Richtlijn 2006/48 - Toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Inhoudsopgave

  1. Stand van zaken
  2. Kerngegevens
  3. Key dates
  4. Wettekst
  5. Origineel voorstel
  6. Bronnen en disclaimer
  7. Uitgebreide versie
  8. EU Monitor

1.

Stand van zaken

Deze richtlijn was geldig van 20 juli 2006 tot 31 december 2013 en moest uiterlijk op 31 december 2006 zijn omgezet in nationale regelgeving.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking)

officiële Engelstalige titel

Directive 2006/48/EC of the European Parliament and of the Council of 14 June 2006 relating to the taking up and pursuit of the business of credit institutions (recast)
 
Rechtsinstrument Richtlijn
Wetgevingsnummer Richtlijn 2006/48
Origineel voorstel COM(2004)486 NLEN
Celex-nummer103 32006L0048

3.

Key dates

Document 14-06-2006
Bekendmaking in Publicatieblad 10-09-2010; OJ L 177, 30.6.2006,Special edition in Croatian: Chapter 06 Volume 008,OJ L 239M , 10.9.2010,Special edition in Bulgarian: Chapter 06 Volume 009,Special edition in Romanian: Chapter 06 Volume 009
Inwerkingtreding 20-07-2006; in werking datum publicatie +20 zie art 159
Einde geldigheid 31-12-2013; opgeheven door 32013L0036
Omzetting 31-12-2006; ten laatste zie art. 157

4.

Wettekst

30.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 177/1

 

RICHTLIJN 2006/48/EGVAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 juni 2006

betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2, eerste en derde zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (4) is diverse malen ingrijpend gewijzigd. Aangezien er nieuwe wijzigingen in die richtlijn zijn aangebracht, is het, ter wille van de duidelijkheid, wenselijk tot herschikking van deze richtlijn over te gaan.

 

(2)

Teneinde de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen te vergemakkelijken, is het noodzakelijk de hinderlijkste verschillen tussen de wetgevingen der lidstaten inzake de regeling waaraan deze instellingen zijn onderworpen, op te heffen.

 

(3)

De onderhavige richtlijn vormt met betrekking tot de sector kredietinstellingen, ten aanzien van zowel de vrijheid van vestiging als het vrij verrichten van diensten, het essentiële instrument voor de totstandbrenging van de interne markt.

 

(4)

In de mededeling van de Commissie van 11 mei 1999, getiteld „Omzetting van het kader voor de financiële markt: actieplan” worden verschillende doelstellingen genoemd die ter voltooiing van de interne markt voor financiële diensten moeten worden verwezenlijkt. De Europese Raad van 23 en 24 maart 2000 in Lissabon heeft het doel vastgesteld het actieplan vóór 2005 om te zetten. De herschikking van de bepalingen inzake het eigen vermogen is een wezenlijk element van het actieplan.

 

(5)

De coördinatiewerkzaamheden inzake kredietinstellingen, zowel voor de bescherming van de spaargelden als ter bewerkstelliging van gelijke concurrentievoorwaarden voor de kredietinstellingen, moeten van toepassing zijn op alle kredietinstellingen. Hierbij dient echter rekening te worden gehouden met de objectieve verschillen in hun status en hun bij de nationale wetgevingen vastgestelde specifieke taken.

 

(6)

Het toepassingsgebied van de coördinatiewerkzaamheden moet derhalve zo ruim mogelijk zijn en moet alle instellingen bestrijken die terugbetaalbare gelden van het publiek in ontvangst nemen, in de vorm van deposito's of in andere vormen, zoals de permanente uitgifte van obligaties en andere vergelijkbare stukken, en voor eigen rekening kredieten verlenen. Uitzonderingen moeten echter worden gemaakt voor bepaalde kredietinstellingen waarop deze richtlijn niet van toepassing kan zijn. Deze richtlijn laat de toepassing van de nationale wetgevingen onverlet wanneer hierin de mogelijkheid wordt geboden van aanvullende speciale vergunningen op grond waarvan de kredietinstellingen specifieke werkzaamheden kunnen verrichten of specifieke soorten transacties kunnen uitvoeren.

