Maandag 29 augustus 2011

Met dank overgenomen van H.C.M. (Henk) Krol i, gepubliceerd op maandag 29 augustus 2011.

Misschien heeft de Amerikaanse joodse rabbijn Yehuda Levin wel gelijk. Hij verkondigde vorige week dat de recente aardbevingen een waarschuwing van zijn god waren. De almachtige zou daarmee willen protesteren dat in Amerika steeds meer politici het Nederlandse voorbeeld willen volgen door het huwelijk ook open te stellen voor lesbische- en homoparen.

Wat een wrede god is dat opperwezen van Yehuda. Die van mij houdt ook wel van een signaal uit de hemel, maar hij heeft meer gevoel voor humor en is een stuk milder. Mijn god stuurde de orkaan Irene op Amerika af. Als protest tegen alle homofoben die maar niet willen begrijpen dat liefde het belangrijkste en allesomvattende hemelse gebod is. Hij liet de burgers zien hoe makkelijk zo’n storm kan zorgen voor enorme paniek. Uiteindelijk zorgde die schrik voor meer slachtoffers dan het natuurverschijnsel zelf.

Zo is het ook met angst voor homo’s. Die zorgt voor aanzienlijk meer schade dan de liefde tussen twee mensen zelf. Liefde die, laten we eerlijk zijn, ook niet altijd even gladjes verloopt. Zelfs wat dat betreft verschillen homo’s niet wezenlijk van hetero’s.

25 augustus 2011

Een speciaal hartelijk welkom aan de bezoekers aan mijn site die hier via de QR code in de nieuwe Gay Krant zijn gekomen!

We zullen vanaf nu in de Gay Krant meer gaan werken met QR, de blokjescode die met een smartphone gelezen kan worden en de lezers rechtstreeks naar een nuttige website, een leuk filmpje of interessante tekst brengt. We zijn er deze editie heel voorzichtig mee begonnen, en zullen het QR-gebruik langzaam gaan uitbreiden.

22 augustus

Nog even terugkomen op de Canal Parade. Omdat ik op de avond van de Canal Parade snel van de Prinsengracht naar de Amstel moest, hield ik een taxi aan. Wat een mooie dag was het! Het enkele korte hoosbuitje had de feestvreugde niet kunnen verstoren. De deelnemers aan de botentocht waren diverser dan ooit, de beelden in de media steeds genuanceerder.

De taxibestuurder was een vriendelijke man van rond de 35. Hij was kennelijk allochtoon en had desondanks een grappig Amsterdams accent. Ik zag hoe hij me nadrukkelijk bekeek. Na ongeveer een minuut zei hij: “Mag ik u iets vragen?”

“Natuurlijk.”

“Bent u van die krant?”

“Van de Gay Krant bedoelt u?”

Hij knikte.

“Inderdaad. Vandaag is een dag waarop ik natuurlijk niet thuis kan blijven. Waar komt u oorspronkelijk vandaan?”

“Uit Afghanistan… Mag ik u nog wat vragen?”

“Zeker wel.”

“Samen met mijn vrouw ben ik acht jaar geleden naar Nederland gevlucht. We wonen hier en mijn kinderen gaan in Amsterdam naar school. Ik geef ze een moderne opvoeding. Dat kan hier; in Afghanistan was dat niet mogelijk. Ik leer ze ook dat er verschillende mensen zijn. Het is goed als ze zien dat homo’s dezelfde rechten hebben als hetero’s. Later kan blijken dat mijn kids ook dergelijke gevoelens hebben. Ik ben wel moslim, maar ik geloof niet dat een godsdienst liefde zou moeten verbieden, welke liefde dan ook.”

Ik knikte instemmend.

“Maar, aan u kan ik dat vragen: wat moet ik tegen mijn kinderen zeggen als ze heel extreme figuren zien op televisie? Ze vroegen me gisteren al: ‘Pap, wat is dat?’”

“En wat bedoelt u dan met extreem?”

We reden net voorbij de ingang van de Reguliersdwarsstraat, op de hoek van het Koningsplein en de Singel. Hij gebaarde in de richting van een Gay Pride-bezoeker die daar met enkele vrienden liep voor de winkel van Australian. Een uitgezakte man van middelbare leeftijd, stevige buik en bijna naakt. Hij had alleen een stringetje om zijn ballen dat met een dunne stoffen strook om zijn nek op zijn plaats werd gehouden. Zijn pokdalige, door zwaartekracht afhangende billen zwabberden weinig erotisch heen en weer.

“Hoe leg ik dát mijn kinderen uit?”

Ik had even geen antwoord. Misschien zouden homo’s iets meer gevoel moeten ontwikkelen voor zelfreiniging. Pride is prachtig, maar waarom zouden we tegen mensen die over de schreef gaan niet kunnen zeggen: “Hier wordt de zaak niet mee gediend!”

Op de voorpagina van de nieuwe Gay Krant het bericht over de opmerking van minister Van Bijsterveldt die vindt dat de subsidiegelden - ondanks alle bezuinigingen hoger dan ooit tevoren - niet gebruikt zouden moeten worden voor acties tegen haar beleid.

