Maandag 16 juli 2012 - Hoofdinhoud
Het is even wennen. Lijsttrekker van een politieke partij. Zelfs met mijn ruim acht jaar ervaring destijds als fractievoorlichter in de Tweede Kamer, merk ik dat het geen sinecure is. Je hebt ineens volop vijanden. Mensen met een fanatieke andere politieke overtuiging laten je niet beschaafd weten dat ze een andere mening hebben. Welnee, ze hakken er onbehouwen op los. Grappig, het is het beste bewijs dat je een open zenuw hebt geraakt.
Ook journalisten behandelen je ineens compleet anders. Een camerateam van een serieus ogende tv-rubriek, dat bij me thuis kwam filmen, gebruikte de tijd dat ik in de keuken koffie voor ze ging inschenken om een bronzen beeld van een naakte jongeman in mijn woonkamer te filmen. Niet van een afstandje, nee vol in het kruis. Ik wist van niks, ik was vrolijk in de keuken koffie aan het zetten. Dat shot werd gemonteerd halverwege mijn interview. Voor het eerst zag ik die avond op de nationale tv een uitvergroting van een kunstwerk dat ik nauwelijks herkende als het bronzen beeld in mijn kamer.
Een landelijke krant kwam enkele dagen later informeren naar de standpunten van 50PLUS. Met nuance heb ik die gegeven, maar in het verslag ging het vooral over de inrichting van mijn tuin, mijn overeenkomsten met Pim Fortuyn en de schilderijen aan de muur.
Toen me tijdens het interview werd gevraagd of rijke ouderen ook een steentje moesten bijdragen aan het oplossen van de huidige economische crisis, antwoordde ik dat niet ouderen, maar de veroorzakers en rijken die openstaande rekening moesten vereffenen. “Dus ook rijke ouderen?”, vroeg de verslaggeefster. “Dan gaat het niet specifiek om ouderen”, antwoordde ik. “Ouderen zijn immers al genoeg gepakt de laatste jaren, maar het gaat om mensen die het kunnen missen. De breedste schouders moeten immers de zwaarste lasten dragen. Dan maak ik geen verschil tussen jong en oud. Als er dan rijke ouderen zijn, betalen die wat extra, niet omdat ze oud zijn, maar omdat ze puisant rijk zijn.”
In het verhaal zelf stond mijn mening nog wel correct in de krant, maar in de samenvatting heette het dat ik de AOW inkomensafhankelijk wilde maken. Geen sprake van. “Tja, ik ga niet over de koppen en de samenvattingen”, zo verdedigde de verslaggeefster zich.
Tijdens het 50PLUS-verkiezingscongres liep er ook zo’n journaliste rond. Ze luisterde niet naar de uitgedragen boodschap, wel keek ze naar alles wat in haar ogen fout ging. De stremming gebeurde met briefjes, er vielen af en toe pauzes om te tellen en we maakten gebruik van een goedkope beamer. Ja meid, dat heb je als je een nieuwe partij bent en niet met geld kunt smijten.
Ineens zijn bijzaken kennelijk belangrijker dan de inhoud. Het leert me in elk geval dat ik politieke journalisten nooit meer bij me thuis zal uitnodigen. En verder mogen ze schrijven wat ze willen. Op de website www.50pluspartij.nl kan iedereen lezen waar het werkelijk over gaat.
Zaterdag 14 juli 2012
Toespraak tijdens het verkiezingscongres van 50PLUS:
Beste mensen,
‘Vier stoelen in de hemel’, die verdiende Willem Drees volgens een dankbare oudere voor de AOW en oudedagsvoorziening.Vier stoelen in de hemel, zo schreef hij in een brief. Als die er zijn, zijn ze Drees van harte gegund. Als die er zijn, zal hij daar vandaan meewarig toezien hoe hedendaagse politici goochelen met cijfers om de oudedagsvoorziening van velen weer af te breken.Kille rekenmeesters kijken alleen naar de ‘gemiddelde bejaarde’. Maar dat is een cijfertje en geen mens van vlees en bloed. Ze halen geld bij ouderen omdat die ‘gemiddeld’ nog wel wat te besteden zouden hebben, terwijl veel individuele ouderen die in grote problemen verkeren kunnen barsten.
Maar daar gaan we verandering in brengen!50PLUS staat immers op de kaart!In waanzinnig korte tijd hebben Jan Nagel, Hylke ten Cate, Ton Luiting, Maurice Koopman, Alexander Münninghoff en anderen een volwaardige partij weten op te richten.
50PLUS is een partij met een professioneel bestuur en met een vertegenwoordiging in liefst acht provincies.
In één daarvan heeft 50PLUS zelfs een bestuursverantwoordelijkheid.
50PLUS is een compleet democratische partij. Ook op dat vlak verschillen we positief van andere nieuwe partijen.50PLUS is één van de snelst groeiende partijen van Nederland. Met al meer dan 3300 leden in zo’n korte tijd wellicht zelfs de allersnelst groeiende partij.50PLUS haalt het nieuws, telt mee in peilingen, zit in de lift en bruist van energie.
Als je bij zo’n club de kar mag trekken, kun je jezelf gelukkig prijzen. Dat doe ik ook. Ik ben er u dankbaar voor.