 

(7)

Het is aangewezen een wezenlijke, noodzakelijke en voldoende harmonisatie tot stand te brengen om te komen tot een wederzijdse erkenning van de vergunningen en van de stelsels van bedrijfseconomisch toezicht, waardoor één en dezelfde vergunning voor de gehele Gemeenschap geldig is en waarbij het beginsel geldt dat het bedrijfseconomisch toezicht wordt uitgeoefend door de lidstaat van herkomst. De eis dat een programma van werkzaamheden wordt ingediend mag in dit opzicht slechts worden beschouwd als een factor die de bevoegde...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

  • COM(2004)486-1 - Herschikking van Richtlijn 2000/12/EG betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen en Richtlijn 93/6/EEG inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen
 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:
  • dossier EUR-Lex besluit104

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.


  • 1. 
    Overwegende dat iIn genoemde richtlijn worden echter geen gemeenschappelijke voorschriften voor het eigen vermogen van beleggingsondernemingen en evenmin bedragen voor het aanvangskapitaal van dergelijke ondernemingen worden vastgesteld
     
  • 2. 
    Overwegende dat de gevolgde benadering erin bestaat Ö Het is dienstig Õ alleen de essentiële harmonisatie tot stand te brengen welke noodzakelijk en voldoende is om de wederzijdse erkenning van de vergunningen en van de stelsels van bedrijfseconomisch toezicht tot stand te brengen
     
  • 3. 
    Overwegende dat hHet is passend is voor het aanvangskapitaal verschillende bedragen vast te stellen naar gelang van de werkzaamheden waarvoor beleggingsondernemingen vergunning hebben verkregen
     
  • 4. 
    Overwegende dat rReeds bestaande beleggingsondernemingen moet onder bepaalde voorwaarden moet worden toegestaan hun bedrijf voort te zetten, ook indien zij niet aan het voor nieuwe Ö beleggings Õondernemingen vastgestelde minimumvereiste inzake aanvangskapitaal voldoen
     
  • 5. 
    Overwegende dat dDe lidstaten Ö moet worden toegestaan Õ ook stringentere regels dan die van deze richtlijn mogen vast te stellen
     
  • 6. 
    De harmonische werking van de interne markt vereist, naast rechtsnormen, nauwe en regelmatige samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en aanzienlijk grotere convergentie van hun regelgevende en toezichthoudende praktijk
     
  • 7. 
    Aangezien beleggingsondernemingen wat hun handelsportefeuille betreft dezelfde risico
     
  • 8. 
    Overwegende dat de instellingen op een gemeenschappelijke financiële markt, ongeacht of dit ð Het eigen vermogen van ï beleggingsondernemingen of kredietinstellingen, ð (hierna tezamen instellingen te noemen), kan dienen tot dekking van verliezen waartegenover geen te verwachten winst van voldoende omvang staat om de continuïteit van de instellingen te waarborgen en de beleggers te beschermen
     
  • 9. 
    Daartoe dient de eigenvermogensdefinitie van Richtlijn 2000
     
  • 10. 
    Overwegende dat er, wWat kredietinstellingen betreft, zijn reeds gemeenschappelijke voorschriften voor het toezicht op en de bewaking van Ö verschillende soorten Õ kredietrisico
     
  • 11. 
    De bepalingen met betrekking tot de minimumkapitaalvereisten moeten derhalve worden gezien in samenhang met andere specifieke instrumenten tot harmonisatie van de basistechnieken van het toezicht op instellingen
     
  • 12. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is gemeenschappelijke voorschriften met betrekking tot de door kredietinstellingen gelopen marktrisico
     
  • 13. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is Ö te voorzien in Õ het begrip
     
  • 14. 
    Overwegende dat het wenselijk is dat Ö Om de administratieve last te beperken voor Õ instellingen met zowel in absolute als in relatieve zin te verwaarlozen handelsportefeuilleactiviteitenÖ , moet die instellingen worden toegestaan Õ Richtlijn 89
     
  • 15. 
    Overwegende dat hHet is belangrijk is bij het toezicht op het leverings
     
  • 16. 
    Overwegende dat dDe instellingen Ö dienen Õ in elk geval aan de bepalingen van deze richtlijn moeten Ö te Õ voldoen voor wat betreft de dekking van hun valutarisico met betrekking tot hun gehele bedrijf
     
  • 17. 
    Overwegende dat hHet bestaan, bij alle instellingen, van interne stelsels voor bewaking en beheersing van het renterisico met betrekking tot hun Ö het Õ gehele bedrijf Ö van de instellingen is Õ een bijzonder belangrijk middel is om dat risico te beperken
     