Die opmerking baart me zorgen. De Nederlandse homo-emancipatie is te zeer afhankelijk van dezelfde overheid die we soms moeten corrigeren. Wat zou het toch heerlijk zijn wanneer we zélf onze broek - desnoods dan maar een stringetje - zouden kunnen ophouden. Dat lukt alleen als veel mensen lid zijn van het COC, een abonnement nemen op de Gay Krant en wanneer commerciële homobedrijven een deel van hun winst zouden afstaan aan een centraal Rainbow Fund, dat de geldelijke middelen zou kunnen gebruiken om de nog broodnodige acties op poten te zetten. Maar dat krijg je bijna niet van de grond omdat - zoals Dan Choi het zegt op pagina 6 en 7 - homo’s vaak veel te gemakzuchtig zijn. Ze komen niet uit hun comfort zone. Hun status is belangrijker dan de strijd voor gelijke rechten. Laten we over dat alles nog maar eens goed nadenken.

28 juli 2001

De afschuw over de daden van Anders Behring Breivik is algemeen. Terecht, de Noor schokte de wereld met zijn aanslagen op het parlementsgebouw in Oslo en het beestachtig vermoorden van bezoekers aan het jongerenkamp van de socialistische partij op het eilandje Utoya.

Wat me verontrustte was de opmerkelijke berichtgeving in een landelijke ochtendkrant. Die speculeerde al meteen de maandag na de gruweldaad over de mogelijke homoseksualiteit van Breivik, alsof de geaardheid van een dergelijke gek in dit geval van belang zou zijn.

Als de redactie van het ochtendblad de moeite had genomen iets dieper te spitten in het internetmanifest van Breivik dan had men een heel andere conclusie kunnen trekken. Uit die digitale pamfletten blijkt dat de man inderdaad geobsedeerd was door homoseksualiteit, maar duidelijk aangeeft dat hij het zelf niet is.

Ja, de 32-jarige man woonde af en toe in bij zijn moeder. Met zijn vader, die inmiddels in Frankrijk woont, had hij al jarenlang geen contact meer. Op zijn website schrijft Breivik veelvuldig over homoseksualiteit. Zo verklaart hij meermaals dat zijn organisatie, die hij De Tempeliers noemde, uiterst homovriendelijk zou zijn.

Breivik laat op zijn website weten: “Salonmarxisten willen ons brandmerken als racisten, fascisten en homohaters. Daarmee kunnen ze ons makkelijk afdoen als onderkruipsels. De waarheid is echter dat ik veel homoseksuele vrienden heb en dat ik geen vooroordelen jegens hen koester. Het maakt mij niet uit wat er achter gesloten voordeuren gebeurt.”

Breivik, naar eigen zeggen een regelmatig bezoeker van dure vrouwelijke prostituees, heeft wel een hekel aan ‘de hysterie in de media, de afgelopen twintig jaar, over alles wat gay is’. Hij schrijft: “Inmiddels worden homo’s vaak voorgetrokken en daarmee worden hetero’s dus indirect gediscrimineerd, zowel door de politiek als door de media. Deze verheerlijking van bepaalde bevoorrechte groepen is te ver doorgeslagen.”

Elders schrijft hij juist dat iedereen een voorbeeld zou moeten nemen aan homo-organisaties die uiterst effectief alle middelen hebben aangewend om hun strijd te beslechten.

Hij heeft ook een tip hoe je je als terrorist zo onopvallend mogelijk kunt verplaatsen: “Doe dat in een Hyundai. Ja, dat is weliswaar een nichtenautootje, maar het is wel effectief als je geen verkeerde signalen wilt afgeven aan je omgeving.”

Een van de andere tips aan zijn volgelingen: “Gebruik tijdens fotoshoots altijd make-up. Ja, voor mannen klinkt dat nichterig, maar zorg dat je er aantrekkelijk uitziet, dat helpt bij de verspreiding van onze boodschap.” En: “Zorg dat men je voor een homo aanziet, dan vinden ze je minder snel verdacht.”

Aan zijn ‘medestrijders’ adviseert Breivik: “Zeg dat je denkt dat je homo bent. Dat je bezig bent je nieuwe ik te ontdekken. En dat je er verder niets over kwijt wilt. Zeg dat je je er een beetje voor schaamt en dat je er daarom verder niets over wilt vertellen. Anderen zullen dan klakkeloos aannemen dat je homo bent. Dat is een goede strategie omdat het voor bijna iedereen een reden is om zich niet langer te verdiepen in je privéleven.”

Geen wonder dus dat er mensen zijn die hem inschatten als homoseksueel, al is dat volstrekt niet van belang. Berichtgeving zoals in het bewuste ochtendblad is daarom onnodig stigmatiserend, alsof de seksuele geaardheid bij zijn gestoorde gedrag een rol zou hebben gespeeld.

Breivik noemde zich een moderne Tempelier. In dat verband is het leerzaam nog eens in de geschiedenis van de oorspronkelijke Orde van de Tempeliers te duiken. Die ontstond rond 1115 en had tot doel een ‘heilige oorlog’ tegen de moslims te ontketenen. Tempeliers beschermden de kruisvaarders en werden de eerste Europese bankiers. Toen ze te machtig werden, liet de Franse koning Filips de Schone de Tempeliers vanaf 1307 vervolgen. De laatste grootmeester van de Tempeliers werd op 18 maart 1314 op de brandstapel ter dood gebracht. Zelfs toen was de voornaamste beschuldiging dat hij homoseksueel zou zijn. Zo’n beschuldiging was in die tijd hoogst ongebruikelijk, maar kostte hem wel de kop; zijn werkelijke oorlogsmisdaden waren ondergeschikt.

Laten we er in het geval van Anders Behring Breivik voor zorgen dat bijzaken die er niet toe doen worden gescheiden van de kwesties die werkelijk onze aandacht verdienen.