Toch is de aanleiding minder fraai. De inkomens van te veel ouderen staan al jaren onder druk. Mensen die zich hun hele leven hebben ingezet voor onze maatschappij, die een werkzaam leven achter de rug hebben en een gezin hebben grootgebracht, merken ineens dat ze niet kunnen rondkomen. Ze krijgen niet wat eens werd beloofd: 70 procent van hun laatst verdiende salaris.
Onze overheid en sommige werkgevers blijken op dat punt onbetrouwbaar. Er zijn miljarden geroofd uit de diverse pensioenfondsen om in het verleden gaten in begrotingen te dichten, of om bedrijfswinsten op te poetsen. Dat is in de gewone mensenwereld een misdrijf, maar geen van de huidige kabinetsleden of Kamerleden van de partijen die deze politici in het zadel hielden, durfden te roepen ‘houdt de dief!’. Hoe anders zouden de cijfers zijn wanneer dat gestolen geld eindelijk werd terugbetaald.
Dat gebeurde van uw en mijn geld, van uitgesteld loon!En mede daardoor komen steeds meer ouderen in grote problemen.
Ik ken al diverse senioren die 's ochtends een krantenwijkje hebben, of 's middags de post of reclamefolders rondbrengen of 's avonds een taxi rijden om toch nog íets te kunnen doen voor hun kinderen, kleinkinderen en zichzelf. En dat terwijl we in een welvarend land leven… Ouderen die hun spaarcenten vroeger met een wandelingetje wegbrachten naar de banken, zien dat daar enorme bonussen weggegrist zijn en moeten inmiddels hun wandelweg verleggen naar de… voedselbanken. We hebben het niet over de situatie in een derde wereldland, ik heb het over het zo beschaafde Nederland.
Je zou denken dat de politiek andere keuzes gaat maken.
Nou, vergeet het maar!
Het Kabinet geeft het openlijk toe: ouderen gaan er in vergelijking tot werkenden fors op achteruit. En wat is de reden? Ze zijn zo makkelijk te plukken… Ze kunnen niet staken en hebben nauwelijks machtsmiddelen.
Uit een enquête van Maurice de Hond blijkt dat 87% zich machteloos voelt tegenover Den Haag en vindt dat politici toch maar hun gang gaan.
Bestaande politieke partijen komen niet voor ze op. Zolang dat het geval is, zal het kaalplukken doorgaan!Het gaat dan vooral over ouderen met alleen AOW of een AOW aangevuld met een klein pensioen.
Een maandinkomen van 800 tot 1200 euro komt bij ouderen vaker voor dan jongeren van nu in de gaten hebben. Als je daar je woonlasten, je zorgverzekering, je gas, water, licht, postzegels, treinkaartjes, kabel, telefoon- en internetaansluiting van hebt betaald, hou je nauwelijks iets over om van te leven. En morbide genoeg: zelfs de begrafeniskosten zijn stevig gestegen. Je moet je wel twee keer bedenken voor je dood gaat.
Nederlandse ouderen zijn steeds vaker aangewezen op tweedehands kledingwinkels, hulp van instellingen als het Leger des Heils en zelfs op de al genoemde voedselbanken. Kosten rijzen de pan uit en de inkomsten blijven achter. De BTW wordt hoger. Gemeentelijke diensten duurder, vaste lasten stijgen, de prijzen van vrijwel alles - verzekeringen, dagelijkse boodschappen en andere noodzakelijke uitgaven - gaan omhoog, op openbaar vervoer wordt gekort en zo komen mensen steeds meer in een isolement.
Begrijp me goed. Ouderen zijn niet zielig. Maatschappelijk zijn we zeer actief. We zijn vrijwilliger in de zorg, helpen bij onze kinderen, zorgen voor kleinkinderen en dragen eveneens bij aan onze welvaart. Maar het is niet fraaier dan het is: een grote groep ouderen in Nederland - zo’n 40 % - kan nooit op vakantie, ze zetten de verwarming een standje lager en zijn bang afscheid te moeten nemen van hun geliefde huisdier omdat de honden- of kattenbrokjes onbetaalbaar zijn geworden. Ze willen best proberen te bezuinigen, maar ze zouden niet weten waarop.
We hebben het over mensen die ervoor hebben gezorgd dat Nederland in de Top 10 van meest welvarende landen terecht is gekomen. Mensen die een eigen bedrijf hadden en geen geld overhielden voor pensioenopbouw, of die via hun werkgever waren aangesloten bij een pensioenfonds waar nu nauwelijks op wordt uitgekeerd en waar op wat er wordt uitgekeerd óók nog eens stevig wordt gekort.
P
Lidmaatschappen voor clubs - zelfs voor ouderenbonden of het lidmaatschap voor bijvoorbeeld omroep MAX (waarvan de Kamer vorige maand nog eiste dat die met 300% moest worden verhoogd) worden een onoverkomelijke horde en zorgen ervoor dat ouderen minder gehoord worden.
De afgelopen jaren was er een verdrievoudiging van ouderen die hulp nodig hadden, omdat ze enorme achterstanden hadden op basale vaste lasten. En dan heb ik het over de groep die hun schaamte overwon, want er is nog eens een veel grotere groep die nooit om hulp bij een loket zal aankloppen omdat ze zich generen hulp te vragen. Hulpverleners rapporteren dat ze steeds vaker ouderen zien.