  • 18. 
    Overwegende dat Richtlijn 92
     
  • 19. 
    Het operationeel risico is voor de instellingen een wezenlijk risico, waarvoor een dekking met eigen vermogen vereist is
     
  • 20. 
    Overwegende dat in Richltijn 92
     
  • 21. 
    Om een toereikende solvabiliteit van de instellingen binnen een groep te garanderen, is het van essentieel belang dat het vereiste minimumkapitaal wordt vastgesteld uitgaande van de geconsolideerde financiële situatie van de groep
     
  • 22. 
    De instellingen zorgen ervoor te beschikken over intern kapitaal dat in verhouding tot de daadwerkelijke of potentiële risico
     
  • 23. 
    De bevoegde autoriteiten evalueren de toereikendheid van het eigen vermogen van de instellingen rekening houdende met de risico
     
  • 24. 
    Voor een doeltreffende werking van de interne markt is een aanzienlijk grotere convergentie inzake de tenuitvoerlegging en de toepassing van de geharmoniseerde wettelijke Gemeenschapsbepalingen noodzakelijk
     
  • 25. 
    Om dezelfde reden, alsook om te voorkomen dat instellingen uit de Gemeenschap die in meer dan één lidstaat werkzaam zijn buitensporige lasten moeten dragen doordat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verantwoordelijk blijven voor vergunningverlening en toezicht, is het noodzakelijk de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten aanzienlijk te verbeteren
     
  • 26. 
    Om de interne markt steeds doeltreffender en op een voor de burgers van de Gemeenschap voldoende doorzichtige manier te laten werken, is het noodzakelijk dat de bevoegde autoriteiten openbaar maken hoe aan de voorschriften van deze richtlijn wordt voldaan, en wel op zodanige wijze dat betekenisvolle vergelijkingen mogelijk zijn
     
  • 27. 
    Om de marktdiscipline te vergroten en de instellingen ertoe aan te sporen hun marktstrategie, risicobeheersing en interne managementorganisatie te verbeteren, dient te worden bepaald dat de instellingen de nodige publieke bekendmakingen doen
     
  • 28. 
    Overwegende dat technische aanpassingen van de gedetailleerde bepalingen van deze richtlijn van tijd tot tijd noodzakelijk kunnen zijn om met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van beleggingsdiensten rekening te houden
     
  • 29. 
    Overwegende dat hHet is belangrijk is bij het toezicht op het leverings
     
  • 30. 
    Om verstoring van de markten te voorkomen en de continuïteit van de eigenvermogensniveaus te garanderen, dient te worden voorzien in specifieke overgangsregelingen
     
  • 31. 
    Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en strookt met de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht
     
  • 32. 
    De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van de vorige richtlijnen materieel zijn gewijzigd
     
  • 33. 
    Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage VIII, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten
     
  • 34. 
    Overwegende dat de gevolgde benadering erin bestaat Ö Het is dienstig Õ alleen de essentiële harmonisatie tot stand te brengen welke noodzakelijk en voldoende is om de wederzijdse erkenning van de vergunningen en van de stelsels van bedrijfseconomisch toezicht tot stand te brengen
     
  • 35. 
    Aangezien het doel van het voorgenomen optreden niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel dat in artikel 5 van het Verdrag is neergelegd
     
  • 36. 
    Overwegende dat hHet is passend is voor het aanvangskapitaal verschillende bedragen vast te stellen naar gelang van de werkzaamheden waarvoor beleggingsondernemingen vergunning hebben verkregen
     
  • 37. 
    Overwegende dat rReeds bestaande beleggingsondernemingen moet onder bepaalde voorwaarden moet worden toegestaan hun bedrijf voort te zetten, ook indien zij niet aan het voor nieuwe Ö beleggings Õondernemingen vastgestelde minimumvereiste inzake aanvangskapitaal voldoen
     
  • 38. 
    Overwegende dat dDe lidstaten Ö moet worden toegestaan Õ ook stringentere regels dan die van deze richtlijn mogen vast te stellen
     
  • 39. 
    De harmonische werking van de interne markt vereist, naast rechtsnormen, nauwe en regelmatige samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en aanzienlijk grotere convergentie van hun regelgevende en toezichthoudende praktijk
     
  • 40. 
    Aangezien beleggingsondernemingen wat hun handelsportefeuille betreft dezelfde risico
     
