Bijdrage VVD Symposium "Europa werkt" - Hoofdinhoud
in Nieuws
Het 'vrije woord' ... onmiskenbaar een actueel thema.
Met de recente arrestatie van cartoonist Nekschot is de discussie over het vrije woord in Nederland opnieuw opgelaaid. Alle ophef over de film Fitna ligt nog vers in ieders geheugen en ook de rellen rondom de zgn. Deense cartoons zijn nog niet vergeten.
Het vrije woord, of beter gezegd: een mogelijke aantasting daarvan, staat al snel garant voor de nodige commotie en ophef. En wat mij betreft, is dat geheel terecht.
Anders dan bijvoorbeeld Denemarken heeft Nederland er, op dit moment, zichtbaar moeite mee om écht stelling te nemen!
'Wij staan voor de vrijheid van meningsuiting en respect voor elkaar', zei Balkenende onlangs. Dergelijke zinnen worden in één adem door onze premier uitgesproken. Voor een vluchtig toehoorder, is hier waarschijnlijk niet zo veel mis mee. Echter, voor de goed verstaander - stelt de premier een fundamenteel recht op gelijke voet met een fatsoensnorm. Appels en peren.
Godsdienstig geïnspireerde politieke meningsvorming lijkt ineens leidend te zijn.
En inderdaad, steeds vaker bekruipt mij het gevoel dat de religieuze zeggingskracht bezig is met een opmars. Een opmars die vroeg of laat leidt tot aantasting van lang bevochten verworvenheden.
En dat terwijl het vrije woord - dé tolerantie - noodzakelijk is gebleken, juist als een voorwaarde voor een ander belangrijk recht, nl. de vrijheid van godsdienst.
Probleem is echter dat dit steeds vaker lijkt te worden vergeten. Meer en meer worden er, op basis van de vrijheid van godsdienst, claims gelegd door zij die opereren met een hand op de bijbel of koran. De gevolgen hiervan zijn niet gering. Het verbod op godslastering staat niet voor niets weer helemaal in de schijnwerpers.
Opvallend, want de totstandkoming van beleid zou onafhankelijk moeten zijn van de vraag of een persoon een religieuze achtergrond heeft of aan een bepaald figuur een religieuze betekenis toekent.
Columnisten, publicisten, cabaretiers en cartoonisten - geven aan dat zij zich belemmerd voelen. Zelfcensuur om 'gedoe' te vermijden?! Dit kan én mag niet de bedoeling zijn. Zij, de opiniemakers, zijn er nu juist om bepaalde zaken te signaleren, te bekritiseren, te relativeren en ja, ook om zaken te ridiculiseren.
Het uitvergroten en op scherp stellen van actualiteiten om daarmee het publieke debat op gang te brengen, is van groot belang. Hét kenmerk van een vrije samenleving.
Het 'vrije woord' is een fundamenteel recht. Je eindeloos kunnen én mogen opwinden over de opvattingen van een ander, ís een groot goed. Het grootste goed van de rechtsstaat.
Ook op Europees niveau valt er in dat opzicht nog genoeg werk te verzetten. Alles wijst erop dat die religieuze zeggingskracht niet alleen in Nederland maar ook in andere lidstaten toeneemt.
Raad en Commissie lopen op eieren als zij tot een publieke stellingname gedwongen worden. Dit was onmiskenbaar het geval toen het gebeuren rondom de Deense cartoons volledig uit de hand liep. De rellen kenden, zoals u weet, bizarre hoogtepunten waarbij geweld niet werd geschuwd.
Naar aanleiding van alle commotie, en veel aandringen vanuit het Europees Parlement, hebben Raad en Commissie toentertijd, té laat en min of meer schoorvoetend aangegeven, dat het 'vrije woord' één van de belangrijkste grondbeginselen van de Europese Unie zou zijn.
Tegelijkertijd stelden Raad en Commissie dat de publicatie van de gewraakte cartoons wellicht ietwat 'onvoorzichtig' was. Daarmee werd de toch al zo magere stellingname verder ontkracht.
Niet krachtig optreden in het geval van dergelijke fundamentele vraagstukken, doet de geloofwaardigheid van de EU geen goed. Voor een stevige positie van de EU op het wereldtoneel is het van cruciaal belang is dat de EU lidstaten zich helder en met één stem uitspreken als het gaat om het 'vrije woord'.
Als lidstaten verdeeld (lijken te) reageren, wordt niet alleen de geloofwaardigheid van de Europese Unie ondermijnd maar wordt er, in dit voorbeeld, ook volop ruimte gegeven aan zij die een fundamentalistische uitleg van de Koran nastreven.
Onvoorwaardelijke solidariteit van de EU-lidstaten is het enige antwoord op mogelijke escalaties en/of aanvallen op onze vrijheden en rechten waarvoor zo lang gestreden is. Op dit punt moet de EU haar volle gewicht in de strijd gooien!