Is het dan allemaal kommer en kwel. Zijn we echt zo zielig. Nee gelukkig niet maar zorgelijk is het wel zelfs in de zorg.
Het is van de gekke dat er in de meeste verzorgings- en verpleeghuizen bijna alleen maar flexwerkers worden aangenomen. Dat er in de weekenden hulpen worden ingehuurd die de specifieke wensen van ouderen niet kennen. Dat roer moet om. 50PLUS is ook voor ouderen die hulpbehoevend zijn en niet voor zich zelf op kunnen komen. In dergelijke organisaties moet veel veranderd worden. Daar gaan we ons sterk voor maken.
In Nederland bouw je veelal vanaf je 15de AOW op. Vanaf je 65ste wordt die uitgekeerd. Omdat mensen ouder worden, stijgen die kosten. Relatief zijn er steeds minder werkenden. Dat is voor de overheid natuurlijk een probleem. Maar dat wisten politici natuurlijk ook al voor deze crisis begon. Dat is niet iets van de laatste jaren.
En ja, we zitten in een economisch moeilijke tijd. Logisch dat politici daar iets aan willen doen. Maar kijk eens wat ze doen?!
D66 liet al veel eerder blijken dat ze de grootste vijand van ouderen zijn. Complimenten Jan voor de grap die je daarover in jouw toespraak maakte. Voor hen kan het oprekken van de AOW-leeftijd inderdaad niet snel genoeg.
En de Socialistische Partij dan? Die hadden altijd ferme principes, toch?
Als Statenlid in de provincie Noord-Brabant zie ik dagelijks wat er van de principes van de SP overblijft wanneer ze regeerverantwoordelijkheid krijgen. Geen torenhaan die kraait, maar een windvaantje dat tolt als een dolle.
Toen de PVV - de partij die bij de vorige verkiezingen als breekpunt had dat de AOW-leeftijd niet mocht worden verhoogd; een breekpunt dat ze de dag na de verkiezingen ogenblikkelijk lieten kelderen - toen die PVV in het Kabinet van de ene op de ander dag alles uit zijn handen liet donderen, sloten vijf partijen een nieuwe gelegenheidscoalitie, het zogenaamde Kunduz-akkoord. Later bedacht Jan Kees de Jager het verzachtende begrip Lente-akkoord, maar onze partijvoorzitter spreekt liever over een bar winterakkoord.
Aanvankelijk vond ik dat wat scherp gesteld, maar Jan Nagel heeft gelijk. Dat werd de afgelopen weken wel bewezen. Want inmiddels blijkt dat akkoord geen enkele garantie voor het oplossen van de internationale economische problemen, maar een afleidingsmanoeuvre om als overheid zelf minder te hoeven bezuinigen dan nodig zal zijn. Want als de overheid niet de tering naar de nering zet, moet er ergens geld worden binnen geharkt. Dat zou kunnen met diverse kostenbesparingen, maar die zijn al weer van tafel geveegd of op de lange baan geschoven. En dus graai je de inkomsten bij de groep die het makkelijkst te pakken is: ouderen.
Dan jaag je met spoed een wetje door de Eerste Kamer en regel je halsoverkop dat de AOW-leeftijd versneld omhoog gaat. Ondanks de bezwaren van deskundigen en betrokken organisaties. Terwijl je kunt weten dat je dit technisch - zeker nu het reces is begonnen - nooit fatsoenlijk kunt voorbereiden en alom erkend wordt dat er grote risico’s worden genomen. En dan heb ik het nog niet eens over de vele ouderen die nu in een pensioengat zullen vallen.
Minister Henk Kamp heeft voor al die getroffenen een pasklare oplossing: langer doorwerken, geld lenen en schulden maken, teren op de zak van je partner (alsof iedereen een partner zou hebben, laat staan een vermogende partner) of genoegen nemen met een nog lagere uitkering. In de huidige plannen maakt de regering het voor grote groepen mensen onmogelijk om nog een volledige pensioenopbouw te regelen. Minister Kamp negeert dat argument. Ik vind dat dit niet kan en niet mág.
En als het al zou kunnen, dan moeten pensioenfondsen dat een half jaar van te voren met de deelnemers communiceren. Dat gaan nooit meer lukken, maar dat interesseert de minister niet. Hij telt alleen de binnen geharkte euro’s.
Zinnige tegenargumenten worden van tafel geveegd. In Frankrijk is de pensioenleeftijd vorig jaar juli verhoogd. Daardoor zou de werkloosheid dalen, een argument dat Kamp ook hier probeert te slijten. Maar de feiten zijn anders. In Frankrijk is de werkloosheid juist extra hard opgelopen. Economen kunnen haarfijn uitleggen waarom: in onze huidige situatie leidt de verhoging van de pensioenleeftijd juist tot stijging van de werkloosheid van ouderen. En werden jongeren in Frankrijk aan een baan geholpen? Nee, evenmin. Zo werkt het dus niet.
Maar de minister wil alleen kijken naar cijfers die hem goed uitkomen en luistert niet naar redelijke andere argumenten.
U weet toch van welk departement minister Kamp de hoogste baas is? Het leek erop dat hij zelf nog in de veronderstelling verkeerde dat hij nog op defensie zat, maar het is Sociale Zaken! So-ci-a-le Zaken.