  • 41. 
    Overwegende dat de instellingen op een gemeenschappelijke financiële markt, ongeacht of dit ð Het eigen vermogen van ï beleggingsondernemingen of kredietinstellingen, ð (hierna tezamen instellingen te noemen), kan dienen tot dekking van verliezen waartegenover geen te verwachten winst van voldoende omvang staat om de continuïteit van de instellingen te waarborgen en de beleggers te beschermen
     
  • 42. 
    Daartoe dient de eigenvermogensdefinitie van Richtlijn 2000
     
  • 43. 
    Overwegende dat er, wWat kredietinstellingen betreft, zijn reeds gemeenschappelijke voorschriften voor het toezicht op en de bewaking van Ö verschillende soorten Õ kredietrisico
     
  • 44. 
    De bepalingen met betrekking tot de minimumkapitaalvereisten moeten derhalve worden gezien in samenhang met andere specifieke instrumenten tot harmonisatie van de basistechnieken van het toezicht op instellingen
     
  • 45. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is gemeenschappelijke voorschriften met betrekking tot de door kredietinstellingen gelopen marktrisico
     
  • 46. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is Ö te voorzien in Õ het begrip
     
  • 47. 
    Overwegende dat het wenselijk is dat Ö Om de administratieve last te beperken voor Õ instellingen met zowel in absolute als in relatieve zin te verwaarlozen handelsportefeuilleactiviteitenÖ , moet die instellingen worden toegestaan Õ Richtlijn 89
     
  • 48. 
    Overwegende dat hHet is belangrijk is bij het toezicht op het leverings
     
  • 49. 
    Overwegende dat dDe instellingen Ö dienen Õ in elk geval aan de bepalingen van deze richtlijn moeten Ö te Õ voldoen voor wat betreft de dekking van hun valutarisico met betrekking tot hun gehele bedrijf
     
  • 50. 
    Overwegende dat de gevolgde benadering erin bestaat Ö Het is dienstig Õ alleen de essentiële harmonisatie tot stand te brengen welke noodzakelijk en voldoende is om de wederzijdse erkenning van de vergunningen en van de stelsels van bedrijfseconomisch toezicht tot stand te brengen
     
  • 51. 
    Het operationeel risico is voor de instellingen een wezenlijk risico, waarvoor een dekking met eigen vermogen vereist is
     
  • 52. 
    Overwegende dat iIn genoemde richtlijn worden echter geen gemeenschappelijke voorschriften voor het eigen vermogen van beleggingsondernemingen en evenmin bedragen voor het aanvangskapitaal van dergelijke ondernemingen worden vastgesteld
     
  • 53. 
    Overwegende dat de gevolgde benadering erin bestaat Ö Het is dienstig Õ alleen de essentiële harmonisatie tot stand te brengen welke noodzakelijk en voldoende is om de wederzijdse erkenning van de vergunningen en van de stelsels van bedrijfseconomisch toezicht tot stand te brengen
     
  • 54. 
    Overwegende dat hHet is passend is voor het aanvangskapitaal verschillende bedragen vast te stellen naar gelang van de werkzaamheden waarvoor beleggingsondernemingen vergunning hebben verkregen
     
  • 55. 
    Overwegende dat rReeds bestaande beleggingsondernemingen moet onder bepaalde voorwaarden moet worden toegestaan hun bedrijf voort te zetten, ook indien zij niet aan het voor nieuwe Ö beleggings Õondernemingen vastgestelde minimumvereiste inzake aanvangskapitaal voldoen
     
  • 56. 
    Overwegende dat dDe lidstaten Ö moet worden toegestaan Õ ook stringentere regels dan die van deze richtlijn mogen vast te stellen
     
  • 57. 
    De harmonische werking van de interne markt vereist, naast rechtsnormen, nauwe en regelmatige samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en aanzienlijk grotere convergentie van hun regelgevende en toezichthoudende praktijk
     
  • 58. 
    Aangezien beleggingsondernemingen wat hun handelsportefeuille betreft dezelfde risico
     
  • 59. 
    Overwegende dat de instellingen op een gemeenschappelijke financiële markt, ongeacht of dit ð Het eigen vermogen van ï beleggingsondernemingen of kredietinstellingen, ð (hierna tezamen instellingen te noemen), kan dienen tot dekking van verliezen waartegenover geen te verwachten winst van voldoende omvang staat om de continuïteit van de instellingen te waarborgen en de beleggers te beschermen
     
