen en hun ouders in Nederland, in elk geval van nul tot vier jaar, vrijwillig gebruik maken van het consultatiebureau. Dat is enorm belangrijk en een grote verworvenheid. Het blijkt echter niet nodig te zijn dat alle ouders en kinderen evenveel contactmomenten hebben bij het consultatiebureau. Ik heb daar zelf verschillende keren aandacht voor gevraagd, juist omdat ouders als ze een tweede of derde kind krijgen en het allemaal goed gaat, soms ook geen behoefte meer voelen om op al die momenten langs te komen. Op deze manier kun je ouders die wat meer ondersteuning nodig hebben beter helpen door onder andere meer of ander type contactmomenten aan te bieden, zoals een huisbezoek van een wijkverpleegkundige, zonder dat deze mensen een etiket jeugdzorg opgeplakt wordt. Zo gebruik je de beschikbare middelen effectiever en bied je ondersteuning op maat. De VVD is verheugd dat onze vraag serieus is genomen en dat er ruimte ontstaat voor flexibilisering van de contactmomenten in de jeugdgezondheidszorg.
In de tweede plaats heeft de staatssecretaris van VWS tijdens dit debat toegezegd dat zij de Inspectie voor de Gezondheidzorg opdracht heeft gegeven gemeenten te controleren op het naleven van afspraken die betrekking hebben op het correct gebruik maken van de digitale jeugdgezondheidszorgvragenlijsten. Dit naar aanleiding van mijn aangenomen motie in december 2011. Mij bereikten namelijk signalen dat consultatiebureaus in sommige gemeenten (o.a. Rotterdam en Den Haag) ouders standaard uitgebreide vragenlijsten overhandigen met zeer intieme vragen over hun eigen leven en dat van hun kinderen. Deze uitgebreide vragenlijsten mogen alleen afgenomen worden als er een ernstig vermoeden is dat het kind onderdeel uitmaakt van een risicogezin. Alle ouders deze vragenlijst in laten vullen is zeer onwenselijk, omdat het een grote inbreuk op de privacy van ouders en kinderen is en het ertoe kan leiden dat ouders niet meer vrijwillig naar de jeugdgezondheidszorg toegaan. Als u na 1 maart dergelijke situaties meemaakt, accepteer dit niet en dien een klacht in bij het consultatiebureau en de Inspectie Gezondheidszorg. Als u dat wenst, ontvang ik ook graag een cc. Dan kan ik werk blijven maken van dit voor liberalen zo belangrijke punt! Ook is de VVD tevreden met het feit dat er onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit van de gebruikte vragenlijst in de jeugdgezondheidszorg. Ik juich het toe dat er ook naar de omvang en het soort vragen zal worden gekeken. De verwachting is dat de vragenlijsten flink ingekort gaan worden nu de periode Rouvoet achter ons ligt.
In de derde plaats heeft de staatssecretaris mij toegezegd dat ouders, zoals overigens ook in de wet is geregeld, inzage krijgen in het digitale jeugdgezondheidszorgdossier van hun kind en toestemming moeten geven voor de overdracht ervan van bijvoorbeeld het consultatiebureau naar de schoolarts. Ook hierop gaat de Inspectie Gezondheidszorg toezien na klachten hierover die ik van ouders had ontvangen.
Hiernaast heeft de Tweede Kamer onlangs ook gedebatteerd over de zorg voor slachtoffers van loverboys. Uit het debat is naar voren gekomen dat deze slachtoffers overal in jeugdzorginstellingen zitten, maar geen gespecialiseerde zorg krijgen. Deze ontwikkeling vind ik onwenselijk en daarom zal ik binnenkort een motie indienen over het concentreren van zorg voor slachtoffers van loverboys in een aantal gespecialiseerde instellingen.
Tenslotte wil ik u erop wijzen dat eind april 2012 de volgende belangrijke brief over de stelselwijziging jeugdzorg naar de Tweede Kamer komt. Wilt u op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het terrein van de jeugdzorg en -criminaliteit, houd de nieuwsbrief Werk en Zorg dichtbij de mensen in de gaten.
Brigitte van der Burg