In de Eerste Kamer vertelde minister Henk Kamp heel eerlijk waarom hij de pensioenleeftijd wil verhogen. Niet omdat de levensverwachting stijgt. Nee, letterlijk zei hij: “Dat is nodig om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen.”Dat geld haal je dus - volgens Kamp tenminste - niet bij de veroorzakers, maar bij ouderen, bij u, mij en iedereen die ooit ouder hoopt te worden. En tegen jongeren zou ik willen uitroepen: Je bent eerder 50 dan je denkt.
Politici die de leeftijd waarop de AOW wordt uitgekeerd willen verhogen hebben hun argument, snap ik best. Maar die verhoging heeft alleen zin wanneer er op die leeftijd nog werk is.
We weten allemaal dat dit niet het geval is. Boven je 55ste kom je na ontslag vrijwel zeker niet meer aan een baan. Dat was enkele jaren geleden nog slechts 5%. Inmiddels is dat gezakt tot 2%. Langer aan het werk?
Ja graag.
Zeg maar WAAR?
Door de AOW-leeftijd onder deze omstandigheden te verhogen, schuif je mensen alleen maar van het ene naar het andere loket en stort je ze in een uitkering. Dat is nauwelijks een besparing. Politici zullen er eerst alles aan moeten doen om ervoor te zorgen dat ouderen productief kunnen blijven. Dat er weer respect komt voor mensen met levenservaring, met kennis en inzet. Mensen die hun vaardigheden kunnen overdragen aan jongeren. Want jong en oud zijn niet elkaars vijanden, zoals in media vaak wordt gesuggereerd. Je kunt toch niet met droge ogen beweren dat opa en oma het slecht voorhebben met hun kleinkinderen. Ze zijn elkaars natuurlijke bondgenoten.
Mensen die een pensioentje hebben naast hun AOW hebben altijd gerekend op een zorgeloze oude dag. Maar zelfs de vakantietoeslag die voor iedereen verplicht 8% is, is voor AOW’ers minder dan 6 %.
Let wel: alle partijen die in Den Haag iets te zeggen hadden, deden daar niets aan. Het wordt tijd dat 50PLUS eindelijk ouderen die in de klem zitten een stem kan geven.Omdat ouderen veel gebruik moeten maken van overheidsvoorzieningen die steeds duurder worden, wordt ook dáárdoor hun besteedbaar inkomen steeds kleiner.
Politici in Den Haag onderschatten de nood onder ouderen. Op televisie, in kranten en tijdschriften wordt een heel ander beeld geschetst van wat men maar al te graag denigrerend ‘de babyboomgeneratie’ noemt. We worden weggezet als verwende ouderen die de hele dag met een Zwitserlevengevoel op een golfterrein zouden rondsjokken, terwijl men verzwijgt dat de koopkracht van onze AOW vanaf 1980 is achtergebleven en de kosten de afgelopen 30 jaar alleen maar fors zijn gestegen. Pensioenen zijn al tijden niet meer geïndexeerd en worden zelfs fors gekort.Politici zouden natuurlijk best wat kunnen doen om ouderen iets meer middelen te geven.
Maar dan moet je keuzes maken, in eigen vlees durven snijden. Het geld halen waar het zit, niet waar het makkelijk graaien is. Willem Drees moet het moeilijk hebben daarboven op zijn zo zeer verdiende vier stoeltjes.
Samen met u wil ik er voor knokken dat 50PLUS aan die negatieve houding rondom ouderen iets gaat veranderen. In een volgend kabinet zou in elk geval een coördinerend minister voor het ouderenbeleid moeten plaatsnemen. Zo'n minister kan in de gaten houden dat door versnipperde maatregelen van verschillende overheden ouderen niet nóg eens extra in de knel komen.
Hij of zij kan er bovendien voor zorgen dat door automatisering en het koppelen van bestanden ouderen die het moeilijk hebben vanzelf worden geholpen, zonder dat ze eerst hun schaamte moeten overwinnen en met lood in de schoenen uiteindelijk aankloppen om hulp. Gemeenten die ouderen niet ontzien, moeten door zo'n minister tot de orde worden geroepen. Zo’n bewindspersoon moet ook oog hebben voor de meer dan 600.000 alleenstaande vrouwen in Nederland waarvan 300.000 alleen AOW of alleen AOW en klein pensioen hebben. Zo’n minister kan er voor zorgen dat het consumentenvertrouwen - dat bij ouderen ongekend laag is, waardoor ze geen geld meer durven uitgeven - weer kan groeien. Dat is positief voor de hele economie.
Zolang die minister er niet is, kunnen kiezers er op 12 september in elk geval voor zorgen dat 50PLUS hun belangen zal gaan verdedigen. Omdat er iemand voor uw belangen moet opkomen.
Daarom durf ik hier plechtig deze belofte aan u af te geven. U mag op mij rekenen. Gedurende 35 jaar heb ik mijn ziel en zaligheid gegeven aan een groep die in de verdrukking zat. Samen met anderen heb ik ervoor kunnen zorgen dat hun positie in Nederland en in de rest van de wereld aanzienlijk is verbeterd. Ik denk dat ik heb bewezen wat het betekent om te knokken voor mensen die in de verdrukking zitten. Die kennis, bevlogenheid en inzet wil ik - met uw steun - vanaf vandaag benutten om me volledig te wijden aan de groep waartoe ik inmiddels zelf behoor en die mijn vergaarde vaardigheden harder nodig heeft dan ooit.