  • 60. 
    Daartoe dient de eigenvermogensdefinitie van Richtlijn 2000
     
  • 61. 
    Overwegende dat er, wWat kredietinstellingen betreft, zijn reeds gemeenschappelijke voorschriften voor het toezicht op en de bewaking van Ö verschillende soorten Õ kredietrisico
     
  • 62. 
    De bepalingen met betrekking tot de minimumkapitaalvereisten moeten derhalve worden gezien in samenhang met andere specifieke instrumenten tot harmonisatie van de basistechnieken van het toezicht op instellingen
     
  • 63. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is gemeenschappelijke voorschriften met betrekking tot de door kredietinstellingen gelopen marktrisico
     
  • 64. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is Ö te voorzien in Õ het begrip "handelsportefeuille" in te voeren, dat posities in effecten en andere financiële elementen omvat die worden aagehouden voor handelsdoeleinden en die hoofdzakelijk aan marktrisico
     
  • 65. 
    Overwegende dat het wenselijk is dat Ö Om de administratieve last te beperken voor Õ instellingen met zowel in absolute als in relatieve zin te verwaarlozen handelsportefeuilleactiviteitenÖ , moet die instellingen worden toegestaan Õ Richtlijn 89
     
  • 66. 
    Overwegende dat hHet is belangrijk is bij het toezicht op het leverings
     
  • 67. 
    Overwegende dat dDe instellingen Ö dienen Õ in elk geval aan de bepalingen van deze richtlijn moeten Ö te Õ voldoen voor wat betreft de dekking van hun valutarisico met betrekking tot hun gehele bedrijf
     
  • 68. 
    Overwegende dat hHet bestaan, bij alle instellingen, van interne stelsels voor bewaking en beheersing van het renterisico met betrekking tot hun Ö het Õ gehele bedrijf Ö van de instellingen is Õ een bijzonder belangrijk middel is om dat risico te beperken
     
  • 69. 
    Overwegende dat Richtlijn 92
     
  • 70. 
    Het operationeel risico is voor de instellingen een wezenlijk risico, waarvoor een dekking met eigen vermogen vereist is
     
  • 71. 
    Overwegende dat in Richltijn 92
     
  • 72. 
    Om een toereikende solvabiliteit van de instellingen binnen een groep te garanderen, is het van essentieel belang dat het vereiste minimumkapitaal wordt vastgesteld uitgaande van de geconsolideerde financiële situatie van de groep
     
  • 73. 
    De instellingen zorgen ervoor te beschikken over intern kapitaal dat in verhouding tot de daadwerkelijke of potentiële risico
     
  • 74. 
    De bevoegde autoriteiten evalueren de toereikendheid van het eigen vermogen van de instellingen rekening houdende met de risico
     
  • 75. 
    Voor een doeltreffende werking van de interne markt is een aanzienlijk grotere convergentie inzake de tenuitvoerlegging en de toepassing van de geharmoniseerde wettelijke Gemeenschapsbepalingen noodzakelijk
     
  • 76. 
    Om dezelfde reden, alsook om te voorkomen dat instellingen uit de Gemeenschap die in meer dan één lidstaat werkzaam zijn buitensporige lasten moeten dragen doordat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verantwoordelijk blijven voor vergunningverlening en toezicht, is het noodzakelijk de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten aanzienlijk te verbeteren
     
  • 77. 
    Om de interne markt steeds doeltreffender en op een voor de burgers van de Gemeenschap voldoende doorzichtige manier te laten werken, is het noodzakelijk dat de bevoegde autoriteiten openbaar maken hoe aan de voorschriften van deze richtlijn wordt voldaan, en wel op zodanige wijze dat betekenisvolle vergelijkingen mogelijk zijn
     
  • 78. 
    Om de marktdiscipline te vergroten en de instellingen ertoe aan te sporen hun marktstrategie, risicobeheersing en interne managementorganisatie te verbeteren, dient te worden bepaald dat de instellingen de nodige publieke bekendmakingen doen
     
  • 79. 
    Overwegende dat technische aanpassingen van de gedetailleerde bepalingen van deze richtlijn van tijd tot tijd noodzakelijk kunnen zijn om met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van beleggingsdiensten rekening te houden
     
  • 80. 
    Overwegende dat hHet is belangrijk is bij het toezicht op het leverings
     
  • 81. 
    Om verstoring van de markten te voorkomen en de continuïteit van de eigenvermogensniveaus te garanderen, dient te worden voorzien in specifieke overgangsregelingen
     
  • 82. 
    Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en strookt met de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht
     
