Feitelijke vragen van CDA fractie over septemberpakket pensioenen

Met dank overgenomen van P.H. (Pieter) Omtzigt i, gepubliceerd op dinsdag 25 september 2012.
  • Kan de regering het concept-besluit over de UFR van DNB zo spoedig mogelijk aan de Kamer sturen?
  • Op welke wijze wordt de URF vorm gegeven en dan met name wordt de Smith-Wilson methodologie gevolgd of een andere?
  • Heeft DNB met enige partij in de markt gedeeld op welke wijze de URF wordt vormgegeven?
  • Is het verplicht voor fondsen om de URF te volgen of mogen zij ook blijven waarderen op basis van marktwaardering?
  • Is de URF conform de prudente regels van de huidige IORP-richtlijn, waaraan Nederland moet voldoen?
  • Kunt u de grafieken overdoen op basis van de huidige rentetermijnstructuur?
  • Hoe ziet de URF eruit als de rente stijgt boven de 4,2% op enig punt in de curve?
  • Kan de regering aangeven wat zij vindt van de opmerking van het CPB dat het waarschijnlijk is dat de langetermijn rente onder de 4,2% blijft?
  • heeft Nederland overleg gehad met de Europese commissie om zich te vergewissen dat de UFR conform de prudente regels van de huidige IORP-richtlijn, waaraan Nederland moet voldoen en heeft de commissie dat bevestigd?
  • Wat is de wettelijke basis om nu feitelijk vooruit te lopen op een nieuw FTK, waarop geen wettelijke basis is in de pensioenwet.
  • Geldt de nieuwe norm voor MVEV en VEV ook voor fondsen die geen herstelplan hebben of nodig hebben gehad? Dat wil zeggen: mogen die van 105% uitgaan zoals vanouds voor gedeeltelijke indexatie?
  • Is met de introductie van het levensverwachtingsaanpassingsmechanisme niet te veel vooruitgelopen op het nieuwe contract en dient er niet alsnog te worden 'ingevaren'?
  • Is met de introductie van de verhoogde norm voor toeslagen van 105% naar 110%. niet te veel vooruitgelopen op het nieuwe contract en dient er niet alsnog te worden 'ingevaren'?