Rijken worden rijker en armen armer. Die ongelijkheid wordt schrijnend. Daar is beleid voor nodig, zeker om mensen die hun hele leven dienstbaar zijn geweest met waarde te behandelen. Telkens wanneer er weer extra bezuinigd wordt, zijn ouderen het meest de klos. Het kabinet zegt dat zonder blikken of blozen. Ze hebben in ouderen een makkelijke prooi. Tot nu toe hadden wij ouderen geen politieke stem, we konden niet staken en hadden geen middelen een vuist te maken.50PLUS wil die vuist wel maken. Als we alle ouderen op 12 september zouden kunnen mobiliseren, kunnen we eindelijk eens een krachtig tegengeluid laten horen.
Laten we nu een streep trekken. We nemen het niet langer. Het is genoeg geweest! Samen kunnen we een vuist maken. Ik reken erop dat u in uw eigen omgeving onze boodschap uitdraagt. Op 12 september gaat 50PLUS Den Haag bestormen. Ik ga ervoor. Ik reken op u. En wacht even, het is alsof ik van boven Willem Drees iets hoor mompelen. Vier stoeltjes. Nee, - zo hoor ik - minimaal vijf zetels.
Als u het wilt, lukt dat. Op mij mag u rekenen!
Woensdag 9 mei
Met zijn uitspraak dat mannen met mannen en vrouwen met vrouwen moeten kunnen trouwen heeft president Barack Obama wereldgeschiedenis geschreven. Over tien jaar zal veel van wat hij heeft gedaan zijn vergeten. Deze uitspraak niet. Men zal zich vaag herinneren dat er in die periode een wereldwijde financiële crisis gaande was, maar begon die nu voor zijn aantreden, tijdens of net erna?
De invloed van Obama’s statement strekt veel verder dan alleen zijn eigen land. Zijn visie op het huwelijk ‘niet langer exclusief een verbintenis tussen een man en een vrouw’ zal enorme consequenties hebben. Landen die tot nu de discussie over de openstelling van het burgerlijk huwelijk probeerden te negeren, kunnen er nu niet langer omheen. Het is ineens meer dan een vreemde Nederlandse uitvinding.
De geschiedenis van de openstelling van het huwelijk begon in 1977. De Amsterdamse zakenman Walter Kamp belde me omdat in Miami een vreemde vrouw, Anita Bryant, een referendum had aangevraagd. Homo’s moesten worden uitgesloten van elementaire rechten. Volgens de voormalige schoonheidskoningin moesten burgers de vrijheid hebben woonruimte aan homo’s te ontzeggen en - godsvruchtig als ze was - deelde ze bumperstickers uit met de tekst ‘Kill a queer for Christ’.
Walter vroeg me om samen met Coos Huisen, in die dagen het eerste en enige openlijk homoseksuele Kamerlid, een actie te organiseren om de homobeweging in Florida te steunen. Met een benefitconcert zouden we geld inzamelen voor een paginagrote advertentie in Time en de Miami Herald. Walter huurde de grote zaal van het concertgebouw, Coos regelde dat de woordvoerders van diverse politieke partijen een minuutje zouden spreken; ik ging op zoek naar artiesten die belangeloos wilden optreden. De eerste die ik belde, was de in die dagen grenzeloos populaire Mies Bouman. Ze zei meteen ja en daarna was het koud kunstje alle bekende artiesten te interesseren. Er werd voldoende geld opgehaald voor de twee advertenties. Met het restbedrag maakten we de start mogelijk van de Stichting Vrije Relatierechten.
In enkele Scandinavische landen waren net de eerste pogingen om naast het huwelijk ook een relatievorm voor homo- en lesbienneparen wettelijk te erkennen.
Een jaar later nodigde Hans Wiegel me uit voorlichter te worden in de Tweede Kamer. Vanaf dat moment reisde ik dagelijks tussen mijn woonplaats Best bij Eindhoven en Den Haag. Nog geen jaar later startte ik samen met mijn toenmalige partner een regionaal Brabants krantje dat binnen de kortste keren landelijk bekend zou worden als de Gay Krant. Die combinatie van een krant en mijn dagelijkse toegang tot de landelijke politiek was toevallig, maar bleek een uitstekende voedingsbodem om relatierechten politiek af te dwingen.
Er was nog een toevalligheid die zorgde voor een stroomversnelling. De fotograaf van de Gay Krant, Jan Swinkels, woonde samen met een briljante jurist: Jan Wolter Wabeke. Hij was officier van justitie, zou snel opklimmen tot hoofdofficier en later tot Nationale Ombudsman Verzekeringen. Op een zondag ging de telefoon. Jan Wolter aan de lijn: “Henk heb jij de huwelijkswetgeving wel eens gelezen.” “Nee, waarom zou ik?”