  • 83. 
    De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van de vorige richtlijnen materieel zijn gewijzigd
     
  • 84. 
    Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage VIII, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten
     
  • 85. 
    Overwegende dat de gevolgde benadering erin bestaat Ö Het is dienstig Õ alleen de essentiële harmonisatie tot stand te brengen welke noodzakelijk en voldoende is om de wederzijdse erkenning van de vergunningen en van de stelsels van bedrijfseconomisch toezicht tot stand te brengen
     
  • 86. 
    Aangezien het doel van het voorgenomen optreden niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel dat in artikel 5 van het Verdrag is neergelegd
     
  • 87. 
    Overwegende dat hHet is passend is voor het aanvangskapitaal verschillende bedragen vast te stellen naar gelang van de werkzaamheden waarvoor beleggingsondernemingen vergunning hebben verkregen
     
  • 88. 
    Overwegende dat rReeds bestaande beleggingsondernemingen moet onder bepaalde voorwaarden moet worden toegestaan hun bedrijf voort te zetten, ook indien zij niet aan het voor nieuwe Ö beleggings Õondernemingen vastgestelde minimumvereiste inzake aanvangskapitaal voldoen
     
  • 89. 
    Overwegende dat dDe lidstaten Ö moet worden toegestaan Õ ook stringentere regels dan die van deze richtlijn mogen vast te stellen
     
  • 90. 
    De harmonische werking van de interne markt vereist, naast rechtsnormen, nauwe en regelmatige samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en aanzienlijk grotere convergentie van hun regelgevende en toezichthoudende praktijk
     
  • 91. 
    Aangezien beleggingsondernemingen wat hun handelsportefeuille betreft dezelfde risico
     
  • 92. 
    Overwegende dat de instellingen op een gemeenschappelijke financiële markt, ongeacht of dit ð Het eigen vermogen van ï beleggingsondernemingen of kredietinstellingen, ð (hierna tezamen instellingen te noemen), kan dienen tot dekking van verliezen waartegenover geen te verwachten winst van voldoende omvang staat om de continuïteit van de instellingen te waarborgen en de beleggers te beschermen
     
  • 93. 
    Daartoe dient de eigenvermogensdefinitie van Richtlijn 2000
     
  • 94. 
    Overwegende dat er, wWat kredietinstellingen betreft, zijn reeds gemeenschappelijke voorschriften voor het toezicht op en de bewaking van Ö verschillende soorten Õ kredietrisico
     
  • 95. 
    De bepalingen met betrekking tot de minimumkapitaalvereisten moeten derhalve worden gezien in samenhang met andere specifieke instrumenten tot harmonisatie van de basistechnieken van het toezicht op instellingen
     
  • 96. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is gemeenschappelijke voorschriften met betrekking tot de door kredietinstellingen gelopen marktrisico
     
  • 97. 
    Overwegende dat hHet is noodzakelijk is Ö te voorzien in Õ het begrip "handelsportefeuille" in te voeren, dat posities in effecten en andere financiële elementen omvat die worden aagehouden voor handelsdoeleinden en die hoofdzakelijk aan marktrisico
     
  • 98. 
    Overwegende dat het wenselijk is dat Ö Om de administratieve last te beperken voor Õ instellingen met zowel in absolute als in relatieve zin te verwaarlozen handelsportefeuilleactiviteitenÖ , moet die instellingen worden toegestaan Õ Richtlijn 89
     
  • 99. 
    Overwegende dat hHet is belangrijk is bij het toezicht op het leverings
     
  • 100. 
    Overwegende dat dDe instellingen Ö dienen Õ in elk geval aan de bepalingen van deze richtlijn moeten Ö te Õ voldoen voor wat betreft de dekking van hun valutarisico met betrekking tot hun gehele bedrijf
     
  • 101. 
    Overwegende dat de gevolgde benadering erin bestaat Ö Het is dienstig Õ alleen de essentiële harmonisatie tot stand te brengen welke noodzakelijk en voldoende is om de wederzijdse erkenning van de vergunningen en van de stelsels van bedrijfseconomisch toezicht tot stand te brengen
     
  • 102. 
    Het operationeel risico is voor de instellingen een wezenlijk risico, waarvoor een dekking met eigen vermogen vereist is
     
  • 103. 
    Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
     
  • 104. 
    EUR-Lex biedt een overzicht van het voorstel, wijzigingen, aanhalingen en rechtsgeldigheid.