Een uur later zat ik bij Jan en Jan Wolter onder de notenboom in hun tuin achter de boerderij. Daar vertelde Jan Wolter me dat in de Nederlandse wetgeving nergens stond dat een man met een vrouw of een vrouw met een man zou moeten trouwen. “Kennelijk vond de wetgever het zo vanzelfsprekend dat het niet als voorwaarde is gesteld.” Hij legde me uit dat het huwelijk, anders dan een notariële acte, het enige wettelijke contract is met zogenaamde derdenwerking. Niet alleen de ondertekenaars zijn er aan gebonden, maar de hele maatschappij: pensioenfondsen, verzekeringen, de overheid, dienstverleners, noem maar op. Ter plekke bedachten we dat we niet moesten streven naar een Scandinavisch partnerschap of naar een Hawaiaans ‘homohuwelijk’, maar naar het volledig opengestelde burgerlijk huwelijk. We zouden ons niet in een hoekje laten dwingen, geen regeling apart voor homo’s, maar exact hetzelfde instituut als dat voor hetero’s.
Dat was het begin van een jarenlange strijd die de Gay Krant financieel gezien bijna de kop kostte. Alles werd uit de kast gehaald. Toen de politiek niet verder wilde gaan dan een geregistreerd partnerschap bleef de aan de Gay Krant gelieerde stichting doorvechten voor echte gelijkheid. Ik beloofde publiekelijk zelfs plechtig dat ik nooit gebruik zou maken van een geregistreerd partnerschap. Je wilde toch geen geregistreerd partnerschapsfeest, geen geregistreerde partnerschapsreis, maar een huwelijksfeest en een huwelijksreis. Om nog maar te zwijgen van een geregistreerde partnerschapsnacht.
Maar ineens - na 16 jaar onophoudelijk knokken - liep ik helemaal vast. Er werd kanker in mijn darmen geconstateerd. Er waren zelfs uitzaaiingen. Mijn oncoloog gaf me minder dan 50 procent kans dat te overwinnen. Ik stond met mijn rug tegen muur. Ik wilde mijn vriend - als het fout zou gaan - zo goed mogelijk achterlaten. Mijn enige keus was toch maar gebruik te maken van dat vermaledijde geregistreerde partnerschap. Na een week van bestralingen, twee dagen voor mijn operatie was ons ‘feestje’. We nodigden naast familie en enkele goede vrienden ook de woordvoerders van de vier grote partijen uit. Die wisten niet was de werkelijke reden was van onze overhaaste verbintenis. Ze dachten dat ik uiteindelijk toch overstag was gegaan. Ik herinner me de nazit nog in een zaaltje van Quatre Bras in Best. Ik heb ze de huid volgescholden. “Dit is een ‘moetje’. Ik kan in deze omstandigheid niet anders. Ik voel het als minderwaardig, maar moet wel. Als ik er ooit bovenop kom, zal ik blijven knokken tot het huwelijk is opengesteld.”
Een jaar heb ik gesukkeld. Meerdere chemokuren, diverse operaties en negen maanden een stoma. Daarna krabbelde ik weer overeind. Binnen de kortste keren zat ik weer op het Binnenhof en in Nieuwspoort. Daar hoefde ik niet veel meer uit te leggen. Op 1 april 2001 werd Nederland het eerste land ter wereld waar het burgerlijk huwelijk voor iedereen toegankelijk werd. Hoewel? Journalisten hardnekkig bleven schrijven over ‘het homohuwelijk’.
Politici voorspelden dat Nederland het enige land zou blijven, maar al snel volgden België,?Spanje,?Canada,?Zuidafrika,?Noorwegen,?Zweden,?Portugal,?IJsland,?Nepal,?Argentinië,?enkele Mexicaanse steden en een handjevol staten in Amerika. In veel andere landen komt de discussie nog maar moeilijk op gang. Om dat te doorbreken is een bijzonder moment nodig. Dankzij Obama is het zover. Hij zorgt ervoor dat een van de mooiste exportproducten van Nederland nu aandacht zal krijgen in alle uithoeken van de wereld.
Dinsdag 8 mei
Nog even en ik word voetbalsupporter. Enkele jaren geleden, in 2003, mochten Peter Tuinman en ik voor het VARA televisieprogramma De Dubbelganger naar een voetbalwedstrijd van PSV. Het werd een hilarische uitzending, vooral omdat hij mijn rol uitstekend speelde: een nicht die niets van het spel begreep.
Peter deed dat voortreffelijk. Ik had inderdaad vrijwel niets met voetbal. Alleen wanneer Nederland erg hoog eindigt bij het EK of WK krijg ik een soort van Songfestivalgevoel waardoor ook mijn voorgevel oranje kleurt.
Toen de vermaarde scheidsrechter John Blankenstein nog leefde - hij speelde een belangrijke rol in De Dubbelganger - spraken we vaak met elkaar over de vermeende homofobie rond het voetbalveld. Hij werkte voor de KNVB en merkte van nabij dat veel bobo’s het tot een taboeonderwerp hadden verheven. Homoseksualiteit en mannenteamsport gaan kennelijk niet samen, zo was de conclusie. Als bewijs daarvoor golden ook de spreekkoren op de tribunes waarbij het scheldwoord ‘homo’ niet zelden weerklinkt.
Maar ineens zag ik een YouTube-filmpje van een wedstrijd in het Duitse Mainz.
Supporters wilden het vooroordeel dat ze homofoob zouden zijn wel eens tegenspreken. Samen met de homoseksuele voetbalfanclub Die Meenzelmänner voerden alle bezoekers op de tribune actie ter gelegenheid van hun vijfjarig bestaan. Ze kregen een gekleurd vel papier uitgereikt met het verzoek dit vlak voor het klinken van de startfluit omhoog te houden. Daardoor werd een enorme regenboogvlag zichtbaar. Wat een prachtig statement!
Voor mij reden om diverse voetbalwedstrijden in Nederland te gaan bezoeken.
En wat blijkt? Je wordt er met open armen ontvangen. Voetballiefhebbers zijn in grote meerderheid net zo homovriendelijk als de hele maatschappij. Steeds weer kreeg ik van alle kanten aardige opmerkingen te horen. “Leuk dat je eens komt kijken”, “Ik wist niet dat je ook van voetbal hield”. Uit zichzelf begonnen ze over het feit dat geen van de spelers uit de ere- en eerste divisie openlijk homoseksueel is. “Maar ja”, zo wist een trouwe Feyenoord-fan me te melden, “misschien zijn er ook wel heel weinig, zoals je ook maar weinig heteroseksuele couturiers en balletdansers hebt. Maar bij de supporters zie je er gelukkig steeds meer. Leuk, want iedereen is hier welkom.”
Mijn eigen - niet representatieve - onderzoekje komt overeen met de bevindingen van de University of Staffordshire onder 3500 Britse voetbalsupporters. Daaruit blijkt dat niet de sportliefhebbers, maar de voetbalmakelaars en de bobo’s last hebben van homofobie. Negentig procent van de leden van supportersclubs zou het toejuichen wanneer een speler uit de kast komt. Ze zouden hem zelfs van harte ondersteunen. Alleen de bestuurders zijn en blijven bang voor imagoschade. Zeer ten onrechte, zoals uit dit onderzoek blijkt.
Eventuele homovoetballers kunnen, als het aan hun fans ligt, dus rustig voor hun gevoelens uitkomen. Dat zou zelfs worden gewaardeerd. Het probleem zit ‘m bij de investeerders, de makelaars en de bestuurders. Die groep is veel kleiner en we weten wie het zijn. Tijd om ze daar eens stevig op aan te spreken.
Mij zul je de komende tijd nog vaak rond de voetbalvelden aantreffen. En weet je wat zo aardig is: het is nog leuk om naar het spel te kijken ook.
Woensdag 28 maart
Wat zal premier Mark Rutte achteraf hebben gegniffeld. Zijn zegetocht naar de orthodox-christelijke jongeren van de SGP, de partij die zelfs vrouwenrechten aan de laars lapt, zou hem nog goed van pas komen. Een liberale minister-president die daar niet alleen zijn gezicht laat zien, maar zich er als een popster laat toejuichen, is op z’n minst opmerkelijk. Twaalf uur lang was de kwestie trending topic, het meest besproken onderwerp op Twitter.
D66 wilde wel eens weten welke afspraken er allemaal worden gemaakt met splinter SGP. Echte liberalen konden hun oren en ogen niet geloven. Hun eerste man die minzaam poseerde met jongeren van een club die vrouwen discrimineert en homo’s uitsluit. Lid worden vond Rutte net nog een stapje te ver, maar oh wat was hij trots op deze club, die steeds meer een steunpilaar blijkt van zijn beleid. We hebben het over de SGP, de politieke partij die lijnrecht tegenover liberale beginselen staat bij kwesties als abortus, euthanasie en doodstraf. De SGP, die met hun beroep op de zondagsrust en het Bijbelse verbod om te werken op de Dag des Heren de door de VVD zo gewenste extra koopzondagen de nek omdraaide. De SGP, die de liberalen volledig en meedogenloos te kakken zette door af te dwingen dat de VVD in de Tweede Kamer er tandenknarsend mee moest instemmen de weigerambtenaar in ere te houden. Samen met veel vooraanstaande VVD’ers kunnen we inmiddels vaststellen dat Rutte zijn ziel en zaligheid heeft verkocht aan zwarte kousendragers.
Mark Rutte hoorde die kritiek, maar wuifde deze bezwaren glimlachend weg. Het pluche heeft immers een grote aantrekkingskracht. Bovendien kun je in economisch moeilijke tijden altijd de smoes tevoorschijn halen dat je het allemaal doet uit landsbelang.
Een week later werd duidelijk dat de huidige gedoogcoalitie met hun sprokkelsteun nog heel blij zal moeten zijn met de stemmen vanuit de SGP. Door het vertrek van Hero Brinkman uit de PVV zal de macht van de onverdraagzame extremistische groep christenen alleen maar toenemen.
Ondertussen verscheen het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau, Niet te ver uit de kast. Daarin wordt mijn stelling van afgelopen december onderschreven dat het nu tijd wordt om wat politiek is bereikt te verankeren in de haarvaten van de samenleving. De sociale acceptatie moet worden vergroot, vooral in religieuze kringen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau pleit ervoor dat het Kabinet de rechten van homo- en heteroseksuelen op één lijn brengt. Dan gaat het niet alleen om feitelijke gelijkheid, bijvoorbeeld dat je als homopaar in elke gemeente kunt trouwen, maar ook om de duidelijke signaalfunctie. Geen weigerambtenaren dus. Die stralen immers uit dat je als burger homo’s best anders mag behandelen als zelfs de overheid een ongepast verschil maakt. De SGP staat luid te applaudisseren, maar liberalen schamen zich de ogen uit hun kop. Het wordt inderdaad tijd dat de sociale acceptatie wordt verankerd. Maar met de SGP als medestuurman aan ’s lands roer kun je dat genoeglijk vergeten.
Afgelopen weekend kwamen de mannenbroeders van de SGP bijeen op hun landdag in Hoevelaken. Ze glommen van trots. Dit Kabinet steunt niet langer op een parlementaire meerderheid en kan alleen verder wanneer men extra rekening houdt met hún wensen. De weigerambtenaren kunnen dus voorlopig aanblijven. Maar er zit méér aan te komen. De SGP’ers willen ‘een ruime onderwijsvrijheid, inclusief de vrijheid voor een eigen personeelsbeleid’. In gewone mensentaal betekent dit dat op orthodox christelijke scholen onderwezen mag worden dat homoseksualiteit verfoeilijk is en nog schrijnender dat men de vrijheid wil hebben om homoseksuele leerkrachten eruit te flikkeren.
De VVD aan de macht. Maar ten koste van wat? Hoe lang gaan échte liberalen het nog accepteren dat onze premier moeizaam verworven vrijheden uitruilt voor een plekje op het pluche?”
Zondag 1 januari 2012
Op de eerste verdieping van het kantoor van de Gay Krant is de Stichting Vrienden van de Gay Krant (SVGK) gevestigd. Die ruimtes staan meestal leeg; er wordt gewerkt met vrijwilligers en zij hebben begrijpelijkerwijs niet aldoor tijd.
Maar op dit moment is het er druk. Vrijwel elke dag zit er iemand te bellen. De map met ruim tweehonderd meldingen aan het homopestpunt dat door de SVGK werd ingesteld wordt langzaamaan leger. Eén voor één worden de klachten geïnventariseerd. Heel af en toe blijkt het eerder te gaan om een burenruzie dan om homofoob gedrag. Tegen een nare bewoner in de wijk met een bril op wordt nu eenmaal wel eens ‘schele’ geroepen. Zo wordt tegen alleenwonende nare mannen ook wel eens ‘homo’ geroepen. Niet netjes, maar ook weer geen toppunt van discriminatie.
Toch zitten er in die map veel klachten die uitermate ernstig zijn. Wanneer de vrijwilligers van de SVGK met de betrokkenen bellen, zijn het gesprekken die soms langer dan een uur duren. De klagers zijn blij eindelijk een luisterend oor aan te treffen. Als het maar even kan, wordt gekeken of het zinvol zou zijn wanneer óf de Nationale Ombudsman óf het Openbaar Ministerie (zie ook HoofdPersoonlijk op pagina 10) met de klacht aan de slag kan gaan om in de toekomst herhaling te voorkomen.
Fijn dat door dit initiatief veel politici en hulpinstanties wakker zijn geschud. PvdA’er Ahmed Marcouch stelde er zelfs Kamervragen over. Dat was indirect ook de bedoeling van het meldpunt. De redactie van de Gay Krant deed destijds de oproep om in kaart te kunnen brengen of er werkelijk sprake was van structureel pesten van homo’s. Daar wilden we een verhaal over schrijven, dat instanties wakker zou moeten schudden. We hoopten op vier tot vijf duidelijke voorbeelden. Het werden er aanzienlijk meer; een aanmerkelijk veel hoger aantal dan we hadden verwacht. Daarmee groeide het initiatief boven het hoofd van de redactie. Gelukkig werd het meldpunt geadopteerd door de SVGK. Maar ook voor die stichting is dat niet eenvoudig; ze draait op donaties van lezers. Deze giften zijn onvoldoende om structureel met het meldpunt aan de slag te gaan. Door een eenmalige bijdrage van Jan Kuipers, de eigenaar van de Amsterdamse Thermos Sauna, kon een werkstudent enkele uren aan de slag om orde op zaken te stellen. Nu moeten we verder. De SVGK heeft daarom steun gevraagd aan de overheid. Dat zorgde voor hoongelach bij het commerciële internetbedrijf Gay Group in Amsterdam. Bram Heerink, eigenaar en oprichter van Gay.nl, liet aan het dagblad Spits weten: “Bij Krol is het altijd de vraag als hij een oproep doet, bijvoorbeeld het homopestmeldpunt, of hij het doet voor het geld of voor het goede doel. Want een aantal weken later zie je weer dat hij er subsidie voor probeert binnen te harken.”
Bram Heerink reageert duidelijk anders dan Jan Kuipers. Kuipers laat zien dat hij iets terug wil doen voor de gemeenschap waaraan hij geld heeft verdiend. Dat zou de Gay Group ook kunnen doen.
En dat is nodig, want tot nu toe - mede door het afgelopen kerstreces - bleef de hulp vanuit Den Haag achterwege. Toch gaan we gewoon door. Omdat het zin heeft. Én omdat we weten dat u ons blijft steunen. Dat is nóg beter dan een overheidssubsidie. Die maakt je immers min of meer afhankelijk. Steeds meer mensen voelen zich niet langer abonnee van de Gay Krant, maar steunpilaar van al het werk dat door onze mensen wordt verricht, op het kantoor en bij de Stichting Vrienden van de Gay Krant. Ze zetten hun gewone abonnement om naar een doorlopende donatie. Zo versterken we elkaar. Misschien ook voor jou een mooi voornemen in dit nieuwe jaar. De eerste stap zet je door hier te klikken. Je kunt je abonnement ook omzetten naar een doorlopende donatie.
Ik wens iedereen een vrolijk 2012!